De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

HET GETROUWE WOORD

7 minuten leestijd

Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben. 1 Timotheüs 1 : 15.

Dit woord klinkt als de schoonste muziek in de oren dergenen die Jezus liefhebben, muziek die in staat is alle droefheid uit te bannen en Gods Kerk te plaatsen in het badend licht der eeuwige ontferming. Overweldigd door het wonder van de vleeswording van Christus, schreef Paulus vanuit de enge gevangenisruimte dit woord aan zijn hulpprediker Timotheüs. Dit evangelie was hem een kracht Gods tot zaligheid geworden en hij spreekt dus waarlijk uit ondervinding als hij dit woord in zijn brief neerschrijft.

Hier is de korte samenvatting van die grote en goede boodschap, die eenmaal hemel en aarde vervulde in de „stille en heilige nacht", en straks de nieuwe hemel en de nieuwe aarde vervullen zal, als geen stille nacht, maar wel een heilige morgen zonder avond, eeuwig wezen zal.

Paulus laat de ambtsnaam van de Zaligmaker, Christus, voorop gaan. Het is zijn eigen ambt, waartoe Hij door Geesteszalving is aangesteld, om zondaren zalig te maken. Vergeten wij toch niet dat al Gods daden trinitarisch zijn, namelijk daden van de drie-enige God. De Vader zond Zijn Zoon en de Geest heeft op wonderbare wijze Zijn lichaam toegerust. Sprak Hij later niet dat Hij van de Vader was uitgegaan en dat Hij niet Zijn eigen woorden, maar de woorden Desgenen die Hem gezonden had, sprak? In de wereld vol jammer en ellende verscheen Hij als de gezonden Knecht des Vaders en in dit komen in de wereld schittert de eeuwige liefde Gods, die alzo lief de wereld heeft gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Hij is in de wereld gekomen op een manier waarin Hij tevoren niet in de wereld was. Want vóór Bethlehem werd het Woord geen vlees. In ons vlees verscheen Hij om in onze natuur de zwaarte te dragen van Gods toorn en om de duivel zijn macht te ontnemen.

In de wereld. Dat is de wereld waar wij op wonen, die met distelen en doornen begroeid is en vol is van zweet, bloed en tranen. De wereld waarop oorlogen razen, atomen springen, waar krankzinnigen-inrichtingen zijn èn kinderspeelplaatsen, waar over vrede geconfereerd wordt, maar waar ook met de laatste hartstochten gewerkt wordt aan een nog geraffineerdere ontwapening. Waarin de mensen hun hoge torens bouwen, maar waarin de doden liggen als een wèl-sprekend getuigenis dat er van de mens geen „heil en zegen" te verwachten is voor haar duurzame restauratie.

Christus Jezus verkeerde in deze wereld, hoewel de hemel Zijn vaderland is. Zullen wij om onzer ziele zaligheid niet vergeten dat Hij afdaalde in de noc^d der mensen? De mens allereerst, die zijn lentelijk leven en zijn paradijselijke versiering heeft verloren, is betrokken in Zijn machtig Middelaarswerk. De hemel ging achter ons op slot en een open hel grijnst ons aan. Zwervers zijn we, genoteerd voor de dood. Weet gij dat en is dat uw belijdenis? Wie de ruïneuze toestand kent van eigen levenshuishouding, klaagt mee: „Rust noch vrede wordt gevonden, om mijn zonden" ...

Doch luister naar het getrouwe woord: Gekomen ... om de zondaren zalig te maken. Kwam Christus Jezus als illuster exempel van humaniteit en solidariteit en naastenliefde? Ook daartoe, gewis! Wie het vatten kan, vatte het! Maar boven alles uit om zondaren zalig te maken. Dit gaat voorop en de andere genoemde zaken hebben in dit grote hun bestaansgrond. Wonderlijk toch dat velen die de lof bezingen van Jezus' humaniteit, solidariteit en naastenliefde, zich ergeren aan dit éne, dat boven alles is: zondaren zalig maken. Och ja, een natuurlijk mens verstaat ook niet de dingen die des Geestes Gods zijn.

Zondaren dat zijn mensen die bet grote doel hebben misgeschoten. Welk grote doel? De gewillige en blijde onderhouding van de Wet des Heeren. Is de zonde niet de a-nomia, d.w.z. de negatie van de Wet des Heeren? Achter de kribbe van de gekomen Christus, gloeit reeds de vurige vloek van de Wet, die straks de tweede Adam zal doden. Daarom behoren bij de kribbe en bij het kruis gebogen knieën en verslagen harten van mensen die klagen: „'k Ben door Uwe Wet te schenden, krom van lenden, vol van druk, benauwd van hart" ...

Zondaren, zijt gij dat? „Natuurlijk", zegt iemand, „waar vraagt u naar? " Ik vind dat ge al te vlot en te gemakkelijk toestemmend antwoordt, 't Is geen kleinigheid om ongeneeslijk ziek te zijn en straks te sterven zonder verzoening. Waarom weent gij niet bij zo ontzettend vooruitzicht? Hoort toe, er is iets aan te doen, er is alles aan te doen.

Neen, niet door ons, maar door Zijn Geest en Woord. Ach, als Jezus het van ons moest hebben ... Hoe de wereld, de slechte en de heel nette mensen. Hem ontvangen hebben, dat kunt ge zien op Golgotha. In de droeve optocht daarheen was alles ter been, de hoogeerwaarde heren incluis. Aan de ellendige toestand van zondaar-zijn, maakt Hij zelf een einde, door krachtig in te grijpen in ons leven. Is Paulus daarvan niet een sprekend voorbeeld?

Dat werk van de grote omwending neemt Hij voor Zijn rekening, door zalig te maken. Dat is: verlossen van het hoogste kwaad en brengen tot het hoogste goed. Hij haalt een mens weg van voor de poort der hel en brengt hem binnen in de poort des hemels. Hij ontrukt aan de duivel zijn prooi en straks maakt Hij ons los van het geweld van dood en graf. Zaligmaken dat is ook in dit leven dat wij bewaard worden door Zijn engelen en op reis naar huis adventsliederen zingen vol heimwee naar de morgen van het zalige nieuwjaar, een jaar zonder cijfers en zonder avond, want de tijd zal niet meer zijn.

Getrouw is dit woord, want de God der openbaring liegt niet. Er is niemand in de wereld te vertrouwen; de leugen is haast geworden tot een verpersoonlijkte duivel. God liegt niet, noch in Zijn bedreiging, noch in Zijn beloften. Vele leuzen worden er in de wereld (en ook in de kerk) aangeheven, die alle op hun beurt even schitteren als zeepbellen, maar spoedig barsten en niets nalaten wat de moeite waard is. Vraagt iemand: „Hoe weet u dat zeker dat Christus kwam om zalig te maken? " dan antwoorden wij: „God Zelf heeft dat gezegd, wij hebben Hem dat horen zeggen en wij moeten dat in deze wereld Hem nazeggen". Voor dit getrouwe woord is de Heere Zelf gerant met al de liefde van Zijn goddelijk hart. En de mogelijkheid van zalig worden ligt in de verrukkelijke gebeurtenis van de komst van Christus Jezus in de wereld.

O, dit getrouwe woord is alle aanneming waardig, het is waard om aangenomen en geloofd en beleden te worden!

Voor mij zie ik een bedroefd gezicht van iemand die steeds nog maar denkt dat dit getrouwe woord voor hem niet is. Ge gelooft het wel voor anderen, maar niet voor uzelf? Moet ge er nog langer de barmhartige God van verdenken dat Hij dit woord wel spreekt, maar eigenlijk niet meent? Wees niet ongelovig tot schade van uw ziel Ziehier een gebed voor u. „Heere, ik lees dat Paulus zich de grootste der zondaren noemt, maar ik belijd U dat ik dat ben. Ik zit vervlochten in mijn kwaad en na al mijn pogingen tot zelfverlossing ben ik nu ten einde raad. Ik hoorde in Uw naam vertellen dat Gij uit genade zalig maakt. Waardig ben ik het niet, maar ik geloof dat Gij het kunt, want er werd verteld dat het zalig maken van zondaren Uw ambt is. Hier ben ik dan, gezegende God, met al mijn kwaad, wees mij genadig en maak mij zalig".

Ik weet zeker dat Hij doet, wat Hij zegt, want het is een getrouw woord!

God geve Zijn Kerk, haar dienaren en hulppredikers, deze hartstocht dat ze door de stuwing des Geestes het getrouwe woord mag blijven verkondigen. Laten wij niet moede worden om in de bezeten wereld te zeggen: „Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaren zalig te maken!" En als iemand ons vraagt, al is hij nog zo begaafd in wereldse wijsheid: „Hoe weet u dat zo zeker? ", dan mogen wij zeggen: „Omdat het een woord van God Zelf is, dat ik uit Zijn mond heb behoord en vervolgens weet ik het zeker omdat ik de voornaamste der zondaren was, maar in mij is barmhartigheid geschied".

Ik roem in God, ik prijs het onfeilbaar Woord.

(Amersfoort)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 1961

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's