ALS U WILT… IK WIL

Aanbidden, klagen, danken. Het zijn verschillende ‘gestalten’ van gebed. Ook vragen is een gestalte van bidden.

In onze tijd doen veel (kerk)- mensen wat laatdunkend over de vraaggestalte. We hebben zo onze argumenten. Vragen is zo egoïstisch, zo dwingend. We moeten de Heere niets voorschrijven, maar ‘vrij’ laten. Vragend bidden getuigt van een kinderachtig godsbeeld, niet(s) vragen is een blijk van een volwassen geloof.

Ds. E.K. Foppen is predikant van de hervormde gemeente te Gorinchem.

De komende weken gaat het ? vanuit het Lukasevangelie ? over bidden. Vandaag deel 1: Het vraaggebed en de wil van God.

LEUGENS

Hoe waar bovenstaande argumenten soms ook zijn, ze kunnen als ‘waarheden’ ook leugens dienen. Welke leugens? Ik denk aan twee leugens. Allereerst de leugen dat de HEERE geen ‘handen’ heeft en dus onmachtig is om in te grijpen. De tweede leugen dat Hij ten diepste helemaal samenvalt met ons eigen kleine mensenbestaan. Bidden is dan vooral met jezelf praten. Juist in onze tijd gelden de woorden van K.H. Miskotte: ‘Het vragen te willen uitschakelen als een gênante zaak zou een geestelijke schade zijn, een terugwijken voor moderne redeneringen, die wetenschappelijk en wijsgerig geen steek houden, maar die vooral gekenmerkt zijn door de misvattingen van de oningewijde, de buitenstaander, de toeschouwer, die vreemd is aan het heilgeheim van het geloof.’ Laten we ook in ons bidden ons niet laten benevelen door de mistige tijdgeest die ons, met vroom klinkende argumenten, laat wegdwalen bij de levende HEERE. Laten we loven en danken, klagen én vragen. Bekeer u (opnieuw) tot de waarheid van het psalmvers dat u misschien wel als eerste leerde: Opent uwen mond; Eist van Mij vrijmoedig, Op Mijn trouwverbond; Al wat u ontbreekt, Schenk Ik, zo gij 't smeekt, Mild en overvloedig.

DE MOED DER HOOP

Jezus is in een van de steden van Galilea. Ziet, zo schrijft Lukas. Hij wijst op een melaatse man. Dat is inderdaad bijzonder. Zon man heeft immers niets in de stad te zoeken. Hij mag er met zijn onreinheid niet eens zijn. Toch is hij er. Heilige brutaliteit ? of was het de moed der hoop ? had hem de stad doen ingaan. Hij ziet Jezus en valt voor Hem neer. Duidelijk is dat de man niet twijfelt aan de macht van Jezus. Jezus kan hem reinigen.

Eerbied is een goede zaak. Bidden is immers spreken tot de Allerhoogste

Heere, als U wilt, kunt U mij reinigen. In de constatering is de vraag opgesloten. Het hangt niet af van de macht, maar van de wil van Jezus! Zou Jezus hem willen reinigen? Zou Hij hem als ‘levende dode’ tot leven willen wekken, zodat hij weer mens kan zijn, de synagoge kan bezoeken en zijn plek te midden van familie kan innemen?

WILLEN

In veel van onze (vraag)gebeden komt het werkwoord ‘willen’ voor. Wilt U…wilt U….wilt U. Waarom gebruiken wij dat woord zo vaak in onze gebeden? Is het omdat wij niet zozeer twijfelen aan Gods macht, maar wel aan Zijn bereidheid (= wil) om ons brood te geven, genadig en nabij te zijn? Of vinden we het wat minder dwingend, en dus wat eerbiediger klinken? Waarschijnlijk is het laatste het geval. Eerbied is een goede zaak. Bidden is immers spreken tot de Allerhoogste. Niet voor niets werpt de melaatse zich voor Jezus neer op zijn aangezicht. Het is echter maar de vraag of het veelvuldige gebruik van het werkwoord willen in onze gebeden een uiting is van eerbied. Het moet ons te denken geven dat we dit werkwoord nauwelijks tegenkomen in de gebeden in de Bijbel.

Niet in de Psalmen, maar ook niet in het Onze Vader. Heeft het veelvuldig gebruik van ‘willen’ niet als bijwerking dat er twijfel ontstaat aan Gods bereidheid om te vergeven, genadig te zijn en ons brood te geven? Zou hierdoor niet veel twijfel en onzekerheid zijn ontstaan en worden gevoed? Wordt het godsbeeld dan niet gruwelijk misvormd? Ook hier zijn de woorden van eerder genoemde psalm 81 van toepassing.

GENEZING

Jezus antwoordt de melaatse direct. Ik wil het, word gereinigd. Hij geneest de man. Niet alleen door woorden, maar ook door hem aan te raken. Dat is bijzonder. Een genezing door alleen woorden zou veiliger zijn. Maar Jezus laat Zich besmetten. Hij neemt de onreinheid op Zich. Zo openbaart Jezus de wil van God. Wat God wil, is geen vraag meer. Vraag daarom maar zonder ‘wíllen’!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen