De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking.

8 minuten leestijd

Deze ellendige riep en de Heere hoorde. Ps. 34 : 7a.

Van drie wonderen.

De wijsheid der menschen is nog altijd op 't pad om oplossingen te zoeken en antwoorden, zonder het kruis van Christus. Waarom toch? zoo vraagt ge. Omdat ze het feit der zonde en den afval van God voorbijgaat, en van schuld, die het geweten ontrust, en de daaruitspruitende ellende niet wil weten.

De wijsheid der menschen, die de bedorvene rede tot leidsvrouwe kiest en de bizondere Godsopenbaring loochent, " moet wel eindigen in de Pilatus-vraag, want ze is blind en voert tot „loutere hersenschimmen." (Kant.)

Diezelfde wijsheid heeft vergoelijking voor 't kwaad, behelpt zich met goede voornemens voor morgen en vergeet de zonden van gisteren en eergisteren. Van rechterlijke registratie van schuld, van verantwoordelijkheid van den overtreder, van noodzakelijkheid van vergeving, van bekeering, van reiniging des harten, van genade heeft ze geen woord.

Bij haar vindt ge niet een getuigenis uit Ps. 130: Zoo Gij, Heere! de ongerechtigheden gadeslaat, Heere! wie zal bestaan? Véelmin den blijden jubel van een schuldvol hart: „Maar bij U is vergeving, opdat Gij gevreesd wordt."

't Is zoo donker op den weg van natuurlijke wijsheid, zonder Kruis en zonder Gods Woord. Och, sprak een vrouwe in stervensnood, toen men het gordijn voor de bedstee wat wilde dichtschuiven : open, open, ik kan nog lang genoeg in 't donker liggen!

't Is zoo donker zonder 't Kruis en zonder Gods Woord.

De Heere God heeft het woord.Zijner gerechtigheid gesproken in den donkeren nacht van zondeschuld; het woord der verzoening, het machtige Woord, ging uit om ten licht te zijn en tot een lamp voor den voet.

't Geslacht is nog niet uitgestorven, dat zich beroemt in" de falende wijsheid, die altijd een zig-zag pad gaat; nog niet uitgestorven zijn ze, die wijzen, die bij de wetenschap van gisteren en van vandaag wandelen om morgen teleurgesteld de handen uit te strekken naar een nieuw systeem; — toch doet de Heere door Zijnen Heiligen Geest, middellijk door het woord Zijner waarheid klaarlijk uitkomen, dat Hij leeft en Hij doet den oprechten het licht in de duisternis opgaan. Daar is een God, die 't recht maakt en die 't licht schept. Zijne stemme dringt door in dagen van benauwdheid en Zijne machtige Hand is nog uitgestrekt tot een bedrukt volk.

De ervaringen van Gods heiligen hebben wat te zeggen.

In 't woord hierboven geschreven is een man van ervaring aan 't woord en op dat woord hebben velen in Gods Kerk het stempel mogen zetten, door genade.

Daar was aan David vnendelijke verlossmg beschikt. De Vaderlijke zorge zijns Gods brak door, toen David in zijn eigen dwaasheid was vastgeloopen.

Nu heeft elke dag zijn eigen gedenkteekenen, gelijk elke dag het merk van Gods barmhartigheden draagt. Evenwel zijn er bizondere dagen, waarop de Heere een monument voor Zijn eere plaatst en der ziele genade schenkt om dat zoo te zien, dat allen worden opgeroepen, om „met mij" (ik ook mee!) den Heere groot te maken en om Zijnen Naam te verhoogen.

Zulk een blijde dag was voor David aangebroken, toen hij een monumentaal lied mocht uitzingen voor Zijn Koning, dat naklinkt in de eeuwen.

De grondtoon van geheel dit lied hoort ge in 't eerste regeltje van vs. 7 en in dat regeltje drie wonderen.

Is het geen wonder, dat een gezalfde tot Koning zich een ellendige noemt? Vooral als ge bij die ellendige niet slechts let op de zorgelijke omstandigheden, maar u indenkt, dat die omstandigheden in verband stonden met allerlei dwaasheden en zonde en hij zich wegens eigen schuld zoo noemt. In al dat heil zoeken buiten den Heere om, zag David de oorzaak van de moeiten, waarin hij gekomen was. Zijne zonden hadden hem in benauwdheid gebracht, en zijn eigen schuld zag hij in alles wat hem wedervoer.

Als nood door omstandigheden drukt en de uitkomst schijnt te wijken, kan het wel bang zijn; dan komt wel de uitroep: wat ben ik een ongelukkig man; doch als onze eigene zonden ons in de wegen Gods in 't aangezicht vliegen, dan gevoelen we ons ellendig.

Omstandigheden maken dikwijls ongelukkige menschen en brengen vaak onvruchtbare angsten; genade des Heiligen Geestes maakt den mensch recht ellendig bij zichzelven en brengt hem in benauwdheid, die voordeelig is.

Een ellendige is ook een arme, die zelfs geen kleed heeft (Dcut. 24:12), doch meermalen een vervolgde, dien de goddelooze in zijn net trekt (Ps. 10).

Welnu, David werd door de zonde, dié in zijn vleesch woonde, vervolgd en gevangen genomen en, ten ware de Heere der heirscharen zijns had gedacht, was hij bij Achis omgekomen; en hem was „zijn kleed", zijn laatste stuk, bijna geroofd, 't Scheen, alsof er geene gedachtenis, was in den hemel aan 't woord van trouwe, en in zijn harte was gedachtenis aan zonde en daarom gedachte aan strafwaardigheid.

Deze ellendige, zegt hij, als met den vinger op zichzelven, terwijl zoovelen van dien ellendige spreken, wijzende met de hand op anderen.

Als deze belijdenis meer is dan eene verstandelijke toestemming van de leer; als ze uitspraak is van levendig besef van eigen toestand, is het gewis een hoog voorrecht voor 't volk, dat de zalving des Heiligen Geestes deelachtig is en voorbeschikt is tot een plaatsje ('t laagste) aan den troon.

't Is om de tranen in de oogen te krijgen, als ge u denkt, dat David, de man naar Gods harte, - er zoo bij staat en het uitroept, dat hij een ellendige is..

Van Joh. Gerson, een hooggeplaatst en machtig man in zijn tijd, wordt verhaald, dat hij gaarne kinderen onderwees, en dat hij eens ten aanhoore van kinderen bad: Mijn God, mijn Schepper, heb medelijden met Uwen armen dienaar Jan Gerson.

Daar zijn vele confessiën (van Augustinus niet alleen), welke ons doen zeggen, dat ware grootheid gepaard gaat met diepen ootmoed voor God.

De weg naar den hemel is een weg van zielsbenauwdheid wegens zondenschuld, en vaak van allerlei verdrukkingen.

Die voor 't eerst den Rijn afvaart van Mainz naar Coblenz, denkt telkens, dat de weg versperd wordt door de bergen, waar „vader Rijn" doorheen moet wandelen; maar een kleine wending soms en ge ziet den ruimen doorgang. Ik ken iemand, die daarbij aan zijn eigen levensreis en in 't algemeen aan 's Christens reize naar 't Vaderland dacht.

Een tweede wonder is het, dal een „ellendige" niet in zijnen jammer omkomt, dat hij over zijne ellende zich niet slechts beklaagt, of daarover wat zucht, misschien zwaarlijk zucht, of in moedeloosheid in zijne ellende stillekens nederzit, doch roepen moet tot den Heere.

(Wilt ge moet in mag veranderen, ook goed.)

David werd door (en in) zijn ellende bewogen. Hij wordt er inwendig zóó door geraakt (de schuld Wordt werkzaam in 't geweten tot vernedering!) dat hij tot God moet roepen om genade en genadige tusschenkomst.

De wereld begeert hare ellende niet te zien en ziet ze er toch iets van, dan dringt de natuur tot zekere godsdienstigheid (altijd tot „eene religieusheid zonder religie"). Regel is, ook bij waarheidsvrienden, praten over de leer der ellende en.... het er bij laten.

Doorwondt de Heere ons door en in onze ellende, dan zijn het ook Zijne handen, die heelen. Hij doet roepen en daar komt weer doorgang en toegang.

In zulk roepen bekomt de Heere de eere Zijner deugden. Van Zijne Alwetendheid niet alleen, doch ook van Zijne Almacht en nog het meest van Zijne Barmhartigheid.

Dan is er ernst bij, dan is er vuur in, dan verkrijgen Mozes en Samuel niet alleen, doch ook David en gij en ik de eere om onder de „aanroepers van 's Heeren Naam" te zijn.

Daar is, mijn lezer, een ontzettend „zwijgen in duisternis"; daar is ook een „wanhopen in 't donker", 't welk fluistert: Wat zou ik nog meer op den Heere hopen? Ik houd mij maar stil Dat is duivelswerk en steeds zijn raad. Hij wil, dat wij allen zwijgende van onze armoede en ellende onzen weg zullen gaan en onbekommerd, d. w. z. zorgeloos met den blinddoek voor naar den eeuwigen afgrond!

En daartegenover is er een Heiland, die roept: „Alleenlijk ken uwe ongerechtigheid, die gij tegen den Heere uwen God bedreven hebt" en die zegt: Die Mij aanroept in den nood, vindt Mijn gunst oneindig groot.

Hij wacht om genadig te zijn.

Dat is wel het derde (en grootste) wonder, dat een ellendige, die roept, door den Heere wordt gehoord, zoodat Hij ook door daden verlost en de ziele uit benauwdheid redt.

Dat heeft Hij duizenden malen gedaan. Soms plotseling; soms „na lang geduld." Met allerlei wijze oogmerken. Om moed te geven aan alle volk.

En dan was het, wat de wijze, van verhooring aanging niets naar onzen zin, doch 't werd later gezien, naar Zijne hooge Wijsheid.

Immers, wij menschen hebben soms ons eigen geheim, doch de Heere God heeft Zijn geheim (geheim der liefde!) in elken  weg.

Er zijn toch wegen ter toetsing, tot overtuiging, tot tuchtiging en onderwijzing, welke eindigen in des Heeren heerlijkheid.

Wie tot den Heere roept als ellendige, wordt door Hem verhoord.

Hebbe maar een volk moed, dat niet al maar omziet en naar alle kanten; docb naar binnen leerde zien en naar boven roepen met ernst in eenvoudigheid des harten!

De Heere toont klaarlijk, dat Hij de verdrukking Zijns volks ziet en hun geroep hoort.

Adullam wordt Rehoboth. Gods Woord maakt het zeer kort. Drie wonderen in één regel.

En "een vierde is voor ieder, die dit leest, als hij zeggen mag: Deze ellendige, die ben ik!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 september 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's