Boekbespreking
J. W. Maris en F. van der Pol (red.): De zonde uit beeld – Bijbels schuldbesef en modern levensgevoel. De Vuurbaak 1994, 165 blz., prijs ƒ 27,50.
Spreken over zonde, berouw en schuldbesef vindt in onze moderne cultuur nauwelijks weerklank meer. Wie denkt eigen baas te zijn, heeft grote moeite met een instantie tegenover hem, die hem ter verantwoording roept en hem schuldig stelt. Ook binnen de christelijke gemeente is de invloed van het afnemend schuldbesef merkbaar. Hoe meer God weg wijkt als een levend Persoon uit veler leven, des te minder blijkt het mogelijk over zonde en schuld te spreken. Om het met woorden uit de bijdrage van prof. W. H. Velema te zeggen: met het vertrek van de zonde is het berouw overbodig geworden. Hier ligt het uitgangspunt van een studie van hoogleraren afkomstig van de theologische universiteiten in Apeldoorn en Kampen (Broederweg). Al eerder boden ze ons een resultaat van gezamenlijke bezinning op de actualiteit van het gereformeerd belijden (in: Hoe staan wij ervoor? 1992). W. H. Velema gaat in op het thema 'Zonde en berouw in onze moderne samenleving'. Hij constateert dat er in onze tijd vervangende begrippen zijn gesmeed voor de bijbelse woorden zonde en berouw: het menselijk tekort, misdaden tegen de menselijkheid, discriminatie. Dàt zijn vandaag de zonden: daden tegen de menselijkheid en de medemens. Maar in de zondencatalogus van de moderne samenleving ontbreekt geheel de gedachte dat wij allereerst met God te doen hebben en tegen Hem gezondigd hebben. Velema noemt in hedendaags Nederlands zonden bij name: ongeloof als verzet tegen Gods openbaring, ongeloofspropaganda, ongehoorzaamheid, hoogmoed, liefdeloosheid, het verbreken van het verbond. Hij pleit er verder voor dat de zonde in de prediking duidelijk wordt aangewezen. Ook prof. dr. F. van der Pol zet in bij de constatering dat het gebied van zonde, schuldbelijdenis en vergeving tamelijk ondergesneeuwd lijkt. Luther kan ons helpen vandaag deze zaken weer helder in zicht te krijgen, is zijn overtuiging. Uitvoerig en grondig gaat prof. Van der Pol vervolgens in op leven en visie van Luther. Zijn eindconclusie is duidelijk en terecht: in onze geseculariseerde cultuur is de kennis van de bronnen van het christelijk geloof, die de ervaring van schuld en vergeving ter sprake brengen, vrijwel weggezakt. We bevinden ons in een smeltkroes van meningen waardoor waarden telkens verschuiven. Oriëntatie op de groten in het Koninkrijk Gods blijkt iets voor alle tijden te zijn. Prof. dr. W. van 't Spijker snijdt de zaak van het zelfonderzoek aan die in de geschiedenis van het gereformeerd protestantisme een belangrijke rol heeft gespeeld. Reformatie, Nadere Reformatie en Gereformeerde Orthodoxie, negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw zet hij naast elkaar. Is het in de dagen van de Reformatie nog zo dat zelfkennis onderdeel is van de geloofskennis, al spoedig is de verschuiving zichtbaar: het wordt voorwaarde vooraf. Het accent verdwijnt van de objectiviteit van het heil in de belofte naar de subjectiviteit in het hart van de mens. De zaak van het zelfonderzoek is blijvend actueel, aldus prof. Van 't Spijker. In de roep om ervaring die in onze tijd luid klinkt, blijkt deze actualiteit. We kunnen de roep om ervaring niet negeren. Wel zal deze roep een roep om God moeten zijn. Van 't Spijker acht het een verleidelijke weg om in de huidige theologische impasse de weg van het subjectivisme te betreden en ons te verdiepen in de mens naar zijn psychisch bestaan. Hij typeert de verschuiving die in de geschiedenis van Reformatie naar Nadere Reformatie werd gegaan als een weg van geloof naar ervaring. Er blijkt vandaag een intense behoefte aan een bevrijdend spreken van de kerk in prediking en pastoraat, juist in de vragen van schuld en vergeving. Wie de stroom publikaties die te maken heeft met dit thema overziet, merkt hoezeer Van 't Spijker daarin gelijk heeft. Prof. dr. J. W. Maris gaat in op het thema 'De toorn van Godbijbelse realiteit'. Prof. dr. C. Trimp schrijft over 'Prediking van de wet: gezondmakende leer' en geeft enige overwegingen bij antwoord 115 van de Catechismus en prof. J. Kamphuis sluit de bundel af met een bijdrage over 'Ootmoed en zekerheid. Overweging bij Psalm 25'. Een bundel die er wezen mag, waarin ontzettend veel te leren valt voor een breed publiek. Ik had wel graag een wat dieper borende analyse willen lezen vanuit de gereformeerde levensovertuiging van de oorzaken van het afnemend zonde- en schuldbesef in onze tijd. Waarom sprak dit thema de mens van de zestiende eeuw veel meer aan dan die van de twintigste eeuw? Is de context waarin bijbelwoorden klinken toch sterk bepalend voor de kracht die er van kan uitgaan? Hoe moeten we daar in prediking en pastoraat op inspelen? We danken initiatiefnemers en scribenten heel hartelijk voor dit uiterst waardevolle resultaat van hun bezinning. En graag verwachten we nog meer van dergelijke publikaties uit een hoek waarin het bijbels en gereformeerd getuigenis terecht hoog genoteerd staat.
J. Maasland
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1994
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 december 1994
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's