Uit het kerkelijk leven
Gereformeerd en Ethisch.
De Nieuwe Kerkbode (officieel Orgaan voor de Ned. Herv. Gemeenten Charlois, Delfshaven, Feijenoord en Kralingen) van 15 October 1910 ligt voor ons.
Het is dus nog voor de bevestigingsrede van Ds. Keiler te Dordrecht, die 30 October 1910 plaats had.
Men lette daarop.
15 October dus lezen we in bovengenoemde Kerkbode een stukske uit Kralingen dat de moeite waard is hier te worden afgedrukt, om te doen zien, hoe een ethisch predikant (vóor de bevestigingsrede van 31 Oct.) over geref. predikanten en geref. prediking in de Ned. Herv. Kerk denkt.
We lezen dan:
De op 10 Oct. 1.1. gehouden stemming voor Gemachtigden van het kiescollege heeft aan den kandidaten der z.g.n. «gereformeerde* Vereeniging 'Schrift en Belijdenisch de overwinning bezorgd. Van de 404 uitgebrachte stemmen bleken er van 204—210 stemmen zich vereenigd te hebben op boven bedoelde kandidaten.
De Kralingsche gemeente heeft zich dus voor te bereiden, indien althans het Kiescollege gehandhaafd blijft, op de heerschappij van het »gereformeerd« beginsel.
Zoo'n stukje is echt! Vooral dat zoogenaamd, „gereformeerd." Die kan men voelen.
Nu slaan we de Nieuwe Kerkbode van 29 October op. We zijn dus nog vóór de bevestigingsrede van Ds. Keiler.
Men lette daarop. In No. 18 van de Nieuwe Kerkbode lezen we dan:
Daar het mij gebleken is dat er zijn die zich geërgerd hebben, bepaaldelijk aan dat: zg.n. - gereformeerden, verklaar ik gaarne, teneinde te voorkomen dat iemand der mede-redakteuren van »De N. K.« eenige schade zou lijden in zijn reputatie, dat ik er de schrijver van ben.
Wel verre van de uitdrukking »z.g.n. gereformeerde» terug te nemen, onderstreep ik ze nu nog eens. Het gereformeerde karakter van «Schrift en Belijdenis.« bestaat behalve in den onzinnigen haat tegen gezangen en den bijgèloovigen eerbied voor de stomme e, in een door en door bedorven opvatting van de leer der uitverkiezing. Naar mijn innige overtuiging heeft die opvatting met de gereformeerde leer, gelijk die bijv. in Catechismus en Doops-en Avondmaalsformulier voorgedragen wordt, de Verbondsleer, niets gemeen. En ik vind dat geen grooter ramp een gemeente kan treffen dan deze, dat de blijde boodschap van Gods liefde, die alle verlorenen omvat, zóó verknoeid wordt en verdraaid, tot zij op 't laatst precies het tegendeel zegt van wat de eigenlijke bedoeling is. Of die verknoeiing van rechts of links komt is precies 't zelfde.
J. P. VAN MELLE.
't Wordt er dus niet kalmer op. „Ik vind dat geen grooter ramp een gemeente kan treffen dan deze dat.... de z.g.n. gereformeerde predikanten die in de Evangelisatie te Kralingen optreden in een gemeente komen met hun z.g.n. gereformeerde prediking ...." zegt de ethische dominé Van Melle!
Dat gaat dus niet om enkele uitdrukkingen of manieren van éen Geref. predikant. Neen — dat gaat ovér de Geref. predikanten in de Ned. Herv. Kerk in het algemeen; over de geref. prediking, zooals die door velen wordt gebracht en door duizenden wordt begeerd.
Maar 't wordt nóg erger. Wat gelukkig dat die bevestigingsrede van Ds. Keiler in de couranten gestaan heeft bij stukken en brokken.
Nu moet het uitgespuwd worden. Hoort maar.
In het nummer van 4 Nov. der Nieuwe Kerkbode staat toch: (als antwoord aan een inzender, die geprotesteerd heeft tegen de woorden van Ds. Van Melle.)
.«Gij zult van mij'niet vergen dat ik uw schrijven uitvoerig beantwoord. Wat uwe meening aangaat, dat mijne reputatie — gij bedoelt die van «gereformeerd* predikant — er niet op vooruitgaat, slechts dit ééne: Ik verfoei met geheel mijn hart, geheel mijn ziel, geheel mijn verstand en met alle krachten zoodanige reputatie. Ik zocht haar nooit, bezat haar nimmer en kan ze dus ook maar kwalijk verliezen. Ik ben, in hoeveel gebrek dan ook, veel te gereformeerd in den goeden zin van 't woord, dan dat ik met dien naam ooit te koop zou loopen of staan naar eenige populariteit, die op zoo voozen grondslag berust. Zeg dat s.v.p. voort!
»U schijnt ds. Keiler van Dordt, vanwege zijn beginselvastheid, te bewonderen ? Ziedaar|nu een staaltje van «z.g.n. gereformeerdheid«! Ach! arme gemeente, arme kerk, die zulk een prediking als het nec plus ultra van «zuiver gereformeerd* beschouwtI Ik geef aan «de wereld* volkomen gelijk dat zij zich van zulk Christendom afkeert! Het is als het smakelooze zout, dat noch tot het land noch tot den mesthoop bekwaam is en nergens toe deugt dan om vertreden te worden.
«En het zijn predikers van zulk verdorven Christendom, die door de z.g.n. «gereformeerde* richting ook aan onze gemeente staan opgedrongen te worden! God beware ons er voor! Maar dat de gemeente zichzelve er ook voor beware!
Hoe vindt ge dat? Dé prediking van de Geref. predikanten, die in de Evangelisatie te Kralingen optreden, is dus de prediking van een verdorven Christendom.
En dat verdorven Christendom van de Geref. predikanten (Dr. de Lind van Wijngaarden, Prof. Dr. H. Visscher, Ds. Boonstra, Ds. Hupkes, Ds. Jongebreur, Ds. Heijer, Ds. Beekenkamp, Ds. Remme, Ds. van Toorn, Ds. den Oudsten, Ds. Goslinga, Ds. Deur enz. enz.) die in de Evangelisatie te Kralingen gewoon zijn op te treden is als het smakelooze zout, dat noch tot het land noch tot den mesthoop bekwaam is en nergens toe deugt dan om vertreden te worden.
Of de waarheid ook gehaat wordt. Of het ook noodig is te Kralingen te Evangeliseeren. Of het ook noodig is, dat er méér Geref. predikanten komen. Of het ook noodig is, dat we geld bijeen brengen voor het Leerstoelfonds!
Laat ons de daad bij het woord voegen!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1910
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1910
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's