De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

Stilstaan

6 minuten leestijd

Jerem. 6 : 16. Staat op de wegen en ziet hoe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin, zo zult gij rust vinden voor uwe ziel.

Er is een tijd om voort te trekken en er is een tijd om stil te staan. Voorttrek- 'ken moet Israël, als ze pas uit Egypte is verlost, aan het begin van haar woestijnreis staat en door Farao's achtervolging in een noodsituatie zich (bevindt. Stilstaan moet Israël, wanneer ze een in Kanaan gevestigde natie is, met een vrij lange geschiedenis achter haar. Het prille begin is overgegaan in een nuchter bestaan. Nuchter in de zin van alles gewoon vinden, vergeten wat God in het verleden gedaan heeft en niet meer blijmoedig zich schikken naar Zijn wil, maar eigen wegen willen gaan.

In deze periode van iets anders zoeken buiten God om zendt God Zijn profeet om het volk te manen tot bezinning. Laat Israël eens even stilstaan op haar weg van alle dag en terugblikken op wat geweest is. Hoe is Gods weg met haar in het verleden geweest, wat heeft Hij voor haar gedaan en wat heeft Hij tot haar gesproken? En ligt de weg van Israël in het verlengde daarvan? Beantwoordt Israels verhouding tot God in het heden aan Gods verhouding tot Israël in het verleden? Het antwoord is niet moeilijk te vinden, wanneer er maar niet wordt voortgehold. Eén moment van inkeer kan tot het inzicht brengen, dat het niet goed gaat. De onrust in de politieke verhoudingen, de dreigende ondergang, de redeloosheid en de dienst aan de vreemde goden getuigen ervan. Als Israël dat nu maar inzag! Dan zou haar stilstaan leiden tot een vernieuwde beslissing, een keuze voor God en Zijn wegen. En dat zou betekenen een nieuw begin voor land en volk in alle opzichten. Dan kan Israël in plaats van voorthollen weer voorttrekken, onder de leiding van haar God.

Dit profetisch vermaan komt op dit ogenblik tot ons. Want het lijkt wel een onveranderlijke levenswet te zijn: een veelbelovend begin vervalt tot een sleurgang, tot eigengereid zelf de weg bepalen, tot een dienen van zichzelf in verstarde zelfgenoegzaamheid.

We zien deze wet werken in de geschiedenis der kerk tot op heden. Reformatie — nadere Reformatie — het kra­keel der epigonen. Pril begin — gearriveerde orthodoxie met reacties — het zoeken van eigen wegen. En die trots is reeds voorgetekend in de apostolische tijd en daarna.

We ontkomen aan deze wet blijkbaar ook niet in ons persoonlijk leven. Het enthousiasme van de eerste liefde verkilt tot een alledaags christen-zijn en we worden de man buiten God om. De warmte van het kind zijn (van God) maakt plaats voor de koude sleurgang van iemand, voor wie het leven met God geen verrassingen meer biedt. En heimelijk gaan vreemde goden hun plaatsje in ons hart bezetten.

Zo is het dus nog nodig, dat de profeet ons een halt toeroept: Staat op uwe wegen. Ik weet wel: dat doen we niet graag. Jeremia zegt aan het eind van de tekst: maar zij zeggen: wij zullen niet. Dat is te begrijpen. Want we gevoelen, dat dit stilstaan een bedreiging vormt van onze koers. Die bezinning zal wel eens zeer ontdekkend kunnen werken. En dat willen we niet. We zien op tegen een algehele revisie.

Toch mogen we om Gods genade vragen, opdat we deze tegenzin overwinnen en tot werkelijke bezinning komen. Dan knielen we voor God en voor Zijn Aangezicht gaan we terugzien. We laten het licht van het Woord over ons afgelegde pad schijnen, we vragen naar de vrucht voor God en naaste, we vragen ook naar de vrucht voor onszelf. Het kan niet anders of er worden dan ontstellende ontdekkingen gedaan. Waar moeten we met zon leven na zulk een begin blijven?

In deze crisis zet het profetisch vermaan zich voort. Stilstaan en zich bezinnen kunnen nooit het laatste zijn. Want dan zouden ze tot wanhoop brengen. Maar de Heere doet ons in en na deze bezinning naar de oude paden vragen. Dat betekent met vanuit een gewaagde progressiviteit terugvallen in een veilig conservatisme. Dat zijn oude paden met kleine letters. Oud in de zin van ouderwets. En paden in de zin van verzande weggetjes. Maar het gaat om de Oude Paden met hoofdletters, zoals we Gods naam en Gods daden met hoofdletters schrijven.

De kanttekenaren commentariëren: paden der eeuwigheid, dat is, die God Zijn volk in voortijden altoos geleerd en geleid heeft om hen tot de zaligheid te brengen.

Deze oude paden zijn niet ouderwets maar antiek. Ze houden hun waarde en hun bruikbaarheid. Het plaveisel der eeuwigheid bedekt hen. Leersystemen en levensstijlen vergaan, maar deze oude paden blijven.

Het gaat dus om Gods paden met ons. Daarop terugzien maakt de bezinning vruchtbaar. Ze doet ons zien, dat al het door ons beproefde buiten God om van geen waarde is vergeleken met Gods beproefde pad. Dit pad blijkt nog de goede weg te zijn.

De Heere roept ons op om naar deze weg te vragen, opnieuw te vragen. We bemerken, dat we verdwaald zijn en de weg niet meer weten. God krijgt dan weer zijn kans. Hij onderwijst ons en leert ons van de weg die wij zullen gaan. Zo wordt ons vragen naar de weg een wandelen in de weg.

Een vernieuwde bekering heeft plaatsgevonden. Van onze weg afgebracht mogen we weer voorttrekken op de weg Gods. En we zien, dat het ons weer goed .gaat. Het onrustige hollen wordt een rustig wandelen. Met een vaste koers, met een evenwichtige gang en met een gevoel van veiligheid, omdat Gods hand ons leidt.

Jezus moet aan dit woord uit Jerem. 6 gedacht hebben toen Hij sprak: Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven (Matth. 11 : 28). We zien dan meteen de Nieuw-testamentische vervulling van dit woord. De oude paden van Gods handelen met Israël vinden hun eindpunt en hoogtepunt in Christus. En de goede weg is Christus.

Van die weg afraken is iets anders er op na houden buiten Christus. Dat andere kan wereldgelijkvormigheid zijn, maar ook onze vroomheid, ons modern levensgevoel maar ook onze verstarde rechtzinnigheid.

Gaan we echter vragen naar de oude paden, naar de goede weg, dan ontdekken we Christus, die staat met gespreide armen: Komt herwaarts tot Mij. Bekering wil dan zeggen: opnieuw Christus alleen overhouden en aan Hem genoeg hebben. En dat niet alleen voor een moment, de duur van een bijzondere belevenis, maar voor elke dag. We gaan wandelen in Christus, omdat Hij ons ook gegeven is tot heiligmaking. (Coll. 2 : 6)

Dan vinden we de rust, waarvan Jeremia en Jezus spraken. Opdat - we gaan op Gods wegen. 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's