De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Kerknieuws

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerknieuws

18 minuten leestijd

BEVESTIGING EN INTREDE VAN DS. C. TROUWBORST TE MIDDELBURG
Met grote dankbaarheid heeft de hervormd-gereformeerde wijkgemeente van Middelburg op zondag 20 november in de persoon van ds. C. Trouwborst haar eerste predikant mogen ontvangen. Vele jaren van voorbereiding zijn aan de vorming van de wijkgemeente voorafgegaan. Aan die – vaak moeilijke – periode kwam in maart 1988 een einde, toen de wijkgemeente werd ingesteld. Reeds het eerste uitgebrachte beroep mocht worden aangenomen. Predikant, kerkeraad en velen in de gemeente hebben hierin duidelijk de leiding van de Heere God ervaren.
In aanwezigheid van velen uit Middelburg en daarbuiten werd ds. Trouwborst 's morgens in zijn dienstwerk ingeleid door zijn collega en vriend, drs. M. Verduin uit Zeist. Deze had als tekst gekozen Markus 4 : 26-29: de gelijkenis van het zaad. Het Koninkrijk Gods is vergelijkbaar met een zaad dat gezaaid wordt, opgroeit, waarna de oogst volgt. Die oogst is niet zo vanzelfsprekend, zoals we ook elders in dit hoofdstuk zien. Niet de activiteit van de zaaier is maatgevend, maar wat er met het zaad gebeurt. De komst van Gods Koninkrijk is niet af te lezen aan geweldige gebeurtenissen, zo zei ds. Verduin. Het beslissende onttrekt zich aan onze waarneming. De zaaier leeft zijn gewone leven. Hij mag vertrouwen dat het zaad vrucht draagt. Hij mag het woord doorgeven en dan rustig slapen. Het zaad ondergaat een totale vernieuwing. Dat is het Godswonder: opstanding uit de doden. De Heere is wakker over Zijn Woord. Kunnen wij dat aan Hem overlaten of niet? In het kerkewerk is vaak zoveel krampachtigheid. We denken bij alles zelf betrokken te moeten zijn. We mogen echter alles in Gods hand leggen. Dat is een bevrijdende boodschap.
Jezus Christus is Zelf het geheim van deze gelijkenis. Zijn sterven en opstanding bepalen de kracht van het zaad, dat gezaaid wordt. De Heere verricht Zijn werk en wil ons daarbij gebruiken. Ook als met tranen gezaaid wordt, mag met gejuich worden geoogst. Het evangelie is een zaak van grote blijdschap. Voor zover wij in de Zoon van God geloven, zullen we helemaal bij het oogstfeest zijn, maar indien iemand de Heere Jezus niet liefheeft, die zij een vervloeking.
Ds. Verduin besloot de prediking met het uitspreken van een zegenbede voor predikant en gemeente. Hierna werd ds. Trouwborst met de bekende woorden van het bevestigingsformulier aan zijn nieuwe gemeente verbonden.
's Middags deed ds. Trouwborst intrede in de nagenoeg geheel gevulde Nieuwe Kerk. De predikant begon met het uitspreken van een dankwoord. Daarin sprak hij ondermeer de hoop uit dat binnen en buiten de wijkgemeente het de Schrift zal zijn, die verbindt en in die Schrift de gekruisigde Heere Jezus Christus. Ook het buitengewone karakter van de wijkgemeente werd gememoreerd. Ds. Trouwborst sprak de hoop uit dat het buitengewone spoedig mag wegvallen. Als tekst voor de prediking had ds. Trouwborst gekozen Hand. 8 : 5 en 8: 'En Filippus kwam af in de stad van Samaria en predikte hun Christus; en er werd grote blijdschap in die stad'.
Achter deze woorden steekt een geweldig wonder. Filippus moest alles in de steek laten om in Samaria aan het werk te gaan. Wonderlijk zijn Gods wegen in de geschiedenis van de kerk en de gemeente. Dat geldt ook voor ons: een gemeente en een predikant zijn samengebracht. Jezus zoekt zondaren, ook in Middelburg. De inwoners van Samaria werden als uitschot beschouwd. Daar moest Filippus naar toe. Hoe ging hij daar aan het werk onder zoveel verschillende mensen en meningen, zo vragen wij ons af? Ligt het zo ook niet in Middelburg? Die kant moeten we niet op! 'En hij predikte hen Christus', daar gaat het om. Filippus deed in Samaria de Christus – dat is de gezalfde – uit de doeken, voor het oog en voor het hart. Verlangen wij ernaar, zo vroeg ds. Trouwborst, dat Jezus, de Christus, langskomt om onze zonden op zich te nemen? Als Koning komt Hij tot ons. Hij heeft de zonde overwonnen!
De prediking heeft een adres: ze is gericht aan zondaren. De predikant is de heraut, die het Woord van de Koning mag uitdragen. De heraut moet de boodschap wel bij het hof van de koning weghalen. De gemeente moet de predikant daarvoor de ruimte geven en veel gebed inzetten.
'En er werd grote blijdschap in die stad.' Dat gebeurt waar Christus uitgestald wordt, telkens weer. Ds. Trouwborst sprak de hoop uit dat die blijdschap de onderlinge verhoudingen mag gaan vullen, zodat de prediking gespreksstof oplevert. Laten we ons eendrachtig houden aan het Woord dat via de prediking tot ons komt. Dan mag er grote blijdschap zijn, ook in Middelburg. Na de preek werden ds. Trouwborst en zijn gezin nog door ouderling Marinissen welkom geheten. Deze onderstreepte de blijdschap en verwachting in de gemeente, in verband met de komst van de predikant. Ten diepste gaat het echter om de verwachting van de christen, zoals die ons in de Bijbel wordt geschetst. Ouderling Marinissen verzocht de gemeente ds. Trouwborst en zijn gezin toe te zingen Ps. 121 : 4. Na de slotzang uit Ps. 98 mocht ds. Trouwborst voor het eerst de zegenbede uitspreken over zijn nieuwe gemeente.
Velen maakten na afloop van de dienst gebruik van de gelegenheid om de fam. Trouwborst te begroeten. Zo kwam een einde aan een blijde dag, waarop de indringende verkondiging van Gods Woord centraal mocht staan, een dag die in het teken mocht staan van het lied, waarover de organanist na afloop van de dienst improviseerde: "Ere zij aan God, de Vader, eere zij aan God de Zoon…

VERSLAG VAN DE BEVESTIGING EN IN­TREDE VAN DS. H. ZWEISTRA IN DE HERVORMDE GEMEENTE MAARTENSDIJK OP DONDERDAG 10 NOVEMBER 1988
Donderdagmiddag 10 november jl. werd ds. H. Zweistra door zijn voorganger ds. D. Heemskerk bevestigd tot predikant van de Hervormde Gemeente Maartensdijk. Dominee Heemskerk sprak naar aanleiding van Ezechiël 3 : 17 over de rechte dienaar des Woords en stond stil bij zijn naam, zijn richtsnoer en zijn opdracht. Ezechiël's naam is in de eerste plaats niet wachter, maar mensenkind. Van toepassing blijft, aldus de bevestigen dat wij zwak zijn van moed en klein van krachten. Wij zijn stof en blijven stof, en toch wil de Heere juist dezulken gebruiken in Zijn dienst. Niet mensenkinderen, die hoog staan met zichzelf, maar wachters die Gods Woord prediken, van Vrederaad tot oordeelsdag. Dat Woord is tweesnijdend. Het is sterker dan de wereld, sterker dan ons vlees, sterker ook dan de duivel. Alles wat er gebeurt, heeft de wachter te toetsen aan Gods Woord. Hij mag niet luisteren naar mensen, naar stemmen van binnen of van buiten. Zijn prediking moet niet bevindelijk-schriftuurlijk zijn, maar schriftuurlijk-bevindelijk. Predik het Woord, is zijn opdracht. Van de duivel mogen we licht en zwaar preken, dogma's leren, maar blijven we bij het Woord, dan komt hij ons tegen. Komt hij niet in het gewaad van de verleidingen der wereld, dan is het wel in dat van een rechtzinnige godsdienst. Hij komt als een briesende leeuw of als een engel des lichts. Tegen dat alles moet de wachter de bazuin aan de mond zetten. Hij dient te waken voor een overschat­ting van het verbond. Dan klinkt het: Tenzij iemand wederom geboren worde! Hij dient te waken voor de verkleefdheid aan de wereld. Dan klinkt het: gedenkt aan de vrouw van Lot! Hij dient te waken voor een geest van wetticisme. Dan klinkt het: tenzij uw gerechtigheid overvloediger is dan die der schriftgeleerden! Hij dient ook te waken voor overgeestelijkheid. Dan klinkt het: Ik zal Mij doen overhouden een ellendig en arm volk, dat op de Naam des HEEREN zal betrouwen. Er moet worden gewaarschuwd voor geestelijke belevingen, waarbij een mensenkind meer wordt dan een arm zondaar voor God. Zo ook komt de prediker openbaar. Schuldig, meer duisternis bezittend dan licht, menigmaal falend; kortom: als een onnutte dienstknecht. Wat wordt het dan een wonder, dat er Eén is geweest. Die sluimerde noch sliep. Hij, de Wachter Israëls, de Koning der Kerk, de Bron der zaligheid. Aan onze kant blijven gebreken. We maken tweeërlei schuld, ambtelijk en persoonlijk, en hebben bloed nodig tot verzoening. Dat doet ons roepen: Jezus! Gij Zone Davids, ontferm u onzer!
Na de lezing van het formulier sprak dominee Heemskerk de bevestigde predikant als volgt toe: 'U bent vandaag verbonden aan dit deel van de Vaderlandse Kerk. Ik weet, er zijn veel feilen en gebreken in, niettemin is zij een Planting Gods. De Heere is er nog niet geweken met Zijn Geest. Gods Woord mag nog worden gepredikt. Hier in Maartensdijk zal het zeker op de zondagen uw ervaring zijn, niet voor lege banken te hoeven preken. Mocht er melk zijn en vaste spijs, opdat zowel kinderen als mannen en vaders in het geloof mogen worden gebracht in de grazige weide van Gods Woord.'
's Avonds deed ds. H. Zweistra intrede met de woorden uit 2 Kor. 2 : 15 en 16. De nieuwe predikant sloot aan bij dat, wat zijn bevestiger in de middagdienst had gezegd. Wij zijn mensenkinderen, Adamskinderen. 't Zal nooit anders worden. Toch stelde de Heere ons als wachter op Sions muren. In onze hand is Zijn Woord. Daaronder vallen eeuwigheidsbeslissingen, aldus dominee Zweistra.
Paulus heeft ervaren, dat hij met al zijn ingebeelde rechtzinnigheid een walg was voor God. Walgen wij ook zo van onszelf? Verstaan wij in deze Gods Woord? Bracht het ons tot onszelf met de vraag: Is het wel met mij? Vandaag zien we op het erf der kerk vele zelfbehagers, vele onontdekte mensen. Waar zijn ze, die wenen en kruipen voor God? Wellicht is er hier en daar een buigen voor Hem, maar wie beleefde een waarachtige afsnijding? Velen offeren op het altaar van hún geloof. Hun leven bestaat in praat, in uiterlijk gelaat, blijft uiteindelijk aan de oppervlakte. Gaan wij echter Gods Woord verstaan, dan worden we meegenomen naar de diepten van eigen verlorenheid. Alleen zo begrijpen we Zijn komen in het vlees. Dan wordt sterven geleerd, om in Hem het leven te vinden. Dan worden we een goddeloos monster voor God. Dan worden we weggeplukt uit de wereld, uitgeklopt uit de schuilhoeken van ons hart en gedaagd voor de rechterstoel van Hem, Die dat gekonkel van binnen niet langer kan gedogen. O, gezegend, zoet sterven! Om te gaan leven vanuit Hem, Die een goede reuk is voor Gods Aangezicht. Hij, Die ons vlees, onze zonde, onze dood, ons verderf hangt aan het hout. Nee, dat is nooit te verklaren, als God Psalm 116 bevindelijk uitwerkt in onze ziel. Als wij verloren gaan, en Hij getuigt in bloed. Zijn we zo al een goede reuk geworden voor God? Is Hij onze profeet, onze priester, onze Koning? Hij, de Schoonste aller mensenkinderen?
Als het goed is bestaat er in elke dienst een relatie tussen prediker en hoorder, tussen een tobber in de bank en een tobber op de kansel. Mochten we het Woord zo uitdelen, zo verkruimelen soms, dat zelfs een Kananese mag ontvangen. Zo iemand zal zeggen: O Heere! Laat Gij mij dan niets over? Nee, geen teksten, geen verhalen, alleen Zijn bloed redt van de dood.
Na de dienst werd dominee Zweistra toegesproken door de consulent, dominee G. J. Hiensch van Groenekan, die mede sprak namens classis en ring. Wees, zo zei hij, op de vergaderingen aanwezig en laat een op Schrift en Belijdenis gefundeerd getuigenis horen. Dat brengt ons tevens in de binnenkamer. Een gezant, die spreekt namens de Koning, kan zijn werk alleen dan goed doen, wanneer hij ook regelmatig spreekt mét de Koning. Na dominee Hiensch werd het woord gevoerd dooor ouderling G. van Ettekoven.

BEVESTIGING EN INTREDE KAND./DS. HOFF TE WASPIK
Zondag 6 november 1988 was het voor de Herv. Gemeente te Waspik een rijkgezegende dag. Na een halfjaar vakant te zijn geweest mocht uit Gods hand een nieuwe herder en leraar in het ambt van predikant worden bevestigd: kand. G. D. Hoff uit Notter (bij Wierden).
De bevestigingsdienst werd geleid door ds. W. Sonnenberg uit Hoogeveen. De tekst van de prediking was 1 Kor. 3 : 11 'Want niemand kan een ander fundament leggen dan hetgeen gelegd is, hetwelk is Jezus Christus'.
In zijn preek stond ds. Sonnenberg stil bij hetgeen door Paulus aan de Korinthen werd geschreven.' Het enige fundament voor de Gemeente is Jezus Christus. Als dat niet het geval is, gaat het fout. Het is niet van belang wie de persoon is die het Woord van God verkondigt, maar het is de Heilige Geest die het Woord laat verkondigen.
Men kan niet om het gelegde fundament van de gekruisigde Jezus Christus heen.
Vanmorgen wordt een predikant bevestigd. Niet omdat hij dat zo leuk zou vinden, maar omdat het zijn taak is, dat de Gemeente uitgroeien mag tot een tempel Gods. De nieuwe predikant mag geen ander fundament leggen, dan Jezus Christus heeft gelegd. Hij zal Christus moeten verkondigen. Hij moet als een reisleider de Gemeente leiden naar Jezus Christus, zodat men zal zeggen: wat is dat mooi!
Er kan een goed fundament liggen, maar er moet op gebouwd worden, met goed materiaal. Paulus vraagt zich af of hij niet tevergeefs heeft gearbeid. Maar hij troost zichzelf, en ons, als er op de juiste wijze gebouwd is, hoeven we ons geen zorgen te maken om het loon; de beloning. De leraar ontvangt in de hemel loon van God. Hij die beoordeelt, is rechtvaardig. God wil dat de predikant zich vrij voelt, en dat het predikantsgezin zich blij voelt in de pastorie. Het gaat er niet om wat de Gemeente van de preek vindt, maar wat Gòd er van vindt. Wij bouwen vaak met het verkeerde materiaal, maar we mogen weten dat God zo genadig is. dat zelfs de verkeerde bouwer nog zaligheid bij God kan krijgen. Dan kunt u aan de slag, met vallen en opstaan. Dankzij het fundament van de Gemeente, de gekruisigde Christus. Broeder Hoff, spreek maar veel over Hem. Zo'n God is het waard om gediend te worden. Amen.'
Na het zingen van Ps. 45 : 1 werd tot de bevestiging overgegaan. Na het stellen van de vragen antwoordde kand. Hoff met luide stem: 'Ja, ik, van ganser harte'.
Daarna vond de handoplegging plaats door negen predikanten en werd ds. Hoff door de Gemeente toegezongen uit Ps. 134 : 3.
Na de zegen werden ds. Hoff en zijn vrouw nog persoonlijk toegesproken door ds. Sonnenberg. In de middagdienst deed ds. Hoff zijn intrede met als tekst voor de preek: Handelingen 8 : 15: 'En Filippus kwam af in de stad van Samaria, en predikte hun Christus".
Ds. Hoff begon de prediking met erop te wijzen dat het gevaar van deze dag is, dat degene die intrede doet meer in het middelpunt komt te staan dan Diegene om Wie het ons allemaal eigenlijk zou moeten gaan, nl. de Koning der Kerk; Jezus Christus en Dien gekruisigd.
Het is niet zozeer van belang dat uw nieuwe predikant intrede doet, maar veeleer en veel meer dat die ene Naam die onder de hemel is gegeven tot zaligheid, Jezus Christus, intrede doet in de Gemeente, in ons leven, en in onze harten.
Filippus kwam van Jeruzalem naar Samaria. Zou hij daar wel passen? Dat is ook vaak de vraag als we onze ogen over het beroepingswerk en het beroepingsnieuws laten gaan. Wat leven er vaak een vooroordelen over predikers, over gemeenten; ze zijn of te zwaar, of te licht, te links of te rechts. Zou het ons niet meer sieren om meer ruimte en leiding voor de Heilige Geest te laten?
Hoe moet Filippus dat nu aanpakken? Dat is ook de vraag van uw nieuwe predikant. Waar moeten we bij aanknopen; bij de gelovigen? Bij hen die leven in de verwachting?
… en predikte hun Christus. Zo is Filippus begonnen. Wij maken ons druk over allerlei zaken die in het leven gaande zijn; over het hoe en het wat; over de lengte van de preek en over de diepte. Heel eenvoudig wordt ons hier meegedeeld: Filippus… en hij predikte hun Christus.
Christus prediken was de boodschap van Filippus in Samaria. En als het goed is, is dat ook de boodschap die wij u te brengen hebben: Christus. Hij moet gepredikt worden. Daaraan mag en moet de prediking getoetst worden. Want die Naam van Christus moet daarin doorklinken. Christus is de Profeet, de Hogepriester en de Koning.
Deze Christus heeft zijn eigen bloed gegeven als verlossing voor arme zondaren. Is dat geen blijde boodschap? Prediken is met gezag verklaren dat Jezus Christus Koning is. Waar de prediking van Christus door Zijn Geest wordt ingedragen in mensenharten, daar gebeuren wonderen. Zo prediken wij Christus. Zit u daarop te wachten? Of zegt u: De Heere Jezus kan mij niet helpen? Als we op ons zelf zien willen wij niet dat Hij Koning over ons is. Er is wrevel en verzet. Wij willen niets met Hem beginnen, maar Hij wil iets met òns beginnen. In Samaria is grote blijdschap. Kent u iets van die blijdschap? Zie ik verkondig u grote blijdschap. Zal die ware blijdschap onder ons gevonden worden? Alleen deze blijdschap over het heil zal het houden. Ik heb hulp besteld bij een sterke held. Ik heb een verkorene uit het volk verhoogd, spreekt de Heere. Dat is deze Christus. Amen.
Na de dienst werd ds. Hoff nog toegesproken door burg. Oord van de Gemeente Waspik; de heer Pluymers van de Rijkskeuringsdienst RVV (op 6 nov. nog de officiële werkgever van ds. Hoff); ds. Van Wingerden namens Ring Waalwijk en de Classis Heusden; ds. Van Beek van 's-Gravenmoer als consulent; en ouderling Pullen namens kerkeraad en kerkvoogdij. Op zijn verzoek werd ds. Hoff toegezongen uit Ps. 119 vers 19 (gewijzigd).
Daarna sprak ds. Hoff alle sprekers toe en dankte hen voor de goede woorden. Ook werden alle anderen bedankt voor al het werk die deze dag tot een onvergetelijke dag hebben gemaakt.

'BROOD VOOR HET HART' en 'DAGELIJKS BROOD'
Op veel plaatsen in de wereld heerst nood. Dagelijks verschaffen de media ons inzicht in de aard en de omvang daarvan.
In een aantal delen van Europa wordt grote nood geleden. De situatie waarin de Roemenen moeten leven is aangrijpend door de ernstige levensbedreigende schaarste aan voedsel, medicijnen en energie. Met name zuigelingen, kinderen en bejaarden worden daardoor getroffen.
Extra zwaar hebben de in Roemenië wonende Hongaren het te verduren. De regering heeft besloten hun cultuur en religie te vernietigen. Er is een ernstig tekort aan Bijbels, kinderbijbels en christelijke lektuur. Elke hulp van buitenaf wordt door de Roemeense overheid met kracht tegegegaan.
Desniettemin is het taak en opdracht om in de gegeven omstandigheden hulp te blijven bieden.
Hulp betekent heel concreet: 'Brood voor het hart' en dagelijks brood: Bijbels en voedsel.
En genoemde schaarste aan Bijbels geldt naast Roemenië ook andere Oosteuropese landen. Wij vragen uw voorbede voor hen die onder benarde omstandigheden hun weg moeten gaan. Wij vragen u ook onze arbeid, om het Woord van God naar deze landen te blijven brengen, te steunen evenals de zorg voor de broodnodige voedsel- en medische hulp aan Roemenië.
'Brood voor het hart': Bijbels naar Oost Europa. Dagelijks brood: voedsel en medische hulp voor Roemenie.
Laat genoemde geloofsgenoten delen in onze gaven. Een pakket Bijbels (bijv. naar Rusland) kost incl. porto: ƒ 36,–. Een pakket voedsel voor Roemenië kost + ƒ 150,–.
Stort uw kerstgave op: giro 8887 t.n.v. Stichting Hulp Oost Europa te Putten o.v.v. 'Kerstgave'.
Stichting Hulp Oost Europa
Postbus 3, 3880 AA Putten
tel. 03418-58177

LECTUURVOORZIENING VOOR BEJAARDEN
Voor verschillende instanties die de Kerstgratificatie voor bejaarden (en verder de 70- en 80-jarigen) verzorgen, geeft het vaak moeilijkheden om voordelig aan degelijke lectuur te komen, ter aanvulling van het pakket.
Graag wil ik meedelen dat wij de hand konden leggen op een behoorlijk kwantum geschikte boekwerkjes (omvang 130 blz. in mooi omslag). We willen die afstaan voor de kostprijs à ƒ 4,–. afgehaald.
Men kan een keuze maken uit 12 titels, waaronder ook het boekje van wijlen ds. R. Kok: Gesprekken over de Heidelb. Catechismus en Bunjans Christenreis.
Degenen die hier gebruik van willen maken kunnen bellen naar:
Jac. Overeem, tel. 03429-2563, Grote Bosweg 19, Barneveld, afslag Voorthuizen, Harselaar-Oost.
Wij hopen u hiermee van dienst te kunnen zijn.

4E BIJBELLEZING
Nadat we de vorige keer in de 3e Bijbellezing van dit seizoen, de serie hebben afgesloten over het Bijbelboeek 'Hooglied' willen we nu beginnen met het Bijbelboek 'Hosea'.
Dit zal dan zijn op 7 december 1988, 11 januari 1989 en 15 februari 1989. Plaats: Noorderkerk, Kampen.
Voorganger in deze diensten zal zijn ds. W. Pieters uit Genemuiden. Aanvang 19.30 uur. Dit alles zo de Heere wil en wij leven.

KAZERNES IN APELDOORN
Dienstplichtige militairen, gelegerd in Apeldoorn zijn van harte welkom in de Hervormde B.W.-gemeente Eben Haëzer. Jullie kunnen catechisatie volgen en verenigingsavonden bezoeken in het verenigingsgebouw Smaragdstraat 10 te Apeldoorn.
Tevens zijn jullie van harte welkom op het gastadres voor dienstplichtige militairen, de fam. Jochems, Pieter de Hoochlaan 84, tel. 055-553271, in de nabijheid van de Willem III kazerne.
Degenen die tijdens de weekwisseling op kazerna verblijven, worden hartelijk uitgenodigd de kerkdiensten te bezoeken in de Opstandingskerk, Laan van Orden 248. De aanvang is gewoonlijk om 9.00 uur en 18.30 uur.
Voor meerdere informatie kunnen jullie terecht bij de predikant, ds. M. Goudriaan. tel. 055-552101 of de scriba dhr. G. Schuring, tel. 055-218385.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Kerknieuws

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 december 1988

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's