Bewaar! [2]

Bewaar! Paulus doet dit krachtige appèl op Timotheüs, omdat er vaak schaamte voor het evangelie is. Alsof het geen goede boodschap zou zijn. Alsof het een schat is, die niets voorstelt. Alsof het anti-intellectueel zou zijn. Daarom schrijft Paulus hem (vers 8): 'Schaam u niet voor het getuigenis *< -H9»onzeHeere'. Want het evangelie is wél een goede boodschap! Het stelt wél wat voor, ja, het stelt alles voor! Zullen wij ook het evangelie zo bewaren dat we ons er niet voor schamen? Dat hoeft niet. Het is echt een goed pand. Wantje zult maar in leven en sterven, met al je hebbelijkheden en onhebbelijkheden, het eigendom van Christus mogen zijn! Daarom: bewaar het goede pand!

Er is nog reden voor Paulus' appèl. We lezen die in het vers, volgend op onze tekst: Timotheüs, je weet dat er in Azië zijn, 'die zich van mij afgewend hebben'. Waarom? Zij accepteren Paulus' radicale verkondiging van zonde en genade niet. Helaas is aan dat afwenden nog geen einde gekomen. Ook onze kerk en gemeenten hebben er- | mee te maken. Waarom? Ach, daarvoor zijn allerlei, dikwijls begrijpelijke, motieven. Maar zit het ten diepste niet hierop vast dat men niet wil buigen voor het gezag van Gods Woord? Het pand is pas goed, als het aan eigen wensen is aangepast. Lopen ook wij niet dat gevaar? Ook daarom bindt de apostel ons op het hart: bewaar!

Eveneens met het oog op dwaalleraars (hoofdstuk 2 en 3) roept Paulus ons toe: bewaar! Actueel: wij hebben er net zo goed mee te maken. Soms duidelijk: als ontkend wordt dat Christus voor onze zonden gestorven is aan het kruis en dat Hij waarlijk is opgestaan. Of als we geconfronteerd worden met aantrekkelijke gedachten uit andere godsdiensten, die 'een balsem voor een speurende geesf kunnen zijn. Soms weet de duivel dwaalleer te verbloemen: bijvoorbeeld door ons voor te houden dat iets is van de Heilige 'Geest, terwijl het in feite stamt van onze eigen (onheilige) geest. In al zulke situaties gaat het erom het pand van het evangelie te bewaren.

Een laatste aspect: we hebben het evangelie te bewaren te midden van aanvechting. Daarover heeft Paulus het in vers 8 en 12: 'Lijd verdrukkingen met het evangelie, Timotheüs.' Uit eigen ervaring weet de apostel dat dat niet makkelijk is. Als je leeft in een geseculariseerde wereld, als je collega's hebt die het geloof belachelijk maken, als je gezondheid te wensen overlaat, als de duivel je aanvecht en je voorhoudt dat het geloof een farce is of dat je een veel te groot zondaar bent of dat er geen hemel en geen hel bestaat, - wie zou dan het goede pand van het evangelie soms niet willen loslaten? Niet doen! roept Paulus ons toe, niet doen! Bewaar het! Bewaar het tegen alle verslapping in, tegen alle verleiding in, tegen alle moedeloosheid in. Want wie het loslaat, komt voor eeuwig om. Daarom: bewaar!

Als u nu zegt: 'Dat lukt me niet; daar heb ik niet genoeg geloof voor' - dan antwoordt Paulus als het ware in onze riend tekst: lieve mensen, we hoeven het niet in eigen kracht te doen. Dat bewaren hangt niet af van ons geloof en van onze kennis. Want de Heilige Geest is ont' er! 't Is niet voor niets Pinksteren geweest. 'Bewaar het goede pand, dat u toebetrouwd is, door de Heilige Geest.' Heerlijk dat dat er staat! Daar ben ik mijn God oprecht dankbaar voor. U toch ook? Want ons geloof: bij het minste zuchtje wind gaat het al omver. En sinds Pasen ligt de duivel wel vast aan de ketting; maar rammelt hij er een tel mee, dan slaat de schrik ons om het hart. En o, hoe dikwijls vallen we uit zwakheid in zonde. Hoe vaak twijfelen we niet aan Gods liefde en trouw. Wat moet er in Godsnaam van ons bewaren terechtkomen?

Daar komt in Gods Naam alles van terecht! Want nogmaals, Paulus schrijft: 'Bewaar het goede pand, dat u toebetrouwd is, door de Heilige Geest!' Die en wil en zal het, ja, Die doet het. Dat kan niet missen. Want - voegt de apostel eraan toe - Hij 'woont in ons.'

Voor de vrome mens klinkt dat veel te makkelijk. En wie het evangelie links laat liggen en geen goddelijk pand nodig heeft, die heeft ook geen belang bij een Geest, Die in ons woont. Maar ieder ander zal zich verwonderen en zeggen: 'De Heilige Geest, Die in ons, Die in mij woont? Kan toch niet? ' Nee, kan ook niet. Maar arme zondaren, die niets kunnen, die 'bewaren' niet lukt, die slechts weten te roepen: 'Heere, help me!' - in hen, nota bene in hen woont de Heilige Geest. Variërend op een Jesajawoord (66 : 2): 'In dezen zal Ik wonen: in de arme en verslagene van geest, en die voor Mijn woord beeft'. Is ons dat niet verzekerd in de heilige doop? ! Zo zeker het water aan ons voorhoofd parelt, zo zeker mogen we het ervoor houden dat de Heilige Geest in ons woont. Laat deze wetenschap u nooit afpakken. Pleit op deze belofte voor de troon van Gods genade. Vergeet ook dat prachtige antwoord van onze Heidelberger niet: 'Wat gelooft u van de Heilige Geest? - Dat Hij God is en dat Hij ook mij gegeven is'.

Zo zal het gebeuren, ook anno 2001, dat we bewaren, te midden van lijden en aanvechting; dat we bewaren, al is er schaamte en laksheid; dat we bewaren, al laat iedereen 't zitten. Want dit kostbare pand van het evangelie dat de Heere Jezus om mijn zonden is overgeleverd en is opgestaan tot mijn rechtvaardiging, - daarmee kunnen wij leven, daarmee willen wij sterven, daarvan gaan wij zingen, daarvoor zullen wij danken. 'Mijn God, U zal ik eeuwig loven, omdat Gij 't hebt gedaan!' Daarom: 'Bewaar het goede pand, dat u toebetrouwd is, door de kan Heilige Geest, Die in ons woonf.

H. J. LAM, NIEUWERXERK AAN DEN IJSSEL

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen