De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Synode besprak manifest ambtsdragers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Synode besprak manifest ambtsdragers

9 minuten leestijd

Op 10 november 1987 werd in Barneveld een vergadering van hervormd gereformeerde ambtsdragers gehouden, die door ongeveer 800 ambtsdragers werd bijgewoond. Er werd toen een manifest aangenomen, waarin de synode dringend werd opgeroepen ervoor te zorgen dat in het proces van Samen op Weg een minderheid van gemeenten, die (federatief) samen op weg zijn, niet zou gaan heersen over een meerderheid, waar van Samen op Weg geen sprake is. Met name werd erop aangedrongen af te zien van de vorming van gefedereerde classes en er desnoods maar liever voor te zorgen, dat voor de gefedereerde gemeenten kerkordelijk geregelde verbanden zouden worden gevormd voor onderling overleg.
Op verzoek van een vijftal classicale vergaderingen was het manifest op de agenda van de synode geplaatst. Aan de bespreking zou geen besluitvorming verbonden zijn.

Synodestemmen
Ds. H. A. v. d. Pol, Boskoop, sprak als eerst zijn zorg uit over het proces. Met name de toelating van de Remonstranten achtte hij een verdere uitholling ervan. Hij vroeg erop toe te zien dat gemeenten en gemeenteleden niet uitgeschakeld zouden worden bij de voortgang van het proces. En dat gebeurt als met bezwaarden gen rekening wordt gehouden. In de nieuwe polders gaat Samen op Weg al zó van start dat van een hervormde gemeente geen sprake meer is. Daar blijken bepaalde afgescheiden kerken snel te groeien. De synode heeft de taak ervoor te zorgen dat de trein vol blijft met passagiers.
Ds. P. v. d. Kraan, Bleskensgraaf, schetste sfeer op de ambtsdragersvergadering in Barneveld. De betrokkenheid en de zorg waren tastbaar. Hij vroeg (opnieuw) of er bij de voortgang van het proces niet teveel vanuit de toekomst werd gedacht. In totaal zijn 130 gemeenten samen op weg, terwijl in nog eens 120 gemeenten een min of meer gevorderde vorm van samenwerking is. En dat op een totaal van 1700 hervormde gemeenten. Hij vroeg de hartekreet van het manifest serieus te nemen. Zorg voor afdoende maatregelen voor die gemeenten, die al samen op weg gaan en zorg er tevens voor dat al die gemeenten, die niet samen op weg willen ongemoeid blijven.
Oud. kerkvoogd R. Giethoorn, Arnhem, acht te het manifest een verdrietige zaak. Hij pleitte voor een goed kerkelijk gesprek. Hij wilde niet in categorieën van meerderheid en minderheid denken maar samen op weg gaan naar een nieuwe kerk zonder dat iemand achter blijven zou.
Ds. W. I. Doude van Troostwijk. Eerbeek, vroeg zich af wat de vaderlandse kerk is. We moeten oppassen voor het gebruik van termen, die we niet meer kunnen actualiseren. Het gaat om een vaderlandse kerk in 'actu'. Hij sprak uit dat de kerk de Gereformeerde Bond, met haar nadruk op de belijdenis en de beleving daarvan, niet kan missen. 'U zegt toch niet: in het isolement ligt onze kracht?'
Ds. B. K. W. Dijkstra, ter Heijde aan Zee, achtte het manifest een pleidooi voor een vrijblijvende status quo en vond dat de hervormd-gereformeerde ambtsdragers hoog van de Barneveldse toren hadden geblazen, waar ooit Jan van Schaffelaar van af gesprongen was.
Ds. T. J. Jansen Schoonhoven, Almen, meende dat de Gereformeerde Bond de band van de fiets van Samen op Weg wilde laten leeg lopen. Hij betwijfelde de zorg om en liefde tot de kerk niet. Maar federatie is nog geen fusie. Hij vroeg zich af of het 'nee' van vele gemeenten 'altijd nee' betekende. We te mogen elkaar vragen open te staan voor groei. Er wordt teveel gedacht vanuit de onwil. Samen op Weg is geen deelproces, want we maken allen deel uit van de ambtelijke vergadering, die 'ja' gezegd heeft tegen het proces. Er dient meer respect te zijn voor de besluiten van de ambtelijke vergaderingen.
Ds. Joh. Brezet, Spijkenisse, sprak uit zijn ervaring van een verdeelde classis (Flakkee). Samen op Weg kan nooit erger zijn dan het nu is. Veel Gereformeerde Bonders verkeren al in een minderheidspositie en tonen goed kerkelijk besef.
Ds. R. A. Grisnigt, Bennekom, vroeg waarom de er bij federatie van classes niet uitdrukkelijk sprake is van afzonderlijke hervormde en gereformeerde classes, die afzonderlijk samen komen.
Oud. Kerkvoogd H. Reurink, 't Harde, signaleerde, dat het ook in andere delen van de kerk als de hervormd gereformeerde sector niet zo gladjes verloopt met Samen op Weg. Hij vroeg mogelijkheden te scheppen waardoor verontrusting over dwang zou worden weggenomen.
Ds. A. Tromp, Maarssen, noemde het manifest een cri de coeur. Er is nood bij een groot deel van de kerk. Ook allerlei gemeenten, die niet tot de Gereformeerde Bond behoren, kunnen zich zeer wel in het ­manifest vinden. De diepste zorg is de belijdenis. Als de remonstranten nu ook bij het proces kunnen aansluiten, wát is dan de 'Verklaring van Overeenstemming inzake het samen kerk zijn' waard? En wat gebeurt er met de Dordtse Leerregels? Op z'n minst moeten we gaan zeggen ernstig rekening te houden met een groot deel van de kerk (met ook een groot aantal kerkgangers), dat grote moeite heeft met het proces. Zijn we al niet te veel bezig met het opstellen van regels en met organiseren? We moeten een weg vinden om met de fundamentele dingen bezig te zijn.
Ds. R. van Kooten, Soest stelde dat er een inconsequentie is in het Samen op Weg proces. Op classicaal niveau zullen fricties ontstaan. Gefedereerde gemeenten in niet-gefedereerde classes zullen geen schijn van kans maken. Niet-gefedereerde gemeenten in gefedereerde classes komen in een dwangbuis. Hij stelde een motie daaromtrent in het vooruitzicht bij het volgende agendapunt, als de bekrachtiging van de besluiten van de combi-synode aan de orde zou zijn. Hij rekende op behoorlijke steun van deze motie maar was bereid deze niet in te dienen wanneer het moderamen zou toezeggen een studiecommissie in het leven te roepen, die deze problematiek, die in het manifest ook duidelijk aan de orde is gesteld, zou bestuderen. Het moderamen deed later deze toezegging.
Oud. C. Hovestadt, Rhenen, zei dat het manifest ook instemming in vele niet hervormd-gereformeerde (wijk)gemeenten zou ontmoeten, die ook willen blijven voortbestaan onder de hervormde kerkorde.
DDs. A. W. Kranenburg (vroeger visitatorgeneraal) wilde het manifest als een noodkreet lezen. Als gedacht wordt dat gemeenten, die nu niet mee willen doen, het op den duur wel zullen willen, dan zette hij daar een vraagteken achter. Hij toonde zich verder niet gerust op de Gereformeerden. Die doen echt niet zo hun best om de Gereformeerde Bond te begrijpen. In Drenthe zijn de Gereformeerden bang voor de vrijzinnigen. Maar die zullen ze zo veel niet meer tegenkomen. Men zal veel meer de Gereformeerde Bond als een probleem ervaren. De vraag is hoe een G.B.-er zichzelf kan zijn in het samengaan met gereformeerden. We moeten de problematiek niet op het lichtst willen oplossen.
Ds. A. Visser, Aalburg, wilde uitgaan van de werkelijkheid vandaag. Dan mag een minderheid niet over een meerderheid gaan heersen. Laat alles maar geschieden van onderop, anders ontstaan er scheuren.
Prof. dr. E. Schroten, stelde dat het manifest als hartekreet het volle pond moest krijgen. Er is zorg en ergernis als dwangposities dreigen. Dat moet hardop worden gezegd. 'Feelings are facts' (gevoelens zijn feiten). Hij zou wel willen dat het manifest ook meer lijden omtrent de verdeeldheid zou hebben getoond. Het gaat om het 'dat zij allen één zijn " en om het brandende hart voor de gemeente. In het Samen op Weg proces gaat het om een theologisch probleem (de belijdenis), een organisatorisch probleem en om de spiritualiteit. In het manifest is het met name dat laatste waarom het gaat, de religie van de belijdenis. Hij waarschuwde ervoor belijdenisproblemen en spirituele problemen te reduceren tot organisatorische problemen. We moeten 'in Godsnaam' doorgaan 'terwille van de ene Heer', maar niet ten koste van de spiritualiteit. Hij stelde de 'gewetensvraag' of we wel bereid zijn te komen tot een kerkelijk gesprek over de spiritualiteit.

Antwoord moderamen
Ds. B. Wallet, synodepraeses, zei, in een uitvoerig betoog, dat het moderamen geen behoefte had gehad bespreking van dit manifest te blokkeren. We zijn aan elkaar verplicht de verontrusting te horen. We moeten de cri de coeur ter harte nemen. Weliswaar kunnen we niet terug komen op besluiten, maar het proces is gecompliceerd, dat is in een vroeg stadium al onderkend. Het verplichtende karakter is daarom uit de besluitvorming gehaald. Er moet sprake zijn van een groeimodel, met een kweker die z'n planten verzorgt, niet met een timmerman, die het huis in de kortste keren in elkaar timmert. Een pijnpunt vormen de niet-gefedereerde gemeenten in gefedereerde classes. De tussenorde is daarbij aanvullend recht en geen vervangend recht op de kerkorde. Maar een gemeente kan zich nu eenmaal niet aan de meerdere vergaderingen ontrekken.
Als gezegd zegde ds. Wallet, namens het hele moderamen een studiecommissie toe om dit probleem nader in studie te nemen. Ds. Wallet stelde ook dat het moderamen het voorstel van schrijver dezes had overgenomen (via de Raad van Deputaten) om te komen tot een nieuw hervormd/gereformeerd gesprek. Dan zal het juist ook moeten gaan om de spiritualiteit.


Op een enkele dissonant na mogen we spreken van een waardig synodegesprek over het manifest. Duidelijk was de zorgbreedte ten aanzien van het proces. Het is een goede zaak dat een commissie wordt gevormd om de problematiek te bestuderen van de voortgang van het proces terwijl een groot deel van de kerk niet mee wil. Intussen blijft de noodzaak van een kerkelijk gesprek onverlet. In de vijftiger jaren is een hervormd gereformeerd gesprek gevoerd, waarbij de Hervormde Kerk in de beklaagdenbank zat bij de Gereformeerden vanwege het feit, dat de Hervormde Kerk een kerk zonder tucht was, een kerk, die haar belijdenis ontrouw was. De bordjes zijn ongetwijfeld verhangen. We zijn het echter aan onze gemeenschappelijke belijdenis verplicht om het gesprek fundamenteel te voeren, met name ook over het leven uit de belijdenis.
Aan het manifest van de herv./geref. ambtsdragers is intussen ter synode zoveel gewicht gehecht en de zorg, er in verwoord, is zodanig opgepakt dat het instellen van een synodale commissie geen vrijblijvende stap meer kan zijn.

v. d. G.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Synode besprak manifest ambtsdragers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's