Riskante profetie
Enkele weken geleden ontving ik de tekst van de openingsrede, die ds. H. O. Roscam Abbing op 13 september 1934 hield op de jaarlijkse conferentie van Hervormde predikanten. Mij werd verzocht daaraan eens aandacht te besteden, b.v. in de vorm van een artikel. De titel van het openingswoord was 'Opening der tijden'. De inhoud ervan is van dien aard dat ik er graag iets over schrijven wil, temeer daar ds. Roscam Abbing niet de eerste de beste was. Naar men mij uit Arnhem verzekerde trok hij in de vooroorlogse jaren scharen kerkgangers vanwege zijn aansprekende reformatorische prediking. Jaren na zijn overlijden in 1939 bleef zijn naam nog genoemd worden in Arnhem. Hij trok sporen die zo maar niet uit te wissen waren. Een en ander blijkt ook uit genoemde rede die een 'profetisch woord over Nederland' inhield in een zeer geladen taal, kort en krachtig, vlammend en doortrokken van een grote ernst. Dat neemt niet weg dat ik al lezende nogal wat vraagtekens geplaatst heb, waarop ik het slot van dit artikel wat wil toespitsen. Maar eerst laat ik in het kort de inhoud volgen.
Drie stippellijnen
Het betoog van ds. Roscam Abbing loopt langs drie 'stippellijnen'. Hij spreekt over de wereld, die een vreselijke nachttijd tegemoet snelt, over de gemeente van Jezus Christus, die straks haar avondtijd krijgt, waarin het licht voor haar wezen zal, en over Nederland, dat door God voorbestemd zou zijn tot een bijzondere roeping in de ontwikkeling van het Koninkrijk Gods in het laatste der dagen.
Wat het eerste punt betreft — de wereld die een vreselijke nachttijd tegemoet snelt —, dit schreef Roscam Abbing tegen de achtergrond van het fascisme, dat zich in zijn dagen in Europa breed maakte. Hij bracht het opkomende fascisme in verband met het beeld uit de droom van Nebukadnezar en wel met de voeten en de tenen, bestaande voor een deel uit ijzer en leem. Met het leem wordt dan volgens hem de volkswil aangeduid en met het ijzer de hardheid van het oude Romeinse staatsgezag waarvan een herstel te wachten staat. Hij zegt dan: 'In verband met o.a. Dan. 7 en Openbaringen 13 zal het zich openbaren in een Europese statenbond, aan het hoofd waarvan de Anti-Christ, de mens der zonde komt te staan, in wiens stelsel en persoon alle anti-christelijke stromingen en persoonlijkheden, die er vanaf de apostolische eeuw geweest zijn, zullen culmineren.’
Over het tweede punt, de avondtijd van de gemeente, zegt Roscam Abbing, dat het evangelie eerst gepredikt zal worden tot een getuigenis onder alle volkeren, en dat pas daarna het einde zal zijn. In de wachttijd, die aanbreekt voor de wereld, zal er geen plaats meer zijn voor een openbare, vrije evangelieverkondiging. Dat zal de Anti-Christ niet toelaten. Vandaar dat de avondtijd van de gemeente niet parallel loopt met de nachttijd van de wereld, maar daaraan vooraf gaat. Maar tegen de tijd dat de gemeente van Christus haar loop voleindigd zal hebben zal er een verhoogde werking zijn van de Heilige Geest, waardoor eenheid wordt gewerkt. De kennis wordt dan verhelderd en het geloof verdiept. Vele gedeelten der Heilige Schrift, die nu niet of half worden verstaan, zullen dan tenvolle begrepen worden. De bijzondere gaven van de Heilige Geest keren dan terug (boetebeweging, gaven der gezondmaking, genezing op het gebed).
En dan het laatste punt: de bijzondere roeping voor Nederland. Nederland, zo zegt Roscam Abbing, wordt wel nergens in de Heilige Schrift genoemd, maar dat is geen afdoend argument. 'De Heere is niet gehouden Nederland te noemen. Hij is ook een God, die zich verborgen houdt.' En dan vervolgt hij met de opmerking: 'Volledige opening der Heilige Schrift wijst dringend, onontkoombaar Nederland aan tot een bijzondere roeping.' Christus zal kerk en staat weer oprichten. Eerst de Hervormde Kerk, naar analogie van de Reformatie, toen ook eerst de kerk tot reformatie werd gebracht.
Inmiddels zit de kerkelijke akker nog potdicht. Gods ploegijzer moet er doorheen. Christus moet er doorheen. Hij zal doen naar Zijn Koninklijk Ambt. Christus keert zijn nek tegen Zijn vijanden in Nederland, waarbij slechts tweeërlei gevolg mogelijk is: buigen of breken! Het gelaat van Jezus is half toegekeerd naar Zijn kerk hier te lande, maar geheel afgewend van Zijn vijanden. Zo dringt hij op Nederland aan. Het gevolg zal zijn oprichting van Kerk en Staat alhier. In die weg wordt Nederland tot een geestelijk centrum gemaakt, waaruit geestelijke krachten vloeien en waardoor voorbereid en mogelijk wordt dat de gemeente van Jezus Christus op aarde haar avondtijd krijgt. In de tijd van de Anti-Christ zal Nederland zo een toevluchtsoord zijn.
En wat de kerk betreft, Christus verliet de Ned. Herv. Kerk, zijn gevangene niet.
Hij onderhield haar in de verstikkende atmosfeer der gevangenis. Zijn genade en Geest bleven haar nabij, zelfs in die mate, dat hij in de gevangenis dusdanig beleden werd en wordt als de Here onze gerechtigheid en naar Zijn Koninklijk ambt (Psalm 2 en art. 36 van de N.G.B.) als daarbuiten niet aan te wijzen is. Niet de synode heeft te beschikken over wel en wee der gevangene. Dat doet Christus, die langer dan een eeuw sloot en niemand opende. Hij gaat openen en niemand zal kunnen sluiten.
Letten op de tekenen van de tijd
Het eerste wat ik naar aanleiding van deze rede opmerken wil is dat deze dingen zo gezegd zijn door een voluit kerkelijk denkend persoon, niet door een vertegenwoordiger van één of andere secte. Ik wil daar graag de vinger bij leggen en zeggen, dat we het spreken over de laatste dingen die nog geschieden moeten niet mogen overlaten aan de secten. Het is bijbels legitiem om over de eindtijd te spreken. De Schrift spreekt duidelijk over de dingen die nog geschieden moeten. We hebben te letten op de tekenen van de tijd. Wie 2 Thessalonicenzen gelezen heeft weet dat de Zoon des Verderfs zich openbaren zal, maar dat er ook de weerhouder is, die zijn komst tegenhouden zal. En verder, de Schrift spreekt ook duidelijk over 'het zal zijn als in de dagen van Noach'. We zullen met deze bijbelse noties ernst moeten maken. Dat vind ik het positieve in de rede van ds. Roscam Abbing. Zeker in onze tijd hebben we het nodig deze bijbelse elementen met klem te laten horen, nu velen menen dat het Rijk zich als het ware langs de weg van evolutie in de geschiedenis baan breken zal en er daardoor helemaal geen rekening wordt gehouden met dat wat de Schrift zélf zegt over het eind van de tijden. Er zal in de prediking aandacht moeten zijn voor wat de Schrift zegt over de tijd die aan de wederkomst vooraf gaat.
Het tweede waarop ik naar aanleiding van de rede van ds. Roscam Abbing zou willen wijzen is dat we te weinig oog meer hebben voor de gave van de profetie, in de zin van voorzegging van dingen die komen gaan. In het Nieuwe Testament lezen we van Agabus die een naderende hongersnood voorspelde (Hand. 11:28) en die voorzag dat Paulus gevangen genomen zou worden (Hand. 21 : 10). Zo zijn er ook steeds in de loop van de tijd de 'zieners' geweest, die licht ontvingen over wat gebeuren ging. Soms waren het ook eenvoudige gelovigen aan wie God door Zijn Woord te kennen gaf dat er bepaalde dingen gebeuren zouden in hun persoonlijk leven, in htm gezin, in de kerk, in het volksleven of in het wereldgebeuren. Tegenover deze gave van de profetie hebben we eerbiedig te staan. We zijn deze gave misschien te veel uit het oog gaan verliezen. Anderzijds dreigen hier ook geweldig grote gevaren. Er is in de loop van de tijd ook heel wat af gespeculeerd, tot op kansels toe. Maar profetie is iets anders dan speculatie. Het komt voor dat personen de ene profetie na de andere geven. In de meeste gevallen komt het niet uit. Komt het wél een keer uit dan zegt dat in zo'n geval weinig. Het komt oolc voor dat op kansels week in week uit ter sprake komt dat er rampen voor de deur staan. Ik weet welisvyaar dat de Schrift de ernst van het oordeel over de afval van een kerk of een volk duidelijk tekent. Voor die ernst mag en moet ook in de prediking plaats zijn. Het mag echter niet zo zijn dat een soort speculatie de echte bijbelse profetie vervangen gaat. Profetisch spreken over de ernst van het eind der tijden zal alleen dan waarachtig zijn wanneer er echt de huiver doorheen straalt voor het gericht — wat is namelijk erger dan een automatische oordeelsaankondiging? — en bovendien een sterke oproep tot bekering. En dan concrete voorzegging over wat gebeuren gaat is niet iets dat elke dag voorkomt. Ook het Nieuwe Testament geeft daarvan maar enkele voorbeelden.
Het derde punt dat ik in verband met de rede van ds. Roscam Abbing stellen wil ligt in het verlengde van het vorige. Dat is namelijk het levensgrote gevaar om allerlei concrete dingen in de Schrift te gaan inlezen. Daar ligt mijn grote bezwaar ook tegen de rede van ds. Roscam Abbing. We weten uit de Schrift dat de Zoon des Verderfs, de Anti-Christ zich zal openbaren. Maar in welke gedaante die zich zal openbaren blijft verborgen. Sommigen hebben gezegd in de persoon van de Paus, anderen in het communisme. Ds. Roscam Abbing zegt: in de gedaante van een Europese statenbond. Dan wordt de E.E.G. de Anti-Christ. Mijns inziens is dat een levensgevaarlijk Schriftgebruik. Datzelfde geldt als ds. Roscam Abbing voor Nederland een aparte plaats voorziet in de eindtijd. De Schrift spreekt niet over Nederland, wel over Israël. Nu zijn er geweest die in Nederland het Israël van het Noorden hebben gezien. Zó ziet m.i. ds. Roscam Abbing het ook. Als men dit zó bedoelt dat Nederland wel in sterke mate Gods bemoeienissen heeft ondervonden in het verleden dan zit daar een kern van waarheid in, maar als men het zo ziet dat Nederland een aparte plaats krijgt in de eindtijd dan acht ik dat een riskante profetie, waarvoor men geen houvast in de Schrift vinden kan. Wilhelmus a Brakel heeft voorzien dat God nog zijn bemoeienissen zou hebben met het volk Israël. Ik geloof dat die gedachte duidelijke wortels heeft in de Schrift en dat we daarvoor de laatste jaren, mede door de ontwikkeling van de staat Israël en de gebeurtenissen in de tweede wereldoorlog, oog gekregen hebben. Maar verder dan Israël moeten we maar niet gaan wanneer het gaat om een aparte plaats in het handelen van God met deze wereld. Bovendien geldt hier wel heel bijzonder dat de verborgen dingen voor God zijn en de geopenbaarde voor ons.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 mei 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's