Eenvoudige Bijbellezing

(1 Timotheus).
4)
Geen twistvragen: , maar stichting. Daar waren dan sommigen te Efeze die een andere leer leerden. Of dat nu dezelfde menschen waren die zich tot fabelen en oneindige geslachtsrekeningen begaven is de vraag. Er is veel voor, om het daar voor te houden. Dan zouden dat menschen geweest zijn die de grondwaarheden van het Evangelie niet loochenden. Maar zij spraken er niet over. Zij lieten die hoofdzaak rusten en hielden zich bezig met beuzelachtige bijzaken. Deze laatsten waren hun stokpaardjes. En als zij het nog hadden over het Evangelie der genade, dan diende dit slechts als een aanloopje om op hun stokpaardje te komen en er lustig op te gaan rijden. Zij hielden zich bezig met fabelen en oneindige • geslachtsrekeningen. Moeten wij hier weer aan twee verschillende zaken denken of zou het wezen zooals Calvijn het voorstelt ? Deze zegt: het tweede is een voorbeeld van het eerste. Zij plozen de geslachtsregisters van het Oude Testament haarfijn uit, verrijkten die nog met allerlei uitbreidingen en verlengstukken, zoodat er heele geslachtsgeschiedenissen bij kwamen. Zij hebben misschien, ik noem maar een voorbeeld, hun verbeelding laten gaan over den profeet Nathan, zoodat zij nauwkeurig wisten wie de broer van diens grootvader was, of wie met zijn kleindochter gehuwd was Dat zijn fabelen, beuzelachtige dingen. En als een ander nu met alle klem gaat beweren dat Nathan niet gehuwd geweest is, of dat zijn grootvader een eenige zoon was, dan vervalt hij in dezelfde dwaasheid. Volgens deze opvatting hebben wij dus onder fabelen en oneindige geslachts rekeningen hetzelfde te verstaan. Het kan ook wel zijn dat met die fabelen bedoeld zijn joodsche verhalen, overleveringen met sterk phantastischen inhoud, waarin de meest vreemde en tooverachtige dingen verteld worden. Hoe dit ook zij, er waren tóén ook menschen die zich over de nietigste dingen erg druk konden maken. De apostel zegt dat zij slechts twistvragen voortbrachten. Heete hoofden en koude harten. Men bestreed hierin elkander, in groote heftigheid, alsof het eeuwig heil er van afhing. Er zijn altijd zulke menschen geweest. Zij zijn er nog. De meest onnuttige kwesties worden dan opgehangen. De mensch is soms zoo nietig en kleinzielig, terwijl hij zich verbeeldt de zaken haarfijn op te nemen. Het gaat dan over de vraag : mag een predikant fietsen ? Neen, zegt men, dat is wereldgelijkvormig. En hij zou er wel bij willen zeggen dat het beter is als een dominé met een begrafenisstap door de gemeente loopt, dan wanneer hij het doet, zooals iedereen zijn beenen verzet Een andere kwestie is nog deze : hoe hoog zijn hoofddeksel wel zijn moet Een derde (geloof mij, de godsdienstige wereld zit vol van zulke „brandende" vraagstukken) is deze : is het beter dat een dominé des Zondags met een fiets naar een vacante gemeente gaat of met een auto ? Geen van beide, zegt men. Dat is wereldsch !:  Het rijden met een rijtuig is dit dan zeker niet ? vraagt een ander, die het weer beter weet. Och, och, wat een kwesties ! Ik ken een predikant, die zich waarlijk uitgesloofd had. De goede man ging een afstand van twee en een half uur loopen om een vacaturebeurt te vervullen. Den volgenden dag sprak hij iemand van zijn gemeente, die 5 uur loopen op den Zondag toch eigenlijk ontheiliging vond van den dag des Heeren. Die arme dominé ! Nu was het nóg niet goed ! Of men peinst er diep over of in een kerk wel electrisch licht of gasverlichting mag zijn, wijl aan die bedrijven toch altijd Zondagsarbeid verbonden is. Petroleum is beter, zegt men. Ja maar, zegt een ander, daar is toch vast wel Zondags-vervoer aan verbonden. En die lucifer, die gij gebruikt, is die uit een fabriek, die des Zondags stil staat ? Ja, als gij daar een kwestie van maken wilt, moet gij dat haarfijn opnemen. Een mensch mag over zulke dingen zoo maar niet heenloopen ! !
Zoo waren er vroeger, al zochten zij het in de geslachtsregisters. Zoo zijn er nóg. De apostel wil zeggen : laat een ieder nu over het een en ander denken zooals hij wil; men brengt het er nooit verder mee dan tot twist. Een mensch heeft er niets aan voor zijn ziel; zij zijn voor de opbouwing van de Gemeente des Heeren totaal nutteloos.
Daarom moet Timotheus zich zeer gestreng houden aan het Evangelie der genade. Van die groote zaak wijke geen ambtsdrager af. Daardoor bouwt God Zelf Zijn volk op. Met alle nauwkeurigheid onderzoeke men de verborgenheden van dat Evangelie. Men neme het zeer nauw met de Waarheid, die God ons openbaarde, met wat de Heere zegt van Zijn Kerk en hare belijdenis, van de heiliging van den Dag des Heeren, en van de prediking van het Evangelie. Daardoor zal er stichting Gods zijn, die in het geloof is. D.w.z. een opbouw die van God uitgaat. Bij het woord „stichting" moeten wij denken aan een huishouding. De huishouding der .Gemeente. In een goede huishouding heeft een ieder zijn plaats, zijn werk. Daar zal gehoorzaamheid en orde zijn. Zoo zal het goed gaan in de Gemeente, als het Evangelie der genade voor haar de hoofdzaak mag zijn en als de vraag mag leven naar den eenigen troost in leven en in sterven. Daar bouwt God Zelf. Daar is het een goede huishouding. Daar is stichting.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen