De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

HET BLOED VAN CHRISTUS

5 minuten leestijd

En al het volk antwoordende zeide: Zijn bloed kome over ons en onze kinderen. Matth. 27: 25.

Wanneer een mens zich zo vergeet, dat hij zijn medemens, die ook naar het beeld Gods is geschapen, neerslaat, kleurt het bloed van de verslagene de aarde. Maar het doet meer. Het roept. Het heeft een stem. Het klaagt aan en beschuldigt. Zo hoorde God eens het bloed van Abel als een stem, die van de aarde riep, toen deze rechtvaardige door zijn broer, Kaïn, was doodgeslagen.

Hiermee zal het wel in verband staan, dat de oudsten van een stad, wanneer er in de nabijheid van hun woonplaats een doodslag had plaatsgevonden en zij geen aanwijzing omtrent de schuldige konden geven, voor de poorten van die stad onder meer hun handen moesten wassen als een teken, dat hun stad onschuldig was aan het bloed, dat daar voor hun stadspoorten lag te roepen. Anders bleef dat bloed aanklagend en beschuldigend roepen. Als zij dat echter gedaan hadden, sprak dat bloed althans niet meer tegen die stad en de inwoners daarvan.

Misschien heeft Pilatus aan deze oude instelling gedacht, toen hij Jezus overgaf om gekruisigd te worden en hij ten bewijze van zijn onschuld in het openbaar zijn handen waste. Het bloed, dat straks buiten de poorten van Jeruzalem de aarde ging kleuren, zou tegen hem niet kunnen spreken. Dat was althans zijn hoop.

Hoe dit ook zij, zeker is, dat het volk overtuigd is, dat het door het bloed van Christus noch aangeklaagd noch beschuldigd zal worden, ook al staat het nu door overpriesters en schriftgeleerden misleid als een bezetene om de kruisdood van de Nazarener te schreeuwen. Als die straks aan het hout gehangen wordt, mag het geen doodslag heten. Zo een, die zich God gelijk gemaakt heeft, mag niet meer leven. Dat is hun door hun leidslieden geleerd en bovendien zij gunnen hem ook niet anders, nu hij hun verwachtingen, die nog maar enkele dagen zo strak gespannen werden, in het minst niet heeft vervuld.

„Weg, weg met hem. Aan het kruis!" Zijn bloed? Zij noch hun kinderen zullen daar zogezegd iets van krijgen. Dat van Abel heeft naar de hemel geroepen. Maar niemand is zo dwaas meer om te denken. dat dit bloed recht van spreken zal hebben. Het zal Gods toom heus niet over hen gaande maken. Het kome over ons en onze kinderen. De gerechtigheid uit de andere wereld hebben zij niet te vrezen. Die zal hun eerder dankbaar zijn, als de mens uit de stad en uit het leven is gedreven.

Dit is voor Christus wel een uiterst smartelijke zaak geweest. Hoe menigmaal heeft Hij dit volk willen vergaderen. Het heeft niet gewild en het bloed, dat Hij bereidwillig tot behoud van zondaren gaat storten, wordt bij voorbaat al onrein geacht en vertreden.

Dat is erg geweest. Maar er is nog meer! De Heere heeft het lijden, dat over Hem kwam, doorleefd als een drinkbeker, die Zijn Vader Hem te drinken gaf. Voor Hem is het de Vader, Die aan Zijn bloed ontzegt, wat aan het bloed van Abel wel was geschonken. Als Abel dood in het veld ligt, zegt God tegen Kain, dat Hij een stem hoort van het bloed van zijn broer. Maar Christus wordt, als men Zijn bloed uitdrijft, van Zijn Vader verlaten. Of Hij al kermt en klaagt. God antwoordt niet. Of Zijn bloed al aanklaagt en beschuldigt, God schijnt het niet te willen horen. Hij, Die geen zonde kende en geen zonde deed, wordt immers tot zonde gemaakt, opdat een zondig volk zou worden rechtvaardigheid Gods in Hem.

Maar deze veel geplaagde en zwaar lijdende Man van smarten heeft voor óns al evenmin gedaante of heerlijkheid, dat wij Hem zouden begeren of het aanzien waard achten, als Hij dat had voor de Heden uit Zijn dagen. Wij achten Hem ook een van God geplaagde en verdrukte te zijn en in ieder geval is het ons dwaasheid en ergernis, dat wij het leven buiten onszelf alleen in Hèm zouden moeten zoeken.

Maar God houdt Zich een ellendig en arm volk over. Dat is Zijn werk. Ellendig en arm, aan zichzelf en zijn schuld voor God ontdekt en in zichzelf hopeloos verloren. Wat wordt deze lijdende Knecht des Heeren zulke ellendigen en armen dierbaar! Hij zonde gerekend, opdat God hun zonden nooit meer zal moeten aanzien. 

Op Patmos zag de apostel Johannes in de geest een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natie en geslachten en volken en talen, zingend het lied van het Lam, dat hen Gode kocht met Zijn bloed. Op zijn vraag, wie dit toch wel waren en vanwaar zij toch wel mochten zijn gekomen, kreeg Johannes ten antwoord: Dezen zijn het, die uit de grote verdrukking komen en zij hebben hun lange klederen wit gemaakt in het bloed van het Lam. Daarom zijn zij voor de troon Gods en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel.

Zalig als een ellendig en arm gemaakt mens, van m'n hoogmoed en van m'n eigen gerechtigheid genezen, het leven en de zaligheid buiten mezelf in het bloed van Christus te mogen zoeken. Dat lere God ons. Dan roep ik het de Joden toch nog na: Zijn bloed kome over ons en onze kinderen. Zij het dan dat het anders bedoeld is, dan het voor de rechterstoel van Pilatus werd uitgesproken:

Hetgeen Uw vijand riep, tot zijn verderf en schade, Dat roep ik tot U ook, o, Heiland, vol genade, Maar tot mijn zaligheid, in vuriger aandacht: Uw bloed zij over mij, mijn zonden te versmoren. En op mijn kinderen, om 't kwaad hun aangeboren Te wassen en hun ziel te redden van gepijn. Zo zal der Joden vloek voor ons een zegen zijn.

(Revius) 

Zeist

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 maart 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's