MEDITATIE
Het ééne noodige!
Zoo God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? Romeinen 8 vs. 31b.
De apostel Paulus doet ons in het voorafgaande de gulden keten der zaligheid zien. Want die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook verordineerd den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de eerstgeborene zij onder vele broederen ; en die Hij tevoren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd, en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt.
En wanneer de apostel, zoo afdalend in Gods uitverkiezende liefde, een samenvatting gegeven heeft van de daaruitvoortvloeiende weldaden des heils, dan roept hij de Romeinen toe, staande in de vrijheid der kinderen Gods : „Wat zullen wij tot deze dingen zeggen? Zoo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? " Let op dat woordje „Zoo" en vraag, of ge 't ook zoo kent in eigen leven !
"Zoo" beteekent hier niet „indien" in den zin van twijfel. Het tekstverband leert ons anders. Paulus wil dit zeggen : Als het nu zoo is, dat God voor ons is, wanneer wij krachtens Gods genadige verkiezing onwederstandelijk geroepen en gerechtvaardigd zijn, wie zal ons dan nog tegen kunnen zijn. Dat is dus zekerheid, groote stelligheid.
Hoe blijkt dat ook uit het volgende : „Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken ? Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods ?"
God voor ons ! Dat houdt de volle zaligheid in. Wie zal het onder woorden brengen. Een druppel zaligheid is al zooveel, maakt de ziel in liefde dronken. Maar hoe kan dat ? God is heilig, een wreker der ongerechtigheid. Hij is in den hemel en wij zijn op de aarde, wij zijn zondige menschen, onrechtvaardig, bezoedeld met schuld. Hebt ge ook leeren verstaan wie ge zijt, waar ge betrokken werdt in het gericht Gods door den Heiligen Geest, die overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel? Nietwaar, dan kan de Heere toch niet voor u zijn ? Hij komt u tegen in de openbaring van Zijn heilig recht en betoont Zich aan u een worstelaar. Hoe kan Hij die te rein van oogen is, dan dat Hij het kwade aanschouwe, met u, den onreinen, schuldigen mensch gemeenschap hebben ? Die in het vleesch zijn, kunnen Gode niet behagen.
Maar hoor nu wat genade is. Toch wil de heilige God nog bemoeienis hebben met doemschuldige zondaren. Hij ziet om naar menschen die naar Hem niet vragen, ja die de verzenen tegen de prikkelen slaan. Paulus is er een levend bewijs van, want hij mag weten met de lezers van zijn brief dat God met hen is. God heeft vrijmachtig onwederstandelijk ingegrepen in hun leven. Ze zijn niet meer, die ze vroeger waren. Ze zijn niet meer in het vleesch omdat de Geest Gods in hen woont.
„Hebt ge ook den Heiligen Geest ontvangen als gij geloofd hebt?" Op deze vraag van Paulus hebben de Efeziërs geantwoord : „Wij hebben zelfs niet gehoord of daar een Heilige Geest is". En wat antwoordt gij lezer(es) ? Ge hebt wel van Hem gehoord nietwaar? Maar woont Hij in u ; kent ge Hem uit Zijn eigen werkingen als de Vriend van den Bruidegom? Velen kennen Hem zoo niet en openbaren die onkunde op z'n slechtst door openlijke vijandschap als over het werk des Geestes gesproken wordt (in het mededeelen van wat God de ziel deed ondervinden). En dat, terwijl toch niemand kan zeggen Jezus den Heere te zijn dan door den Heiligen Geest. Door den Heiligen Geest alleen worden we met Christus verbonden en bediend uit de vrucht Zijner vernedering en verheerlijking. Zoo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe, die is Zijn eigendom niet. (Rom. 8 : 9). En dat is het ergste wat er is. Want dan is God ons tegen !
Alleen in Christus, in Immanuël, d.i. God met ons, de schuldbetalende Borg, is God vóór ons. Zoo is er dan geen verdoemenis voor degenen die in Christus zijn.
God voor ons . . . . . ! Is het niet soms zoo voor Gods kinderen alsof het omgekeerd is ? Dan, als de Heere ze leidt in wegen van druk, smart, vereenzaming of voor wat voor beproevingen dan ook.
Dan, als zij zichzelf „terugkrijgen" in al hun verwerpelijkheid. O, wat kan het dan stormen of benauwend stil zijn.
Maar toch dat is niet meer dan schijn, want in zulke tijden moet alles medewerken ten goede, juist omdat God met hen is. En daarom — hoe blijkt dat uit de uitkomst — het is nuttig verdrukt te worden. Druk is niet altijd een blijk van Gods toorn over de zonde, maar ook wel van barmhartigheid en bemoeienis des Heeren, n.l. dengenen die geoefend worden in de lijdzaamheid des geloofs.
Druk ondervindt dan ook ieder kind des Heeren. Denk aan een Jacob, aan een Job, aan een David. Wat hebben ze al niet tegen gehad. Wat een verdriet, wat een moeiten, wat een vragen hebben ze doorworsteld. En een Paulus werd om Christus' wil geslagen, benauwd en verdrukt. Om Zijnentwil had hij niet alleen den duivel tegen die hem sloeg met vuisten, maar ook de menschen die hem in boeien legden.
En toch, toch kon hij Psalmen zingen in den nacht! Omdat hij wist: „Zoo God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn". De Heere is zijn deel. Hij leidt zijn pad. God is zijn God in Christus en de Geest getuigt dit met zijn geest. En gij mijn lezer (es) ? Nog onverzoend met God? Is het nog nooit gekomen tot de aanbidding : „mijn Heere en mijn God ? "
Zoo God niet voor u is, dan is Hij tegen u en is daarom alles u tegen, dat werkt niets mede ten goede, dan moet alles, ook al die tijdelijke zegeningen en vele roepstemmen, uw oordeel verzwaren.
Maar zoo God voor ons is, wie zal tegen u zijn ? Hij, Die ook Zijn eigen Zpon niet gespaard heeft, maar Hem ook voor u heeft overgegeven. Hij zal u met Hem alle dingen schenken.
(Genemuiden)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 1946
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 oktober 1946
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's