Familie van Jezus
Meditatie: Lukas 8:18
Familie zijn van de Heere Jezus, kan dat? Zeker! We lezen in Lukas 8 over Zijn aardse én geestelijke familie.
Mijn moeder en Mijn broeders zijn dezen die Gods Woord horen en dat doen.
D e aardse familie van Jezus komt tot Hem, schrijft Lukas in hoofdstuk 8. De Heere is in een huis en verkondigt het Evangelie. Hij vertelt onder andere de gelijkenis van de kaars. In feite een olielamp, zo’n lamp die staat te branden op een standaard. Natuurlijk niet onder het bed, dan geeft hij geen licht. Een lamp moet helder branden. De Heere Jezus zegt hiermee: als u het Woord hoort en gelooft, geeft u licht. U weerkaatst Mij als het Licht. Daar gaat het om in ons leven. Dat is tot Gods eer, tot zegen voor de ander en onszelf.
Nu komt Jezus bij de toepassing van deze gelijkenis. Hij zegt in vers 18: ‘Let erop hoe u Mijn Woord hoort. Hoor in geloof en draag vrucht. Zo zult u meer vrucht dragen. Wie zo niet hoort, wordt al vruchtelozer.’ Amper heeft Hij dit gezegd of er klinkt: ‘Uw moeder en broeders staan buiten en begeren U te zien.’ Voor Jezus’ antwoord luisteren wij naar Mattheüs, die dit uitvoeriger weergeeft: ‘Zijn hand uitstrekkende over Zijn discipelen zei Hij: Ziet, Mijn moeder en Mijn broeders. Want zo wie de wil van Mijn Vader doet, Die in de hemelen is, die is Mijn broeder en zuster en moeder.’ (12:50)
Oudste Broeder
Zeker, Jezus heeft respect voor Zijn aardse familie, maar Hij grijpt de gelegenheid aan om te wijzen op Zijn geestelijke familie. Van deze familie is Hij de oudste Broeder. Hij kwam in de wereld om deze familie te stichten.
Tot Jezus’ geestelijke familie behoren wij van huis uit niet. Wij zijn door menselijke ongehoorzaamheid onder Gods vloek en behoren tot de duivel en de wereld. Wij gehoorzamen Gods Woord vanuit onszelf niet (Luk.8:21). We zijn onwillig om de wil van de Vader te doen. Nu is Christus gekomen om de wil van de Vader wel te doen. Dat deed Hij door Gods wet tijdens Zijn aardse leven ten volle te vervullen, door in Zijn verzoenend lijden en sterven de menselijke zondeschuld te betalen. Jezus Christus verdiende zo allerlei genade: verzoening, vergeving, bekering, gewilligheid, gehoorzaamheid, geloof, hoop, liefde. Wat een wonder!
Op Jezus zien
Hoe ontvangen wij die genade? Hoe leren wij de wil van de Vader te doen? Christus zegt dit in Johannes 4: ‘En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat een ieder die de Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, het eeuwige leven heeft.’ De wil van de Vader is de Zoon aanschouwen en in Hem geloven. Dus op Jezus zien. Hem zien zoals God de Vader Hem gaf voor ongehoorzame en onwillige mensen. Zie op Jezus in de kribbe. Op Zijn weg door het Joodse land. In de Hof van Gethsémané. Voor Pilatus. Aan het kruis. In het graf. In Zijn zitten aan de rechterhand van de Vader. In Zijn komen op de jongste dag. Zie op Jezus en op alles wat Hij verdiende én uitdeelt. Kom in dat zien tot de hartelijke overgave aan Hem. Zie u zalig aan Jezus. Zie op Jezus, elk uur, elk ogenblik. Prijs de Vader voor Zijn onuitsprekelijke genade. Want Hij deed en doet ons zien op Jezus Christus. Door de Heilige Geest.
Smaakt naar meer
In het gelovig zien op Jezus verzoent God Zich met ons. Hij neemt ons tot Zijn kinderen aan. Jezus maakt ons tot leden van Zijn geestelijke familie. Hij, onze oudste Broeder, vernieuwt ons door de Geest en laat ons vrucht dragen door de Geest: liefde, blijdschap, matigheid, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid. Zó laat Jezus in ons leven Zijn licht weerkaatsten.
Helaas zetten wij dit licht soms onder ons bed en gaan we eigenwillig onze weg. Toch gaat Jezus door, zodat Zijn licht en gewilligheid in ons leven zijn. Het is een verrukkelijk begin. Het smaakt en geurt naar de gewilligheid en liefde van onze oudste Broeder. Naar meer van Hem, Die goed zorgt voor Zijn broeders en zusters. Die totaal afhankelijk van Hem zijn. Behoren wij tot hen? Hij heeft ons lief en zoekt ons op door Zijn Woord en Geest. Hij helpt in onze lichamelijke, geestelijke of psychische nood. Hij heet ons welkom aan Zijn tafel, waar Hij ons voedt als het levende Brood en verkwikt door Zijn bloed en verzekert van de vergeving van zonden én de hoop op Gods heerlijkheid. Hoor Hem bidden tot de Vader: ‘Ik wil dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen.’ Ja, welgelukzalig zijn zij die het Woord horen en doen.
J. Prins
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 2010
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 februari 2010
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's