Voor Zijn kinderen een Toevlucht

Wat een heerlijke tekst! Wie de Heere vreest mag vertrouwen in een sterke God. Onze tekst noemt nog meer 'voordelen' van een leven in de vreze Gods. Hij zal voor Zijn kinderen een toevlucht wezen. Voor allen die Hem als Vader hebben leren kennen, is Hij een veilige schuilplaats. Dat geeft. de gelovigen iets onaantastbaars. Néé, we zijn nièf van' staaT, we schuiven de moeilijkheden niet luchthartig of hooghartig opzij. We houden ons niet groter dan we zijn, alsof we ons leven altijd onder controle hebben. Het geloof kent zijn diepe vertwijfeling, onzekerheden, Vragen: 'Heere, het lijkt soms alsof U zover weg bent, in mijn verdriet en nood, kan ik zo'n behoefte hebben aan Uw aanwezigheid'. Of die andere vertwijfeling: 'Als mijn hart koud en ongevoelig is, schrik ik van mezelf. Ik kan soms met vrezen en beven denken aan die grote dag dat ik voor U moet verschijnen, en 'wij voor U staan, niet zoals anderen ons zien, maar zoals U ons ziet'. v

Wat doen wij met onze vragen? Het slechtste dat we kunnen doen is er volledig door in verwarring raken, of alles wegstoppen, en onze noden ontkennen. Uiteindelijk houden we dan ons leven in eigen hand. We sluiten ons op in onze radeloosheid: voor mij is er geen uitkomst, of we praten hoogmoedig over onze zorgen en noden heen. Maar in beide gevallen blijven we gevangen in onze moeilijkheden.

Het beste dat we kunnen doen is met al onze noden voor Gods aangezicht komen. Door twijfel en ongeloof niet wegblijven van de troon van Gods genade. Door hoogmoed en ontkenning niet proberen onze zaken zelf op te lossen. De enige weg die overblijft is vluchten, de toevlucht nemen tot deze God, Die een schuilplaats is.

'Ten dage als ik vrees, zal ik op U vertrouwen.' 'Gij zijt mijn schuilplaats en mijn schild, op Uw Woord heb ik gehoopt.' 'Het is beter tot de HEERE de toevlucht te nemén dan op mensen te vertrouwen.'

Laten wij met werkelijk él onze vragen, van welke aard ze Ook zijn, tot de Heere vluchten. Want in de vreze des HEEREN is een sterk vertrouwen: Hij is groot in macht, groot in liefde, groot in genade en ontferming. Mild in het schuldvergeven. De Heilige Geest is uitgestort om ons de beloften van God indachtig te maken. Het is Zijn werk om vermoeide zondaren tot rust te brengen in de Heere Jezus Christus. Hij fluisterst allen die ootmoedig voor Hem knielen toe. 'Het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle zonden.' Door dat bloed word je behouden, door Zijn offer tot kind van God aangenomen. En er is geen vader die zo goed voor zijn kinderen zorgt als deze God en Vader. Hij zal voor Zijn kinderen een toevlucht wezen. Kinderen van de Vader, dat zijn allen die hun zonden aan de Zoon van de Vader hebben leren overdragen,

Nu mogen we onzé tekst ook anders vertalen. Onze vertaling leest 'Zijn kinderen', dat is Gods kinderen. We kunnen echter zijn kinderen ook met een kleine letter schrijven, en dan is de betekenis: Hij zal zijn kinderen, dat wil zeggen, de kinderen van degenen die de Heere vrezen, een toevlucht wezen. Die vertaling is wellicht beter. In het Oude Testament wordt namelijk maar een paar keer gesproken van de gelovigen als kinderen van God. 'Gij zijt kinderen van de HEERE, uw God, daarom zult gij u niet snijden' (Deut. 14 : 1). Maar dat is één van de zeer weinige plaatsen. Zien wij in dé kinderen, kinderen van hen die de Heere vrezen, dan' is onze tekst een machtige belofte voor onze kinderen. God zal voor hen een toevlucht wezen.

Weten onze kinderen dat? Vertellen we hun wie de Heere voor hen wil zijn? Leren we hun dat zij alles aan de Heere mogen voorleggen, waar ze blij mee zijn, waar ze het moeilijk mee hebben? Vertellen we hun dat ze eerbiedig om vergeving mogen vragen als er iets is dat méér betekenis voor hen heeft dan de levende God?

En als zij met vragen komen: 'U lijkt alles zo zeker te weten, maar ik word heen en weer geslingerd, mijn omgeving zegt heel andere dingen dan u mij hebt verteld. Ik kan niet geloven op de manier waarop u gelooft. Wat voor u zo zeker is, is voor mij helemaal niet zo zeker'. Proberen wij hen dan te helpen? Wijzen wij hun de weg? Dat zij (en wij, die misschien veel minder stevig in onze schoenen staan, dan zij denkèn) tot de Heere mogen komen met een hart vol vragen. Om juist van Hem het ware geloof te ontvangen. Vertellen wij hun dat zij met een leeg hart mogen komen, zodat Hij hét kan vullen met Zijn liefde? Spreken wij met hen over de beloften van God; die Hij ons bij de heilige doop geschonken beeft? Dat Zijn Geest in ons wil wonen en werken?

Hij zal voor Zijn kinderen een toevlucht wezen. Er is geen situatie te bedenken die buiten het bereik van deze belofte valt. Geen moeilijkheid is voor onze God te onbelangrijk om Hem ermee 'lastig te vallen'. Lichamelijke zorgen, psychische noden, geloofsvragen, moeilijke situaties thuis, op school, op het werk. Emotionele beschadigingen' uit het verleden, geloofsvragen in het heden, angst voor de toekomst. Hij is een schuilplaats, een toe-

vlucht, een veilige haven. Met deze belofte mogen we tot de Heere naderen. Zo is het gebed veel meer dan 'het is het proberen waard, wie weet helpt het'. Zo worden we bewaard voor moedeloosheid als Gods weg een andere weg blijkt te zijn dan wij hadden gehoopt Gods belofte is de grond van de hulp en verwachting van allen die de Heere vrezen en liefhebben. 'En toch, hoe het ook gaat, U bent mijn toevlucht, en U zult niet beschamen degene die op U hoopt'

P. J. den Admirant

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen