Boekbespreking
Birgit Verstappen,
Ekklesia van leven. Een aanzet tot een discussie tussen theologische kosmologie en bevrijdingstheologie
Uitg. Boekencentrum, Zoetermeer 2000, 216 blz., ƒ42,50.
Op de achtergrond van deze studie staat het gegeven dat met de opkomst van de natuurwetenschap het besef van Gods aanwezigheid in de natuur verloren is gegaan. De eenheid tussen stof en geest is verdwenen. Deze ontwikkelingen die sinds de verlichting de cultuur van Europa diepgaand beïnvloed hebben, stellen kerk en theologie voor de uitdaging om de samenhang tussen de profane wereld en de sacrale wereld te doordenken. De schrijfster gaat daarbij te rade bij de theologe Sallie McFague die in haar theologie Gods reddende werkzaamheid heel de natuur laat doordringen. Zij gebruikt daarvoor de metafoor: de wereld als lichaam van God. Door te spreken over panentheïsme grenst ze haar denken af van het pantheïsme. God overstijgt de werkelijkheid die we kennen niet volledig; maar valt er ook niet mee samen. Nu vraagt, zegt Verstappen, het visioen van een mensheid die Gods reddende kracht in heel de natuur ziet en uit is op de bevestiging van ieders bestaan om een politieke vertaling. De schrijfster zoekt dat in de richting van de bevrijdingstheologie en de feministische theologie van E. Schüssler Fiorenza. Haar gedachten gaan in de richting van een kosmos als gemeenschap, een radicale democratie in het voetspoor van Jezus en zijn omgang met mensen, die radicaal alle uitbuiting en heerszucht uitbant, kortom een 'ekklesia van leven' als godsdienstig en politiek ideaal waarin de belangen van de menselijke en niet-menselijke natuur worden veiliggesteld. Er spreekt uit dit boek een diepe bekommernis om het lot van een wereldwerkelijkheid die onder invloed van de moderniteit is prijsgegeven aan menselijke beheersingsdrift en uitbuiting. Dat spreekt aan.
Tegelijk heb ik het gevoel dat dit denken leidt tot een geseculariseerde visie waarbij ekklesia een andere naam wordt voor democratie en heil opgaat in menselijk welzijn. Wie zich in het kosmisch denken van McFague, waarbij God en de wereldwerkelijkheid elkaar toch wel erg dicht naderen, en Schüssler Fiorenza's politieke theologie niet kan vinden, zal moeilijk kunnen meekomen met de gedachten van mevr. Verstappen. Dreigt de Geest hier niet te worden tot een immanente kracht? En wat blijven er in haar spreken over de kosmische Christus over van noties als schuld en verzoening met God? Kom je uiteindelijk toch niet uit bij een horizontalistische opvatting van het heil? Niettemin ligt hier voor een gereformeerde theologie die ernst wil maken met de prediking van God als Schepper wel een uitdaging.
A. NOORDEGRAAF, EDE
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2001
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 2001
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's