Een Goddelijk Bevel
Maak u op, ga heen naar Zarfath, dat bij Sidon is, en woon aldaar. 1 Koningen 17 vers 9a.
Onze tekst is genomen uit de geschiedenis van de profeet Elia. Elia, de Tisbiet, van de inwoners van Gilead, heeft dikwijls mogen getuigen van de Heere en is menigmaal zelf een getuige geweest.
Meer dan een jaar heeft Elia reeds vertoefd aan de beek Krith. Op het bevel des Heeren heeft hij zich naar deze beek begeven. God verbergt hem. Noch Achab, noch een van zijn talrijke verspieders kunnen hem vinden. De raven vinden hem echter wèl. Des morgens brachten zij hem brood en vlees, desgelijks brood en vlees des avonds. De Heere heeft eens in de woestijn twee millioen mensen in het leven gehouden, nu onderhoudt Hij Elia, gelijk Hij elk schepsel nog onderhoudt. Doch èn het volk Israël èn Elia werden op een bijzondere wijze onderhouden. Raven, wie had dit gedacht? Maar als God werkt, wie zal het dan keren? Telkens zag Elia de getrouwheid van zijn God. Tweemaal daags waren de zegeningen nieuw. De hand des Heeren was niet verkort. Maar de Heere heeft andere plannen met Elia. God werkt zo wonderlijk. Het water van de beek raakte op. Eerst was het een stroompje. Daarna een geultje, vervolgens enkele plassen. De droogte laat zich ook hier gevoelen. Elia zal zelf gewaar worden de ontzettende inhoud van zijn woord: Zo waarachtig als de Heere, de God Israëls leeft, voor Wiens aangezicht ik sta, indien deze jaren dauw of regen zijn zal, tenzij dan naar mijn woord!"
Geen regen, geen dauw, dus geen water voor mens en dier, rivier en beek. De beek Krith is uitgedroogd. Hier wordt het geloof van Elia op de proef gesteld. Wat moet hij doen? Hij kan weggaan, maar, het is toch waar dat de Heere hem onderhouden zal? De Heere is een waarmaker van Zijn Woord. Elia zal niet van dorst omkomen, en ik denk dat hij gedacht heeft aan het woord van Abraham: De Heere zal voorzien! We maken ons soms zo druk, ook in deze felbewogen tijd, maar wie uit de hand des Heeren mag leven, teert op de kosten van God Almachtig. Daar aan de beek Krith heeft hij de worstelingen des gebeds gekend. Telkens heeft Elia het moeten uitleven: mijn God is Jehovah!
En daarom gaat Elia ook niet eigenmachtig weg van zijn schuilplaats. De Heere, zijn Heere, wist, wat Zijn knecht Elia nodig had. Hij wacht op de Heere. Zalig, wie dit kent. Op tijd en wijle wachten, dat de Heere door Zijn Geest en Woord onderwijst. Velen anticiperen, grijpen vooruit, zonder uitdrukkelijk bevel des Heeren. Dit zal altijd schade zijn voor het zieleleven, ja, het haalt een donkerheid over de ziel en niet zelden gebeurt het, dat de gevolgen zeer langdurig zijn, zo niet noodlottig. Elia mocht de Heere Zijn beloften voorhouden. „Hij zal hen nimmer om doen komen, in dure tijd en hongersnood”.
Toen geschiedde het woord des Heeren tot hem. De Heere spreekt tot Elia. Hij krijgt een bijzonder woord van zijn Bondsgod te horen. Let wèl, mijn lezers, de Heere brengt Elia hier geen water. We lezen er zo vlug over heen. Maar hier is voor Elia een beproeving. Met dit woord kan hij zijn dorst niet lessen. Zulk een bevel des Heeren kan alleen het geloof behagen. Indien er geen geloof bij Elia was geweest, dan ware hij in opstand gekomen of had in een doffe verslagenheid nedergezeten. Want hij ontvangt uit de mond des Heeren een bevel, dat tegen zijn vlees ingaat. De Heere zegt: Maak u op, ga heen naar Zarfath, dat bij Sidon is, en woon aldaar. We zouden zo zeggen: Heere, ge stuurt Elia nu net precies de verkeerde kant op! Regelrecht het gevaar in. Immers Elia moet nu zijn veilige schuilplaats verlaten. Waarom had hij niet op een steen kunnen slaan, met zijn staf? Of als Mozes weleer tot een rots moeten spreken? De Heere keurt Elia een diepe weg waardig, weer zal Elia moeten zien, erkennen en prijzen, dat zijn God Jehovah is.
De reis is lang en gevaarlijk, dwars door Kanaan heen, uit het Overjordaanse naar de kust, waar Sidon ligt. Dwars door woestijnen en wildernissen moet hij trekken. De ene droogte na de andere droogte zal hij moeten doortrekken. De profeet zal gelegenheid te over hebben om de machtige uitwerking van zijn woord te zien. Maar er is nog méér. Niet alleen is de tocht vol gevaar en moeilijk, doch Zarfath lag in het buitenland. Israël had ook deze Kanaanieten moeten onderwerpen, maar was nooit zover gekomen. En in dit heidense land lag Sidon, waarvan Ethbaäl, de schoonvader van Achab, koning was. Het lag voor de hand, dat Izébel haar vader wel eens verteld zal hebben van die beroerder Israels. Alweer een reden te meer om te zeggen: Elia, ge gaat de verkeerde kant op! En al zou Izebel nu eens niets gezegd hebben tegen Ethbaäl, dan nog zou het uiterlijk van Elia hem direct doen ontdekken temidden van de Sidoniërs en Feniciërs. Het was en bleef naar de mens voor Elia gevaarlijk. Doch de Heere weet, wat Hij doet. Al staren wij zo menigmaal in een duistere toekomst, al kan ons verstand het niet vatten en al moet ons vlees telkens helaas in opstand komen, later mogen wij soms leren verstaan, dat de Heere doet is goed! De God van Elia heeft het zo goed voor met deze profeet. Immers de naam Zarfath betekent: glashut of smeltoven. Het goud moet de smeltkroes in, maar gelukkig, als het goud in de smeltkroes is, dan is de smelter dicht in de nabijheid. De smelter wacht, totdat hij zijn beeld in het goud kan zien, dan wordt het fijne goud er uit gehaald, of liever, thuis gehaald. Zo moet Elia als des Heeren goud naar de smeltkroes. Al zijn vertrouwen in zichzelf zal teniet gaan. Alle staven, waarop hij leunde, zullen verbroken worden. Zijn vertrouwen zal alleen op de Heere moeten zijn. Gelukkig, als wij zo de smeltkroes ingaan. Ons vlees brult er soms tegen in, maar als nu de genade, des Heeren de overhand krijgt om dit te leren: Die van Christus zijn, hebben het vlees gekruist met de bewegingen en de begeerlijkheden. Wat wordt dit gemakkelijk gezegd, maar wat kost de beleving een strijd! Naar Zarfath, om gesmolten te worden. Heere, moet ik daarheen? O, als een mens dan met de Heere ééns mag worden en ééns zijn! Om te verstaan, dat de Heere ons geen kwaad doet. Uw doen is recht, o Heere! Om in te leven, dat een iegelijk zoon, die Hij liefheeft, van Hem gekastijd wordt. Dan leert de mens de roede kussen, dan is de Heere zo goed voor zulk een. Doe maar met mij, o Heere, wat goed is in Uw ogen. Geef, Heere , dat ik U moge zien. Dan kan dat Zarfath wel eens zijn gelijk een bloem, bepareld met de dauw des hemels, waarin de bij al zoemend binnenvliegt, om straks goud bestoven weer uit te komen. Vol van de geur en de poeder, waarvan ons het Hooglied spreekt, als de Bruid des Lams uittreedt in de lof en het gewaad van haar Koning, die tevens haar Bruidegom is.
Honing puren, verzadigd te worden in Zarfath, kent gij dit, mijn lezer?
Wat kunnen er dan een Zarfath's zijn in ons leven. Hier hoor ik er een klagen, in bittere pijn. De smart is zo fel, doch daar gaat de Zon der Gerechtigheid stralen. Nu wordt 't niet: ik móet lijden, maar: ik mag lijden! Nu ziet hij zijn Koning en mag troost putten uit Zijn woorden. Daar leert hij uit Christus te leven, uit Hem. Al is het, dat hij met diepe smart en fel grievende pijn moet voortwandelen, het juicht in zijn ziele: Ik heb genoeg aan de Heere!! Wat kan er dan in Zarfath gezongen worden: De Heere wilde mij wel hard kastijden, maar stortte mij niet in de dood! Ging onlangs niet iemand de operatietafel op met het zingen in zijn ziel: Hij is mijn lied, mijn psalmgezang! Hij was het die mijn heil bewerkte. Dies loof ik Hem mijn leven lang? Ja, daar was het ook in Hem wakker worden. De snaren van de æolusharp des harten waren gespannen en werden betokkeld door de adem des Geestes. Ik zal leven en niet sterven!
Maak u op, ga naar Zarfath?
Mijn lezers, zijt ge zo al eens in Zarfath geweest? Dan doet Ethbaäl u geen kwaad, noch de honger, noch de dorst. De Sidoniërs en de Feniciërs zijn aan banden gelegd. De Heere regeert, om u van uw zonden te reinigen, ook van uw onbekende zonden.
Hij regeert, om u te leren wie Hij is en wat Hij zal zijn tot in alle eeuwigheid.
Elspeet.
P. J. F. LAMENS.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 oktober 1950
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 oktober 1950
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's