Vragen en opmerkingen van lezers
Ik wil in dit nummer aandacht besteden aan enkele uiteenlopende onderwerpen, waarvan lezers hebben gevraagd ze in ons blad eens aan de orde te stellen.
STICHTING NEDERLANDS PREDIKANTEN FONDS
Iemand stuurde mij een circulaire van een pas opgerichte Stichting Nederlands Predikanten Fonds. Daarin staat dat het in de huidige periode van geestelijke en morele vervlakking en van de daarmee gepaard gaande onkerkelijkheid meer dan ooit van belang is dat de Nederlandse kerken haar taak, namelijk om het evangelie te brengen aan mens en maatschappij onverzwakt kunnen voortzetten. Een eerste vereiste daarvoor is de instandhouding van een wetenschappelijk gevormd protestants predikanten en theologen corps. De stichting vreest dat de predikanten door de toenemende onkerkelijkheid en de toenemende inflatie in hun salarissen en pensioenen getroffen zullen worden. Daarom is een fonds gevormd, waaruit uitkeringen kunnen worden verstrekt aan predikanten, gewezen predikanten en hun weduwen en wezen, die tot de stichting zijn toegetreden, zulks ongeacht het kerkgenootschap of elke andere geestelijke groepering, waartoe deze predikanten behoren.
In de folder staat verder dat één en ander geschiedt op een wijze gelijk nader in de statuten is omschreven. Nu is van die statuten verder niets opgenomen. Ook de inhoudelijke basis van de stichting, waartoe degenen die geholpen zullen worden moeten toetreden, wordt niet genoemd. Wel is het zo dat we zowel bij de bestuursleden als bij de commissie van aanbeveling diverse leden aantreffen, die tot de vrijzinnige richting behoren, en zelfs een leidinggevende functie hebben in de Ver. van Vrijzinnig Hervormden. Of het van alle personen geldt is moeilijk te beoordelen omdat er ook verschillende nietpredikanten bij staan. Maar in ieder geval geeft de samenstelling van bestuur en commissie van aanbeveling me gerede aanleiding sceptisch tegenover dit initiatief te staan. Te vrezen is dat deze niet kerkelijk gebonden stichting, die uitsluitend leden steunt, die bij haar aangesloten zijn, een sector van het predikantencorps zal helpen, waarmee we als gereformeerden bepaald niet op één stoel zitten. Het lijkt me goed het bestaan van deze folder hier te signaleren omdat hij kennelijk aan velen in den lande wordt toegestuurd.
DE PREDIKANTENNOOD
Eén van de lezers schreef over het gebrek aan predikanten waarover ds. Kievit ook in ons blad heeft geschreven. Behalve de grote stadsgemeenten, die bedankje op bedankje krijgen bij het beroepen van Herv. Geref. predikanten, zijn er ook andere gemeenten, kleine gemeenten soms, die jarenlang vacant zijn. De briefschrijver wijst op een kleine gemeente als Goudswaard, die al jaren vacant is. Sint Anthoniepolder is van 1922—1961 vacant geweest. Vaak kost het ook veel moeite om in de zondagse preekbeurten te voorzien. Sommige gemeenten zijn nooit vacant en bijzonder in trek, zo merkt hij op. Welnu, dit zijn allemaal geen nieuwe dingen. Er is al meer over geschreven. Inderdaad zijn onze grotere gemeenten met meerdere predikantsplaatsen vaak in een bevoorrechte positie ten opzichte van kleinere gemeenten, die het soms jarenlang zonder dominee moeten doen. Dan is het een voorrecht als er een flinke kerkeraad is die het werk weet aan te pakken.
Waar de briefschrijver echter ook op wijst — en daarom ga ik er hier op in — is dat door de vele vacatures de predikanten vaak overbelast zijn. Menigeen moet drie keer per zondag preken. Hij doet de suggestie dat onder ons de leesdienst maar weer eens in ere moet worden hersteld. Er zijn in de loop van de tijd heel wat ouderlingen geweest, die op voortreffelijke wijze een preek konden lezen in de gemeente, zó dat de gemeente er ook zeer door gesticht werd. Hij wijst op de gescheiden kerken waar dit ook voorkomt en vraagt zich af of onder ons de ouderling er zo ook niet veel meer bij betrokken moet worden, teneinde de taak van de overbelaste predikanten te verlichten. Het zou zeer waardevol zijn uit de brief bepaalde passages over te schrijven, want de briefschrijver wijst er verder nog op dat men in zulk werk ook geoefend moet worden, omdat er onder ons in dit opzicht geen enkele ervaring meer is (zelfs de voorlezer is afgeschaft).
Welnu, ik geef deze dingen hier maar door. Ik dacht dat er iets goeds zat in de suggestie uit deze brief. Ik weet echt wel dat in veel gevallen preeklezen wel eens 'behelpen' is geweest. Maar als er kundige lezers zijn, die in dit opzicht door God met gaven zijn gesierd, waarom zouden we ze dan niet inschakelen? En inderdaad moet het zo zijn dat we ook als gemeenten onderling eikaars lasten moeten dragen. Er zijn veel gemeenten, ook veel kleine groepen in de verstrooiing, die met moeite hun preekbeurtenrooster gevuld kunnen krijgen, en daarom zeer gebaat zullen zijn met hulp van buiten, met bereidwillige steun van gemeenten die het in dit opzicht beter hebben. Zouden die 'bevoorrechte' gemeenten dan ook niet eens een offer moeten brengen?
EEN PREDIKANT OVER DE ZONDAGSVIERING
Iemand stuurde mij een nummer toe van Hervormd Rotterdam, waarin een predikant het volgende betreffende het doorbrengen van de zondag (hij vertelt over z'n vacantie) schrijft: 'Dominees horen niet alleen in de kerk. Ze horen ook bij de boeiende, spannende en fleurige dingen in de wereld. Dat zouden veel Nederlandse predikanten wat beter moeten leren. Je ziet er bijna nooit een in 'de Doelen' of in de Schouwburg. Wij gingen met z'n vieren in ieder geval op die warme zondagmiddag gezellig naar de paardenrennen. Dat was spannend .. .’
Ik behoef hier niet veel aan toe te voegen. Het staat wel in schril contrast met het vorige stukje, waarin het ging over de predikantennood en de overbelasting van de predikant op zondag. Maar ja, er zijn sectoren in de kerk waar men maar één keer kerk heeft per zondag en waar de dominee dan met een preek je van een kwartier volstaat. Maar intussen denk je aan de Heidelberger Catechismus, waar inzake de zondag staat dat we dan tot de gemeente Gods komen om Gods Woord te horen, de sacramenten te gebruiken. God de Heere openlijk aan te roepen en de armen christelijke handreiking te doen. Het gaat er om, zo lees ik verder, de Heilige Geest in mij te laten werken en zo de eeuwige sabbat in dit leven aan te vangen. Ik zou niet weten hoe hier het paardenrennen mee gecombineerd moet worden. Het is een trieste zaak als dienaren van de kerk de gemeenten zo voorgaan inzake het doorbrengen van de zondag. De zondagsport raakt meer en meer ook in christelijke kringen geaccepteerd, terwijl de kerkdienst meer en meer naar de achtergrond wordt gedrongen. Iemand zei eens, als we per zondag maar één keer naar de kerk willen dan gaan we die ene keer óók niet goed. Je zou ook kunnen zeggen dat, als we op zondag zo volop van de wereld willen genieten, het onmogelijk is dat we de Heilige Geest in ons laten werken. Wat verdorren en verkommeren allerlei gemeenten niet omdat het rechte zicht op de zondag zoek is. Wanneer een gemeente zover komt dat met één dienst per zondag wordt volstaan, dan functioneert al spoedig ook die ene dienst niet meer. De zondagsheiliging is als het goed is, een zaak van vreugde in de dienst des Heeren. Wanneer we de zondag in die dienst kwijt raken zullen we spoedig staan bij de resten van wat eens bloeiende gemeenten waren. Men moet er in andere landen de gemeenten maar eens op aanzien. Eén dienst per zondag en een korte preek, maar verder een handjevol kerkgangers.
EEN OPEN BRIEF AAN HET CENTRAAL COMITÉ VAN DE WERELDRAAD VAN KERKEN
Iemand die behoort tot de R.K. kerk zond een open brief aan het centraal comité van de Wereldraad van Kerken dat in Utrecht vergadert. In de brief wordt gezegd dat de eenheid onder de christenen er één moet zijn in het gezamenlijk aanvaarden van de waarheden van het christendom. Over die waarheden mag onder christenen geen twijfel bestaan. Hij noemt vier punten als de kern: het geloof in een persoonlijk God, het geloof in een persoonlijk eeuwig leven na de dood, het geloof in Jezus Christus, God en mens, onze Verlosser en het geloof in de Liefde als het grootste ons door God gegeven gebod.
Met deze brief, die de opsteller mij toezond, betuigden personen uit verschillende kerken instemming. Laat ik er eerst van zeggen dat het een goede zaak is dat dit aan het centraal comité van de Wereldraad is geschreven. Wie de verslagen van de zitting van dit comité in de kranten leest komt tot de conclusie dat men niet anders bij de kop heeft dan politieke onderwerpen, terwijl over de kernnoties van het evangelie nauwelijks wordt gesproken. We zien hier de consequenties van een theologie, die uitsluitend gericht is op het hier en nu en die dermate verpolitiseerd is dat we nauwelijks nog van theologie kunnen spreken. De mens staat centraal in plaats van God.
Evenwel mis ik in de open brief het geloof in de Heilige Geest, die Heere is en levend maakt. Het is de Heilige Geest die ons de centrale waarheden van de Schrift doet verstaan en beleven, die geloof werkt waar het niet is en die het versterkt waar het aangevochten is. Die nadruk op het werk van de Heilige Geest, die werkt in mensen, die het uit Christus neemt en ons verkondigt, had eigenlijk in de open brief niet mogen ontbreken.
HANDOPLEGGING DOOR GODSDIENSTONDERWIJZERS
Meermalen ontvangen wij vragen of het juist is dat godsdienstonderwijzers wanneer ze in de gemeenten voorgaan bij het uitspreken van de zegen de handen op mogen leggen. Inderdaad is dat juist. Hulppredikers mogen bij synodaal besluit van februari van dit jaar, deze handoplegging verrichten. Het lijkt me goed dat hier nog eens te vermelden zodat het ook in de gemeenten bekend zal zijn. Gezien de vragen hierover is dit nodig.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's