Kanttekening
De lijst met kandidaten, die vorige week weer in 'De Waarheidsvriend' was opgenomen, meldde 39 namen. Het is geweldig verheugend, dat een zó groot aantal vaak nog jonge mannen bereid is en gereed staat vanuit gereformeerd beginsel de vaderlandse kerk als dienaar des Woords te gaan dienen. Dat hieraan een zorgelijke kant zit, omdat het aantal vacatures maar beperkt is, is al wel eerder uiteengezet. Trouwens, het is niet voor het eerst in de geschiedenis van onze kerk dat zo'n situatie zich voordoet. Het is b.v. van Bernardus Smytegelt bekend dat hij onder dergelijke omstandigheden twee jaar op een beroep moest wachten. Voor de betrokkenen is zo'n voorbeeld maar een schrale troost overigens, want je zult maar in zo'n onzekerheid of er wel ooit een beroep komt moeten leven.
Doet de kerk in haar ambtelijke vergaderingen hier niets aan? Er is mij hoegenaamd niets van bekend. Doen de kerkeraden hier niets aan, als hun gemeente veel te groot is geworden voor het bestaande aantal predikantsplaatsen? Slechts zeer zelden.
Eén van de aspecten aan deze zaak is dat het goed is wanneer de kandidaten zeer regelmatig voorgaan in kerkdiensten. Zij krijgen dan wat oefening in het voorbereiden van een preek, wanneer zij dan tenminste niet bezwijken voor de verleiding zo vaak maar kan een oude preek op te dissen, maar steeds een nieuwe stof behandelen. Zij krijgen dan ook wat vaardigheid op de kansel en worden aan de gemeenten bekend.
Terzake van dit aspect kunnen kerkeraden en predikanten overigens wèl wat doen. Met ingang van heden. Waarom zouden dienstdoende predikanten en emeriti niet eens wat diensten 'elders' laten schieten, om aan de kandidaten wat ruimte te geven? Bovendien onthullen kerkbodes en vooral de vrijdagse editie van het Reformatorisch Dagblad dat een heel aantal predikanten het niet laat bij twee diensten, maar er min of meer regelmatig drie leidt (om van vier maar te zwijgen). Soms maken zij daarvoor verre reizen. Laten zij daar nu maar eens mee ophouden. En laten de kerkeraden wijzer worden en bij het uitnodigen van een gastpredikant gewoon eerlijk zeggen: dominee, als u die zondag al twee diensten heeft, hoeft het niet.
Als dit zou gebeuren zou er tenminste iets gewonnen zijn. In meer dan één opzicht trouwens. Er kwam wat meer gelegenheid voor de kandidaten wat beter bekend te worden en zij zouden merken dat de gemeenten en hun a.s. kollega's best blij met hen zijn en dat zij welkom zijn. De predikanten zelf zouden een wat rustiger zondag hebben. Dat komt hun gezondheid ten goede. Zij kunnen dan wat meer in hun gezin zijn. Het overbodig gejakker van hot naar haar wordt ingedamd en dat lijkt me gelet op de zondagsheiliging ook niet slecht. Tenslotte is het voor een predikant heel goed van tijd tot tijd eens ónder de kansel te zitten. Dit alles vraagt wat zelfverloochening, dat wel. Maar zonder deze kan toch geen dienaar des Woords in Gods kerk dienen? Als op dit punt kerkeraden en predikanten niet bereid blijken hun beleid eens kritisch te bezien en eventueel te wijzigen is er nog de predikantsvrouw. Ik hoop dat zij dit leest. Mogelijk kan zij dan...
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 december 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 december 1985
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's