De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

MEDITATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MEDITATIE

Maar de andere

8 minuten leestijd

Maar de andere antwoordende bestrafte hem, zeggende: Vreest gij ook God niet, daar gij in hetzelfde oordeel zijt? Lukas XXIII: 40

Gelijk somwijlen midden op een vlak veld een boom staat, wortelend naar omlaag en de kruin heffende naar omhoog — gelijk zulk een boom het gansche omliggende landschap beheerscht — zoo staat daar in het vlakke veld der historie, het kruis van Golgotha, de eeuwen trotseerend en alles beheerschend. O, Joden en Grieken, zij hebben de eeuwen door getracht dien boom te ontwortelen, dat kruis te breken, maar hun arbeid is vergeefsch geweest. De wijsgeer heeft met het scherp geslepen ijzer zijner eigenwijsheid het hout trachten te versplinteren, maar het ijzer is terug gesprongen in zijn eigen vleesch. De wettische vrome heeft met het vuur zijner eigen vroomheid de balken des kruises willen verbranden, maar hij heeft zich zelve gepijnd.
En nog altijd staat daar in het hart der gansche historie het kruis van Golgotha en het werpt zijn schaduw achteruit, tot over ons aller leven. Het werpt zijn schaduw achteruit. Want vóór aan het hout heeft de Christus gehangen en Hij was de Zonne der gerechtigheid — zoo valt dan de schaduw van het kruis achteruit — tot op dezen dag, tot op ons aller levenspad. Daarom, omdat die schaduw valt op den levensweg van ons allen, daarom hebben wij allen onze houding te bepalen tegenover dat kruis. Daarom ook kan aan elk mensch de vraag gesteld worden: Wat dunkt U van dat kruis, dat daar is opgericht op Golgotha? Daarom ook, lezer, moet u persoonlijk de vraag worden gesteld: Wat is voor u het kruis?
In dezen tijd van het kerkelijk jaar is deze vraag nog dwingender, maar is ook 't antwoord gemakkelijker te vinden. Want als wij in den geest ons opmaken naar Golgotha, dan zien wij daar niet één kruis, maar drie kruisen. En juist aan die twee kruisen, die daar staan links en rechts van „het" kruis, juist aan die twee wordt ons de tweeërlei houding geopenbaard, die de mensch kan aannemen tegen dat houten altaar, waarop het Lam Gods is geslacht. Hoort, daar klinkt een stem van 't kruis, en die stem is een stem der lastering. Daar klinkt het: Indien gij de Christus zijt, verlos uzelve en ons.
Lezers, dat woord van den stervenden moordenaar is een kort begrip van den weg en den Christus, zooals de wereld ze wil. De wereld wil ook verlossing, want de wereld kent ook smart, levenssmart en stervenssmart. Maar de wereld wil een weg ter verlossing, die niet gaat over het kruis. Het kruis is voor de wereld te zwaar, een last, en te bitter eene beproeving. Daarom wil de wereld niet een Verlosser, Die blijft hangen aan het hout, maar die Zich vrijmaakt van het kruis.
Maar er is meer. O, de wereld maakt zich een Christus naar haar eigen lust, de wereld maakt zich een Christus naar haar beeld en haar gelijkenis. En de wereld begint altijd bij zichzelve, daarom meent ze dat ook haar Verlosser bij zichzelve moet beginnen. Legt uw oor maar te luisteren, de moordenaar aan het kruis roept niet: Indien gij de Christus zijt, zoo verlos ons, neen, de moordenaar zegt: Indien gij de Christus zijt, verlos uzelven en ons. Dat „uzelven", dat gaat voorop, want dat gaat in de wereld steeds voorop. In haar lastering heeft de wereld op Golgotha haar belijdenis aan het kruis ten duidelijkste geopenbaard en al de wijsheid der Grieken en al de vroomheid der Joden had zich saamgetrokken in den mond van dien moordenaar, die daar lasteringen uitbraakte tot in het uur van zijnen dood.
Dat wordt gehoord aan de eene zijde van het kruis.
Doch hoe staat het nu aan de andere zijde? Ook daar staat het in den aanvang niet anders. Lees het evangelie naar Mattheüs er maar op na, daar staat dat de beide moordenaars Jezus van Nazareth verweten dat Hij zichzelve Gods Zoon had genoemd; daar leest ge, dat de beide moordenaars Hem lasterden, zeggende: Hij heeft op God betrouwd, dat Hij hem nu verlosse. Nog eens: de lastering klinkt in den aanvang ook van het derde kruis, en dit maakt het verhaal dezer moordenaren wel zeer eenvoudig, want nu zij beiden hetzelfde doen, kunnen hunne woorden in één ademtocht worden genoemd!
Doch dan slaat er een breuke in het geschiedverhaal, want dan wordt er een breuk geslagen in het leven van den tweeden moordenaar en de gewijde geschiedschrijver teekent het op: Maar de andere.
Maar de andere — vanwaar die breuke in het tekstverhaal, vanwaar die breuk in het leven van den tweeden moordenaar? Lezer, wij moeten het nog eenmaal zeggen: in niets, in niets was de tweede moordenaar van den eerste onderscheiden en de breuke in zijn levenshistorie is dan ook geen vrucht van iets dat opwies in zijn hart. Neen, om de breuke in zijn levenshistorie te verstaan, moeten wij niet blikken op den moordenaar zélve, maar moeten wij omhoog zien, omhoog naar de troonzaal van het Hemelsche Sion. Want daar is het besluit gevallen. Daar heeft de Heere in Zijn Vrederaad den naam van den moordenaar geschreven in het Boek des Levens. En wat besloten is in de eeuwigheid, het draagt vrucht in den tijd. Maar niet voordat het uur van God daar is. — Maar dan komt het ook gewis. Want de moordenaar moge al zijn geheele leven in boosheid hebben doorgebracht, hij moge nu hangen aan het kruis en het moge nu al naar onze berekening te laat zijn, nochtans is het nu Gods tijd en het mag geschreven worden van dezen mensch: „Maar de andere".
*
Maar de andere antwoordende bestrafte hem, zeggende: Vreest gij ook God niet, daar gij in hetzelfde oordeel zijt? Vreest gij ook God niet? Hoort, daar wordt op Golgotha Gods naam genoemd, niet om te lasteren, maar in vreezen en beven. Ja de tweede moordenaar heeft in al wat op Golgotha geschiedt, Gods hand gezien. Och, lezer, schrikkelijk is het tafereel dat op Golgotha geboden wordt. En de mensch wil steeds zien, wiens hand daar alle dingen heeft geleid tot dit smartelijk gebeuren. In het gebeuren op Golgotha heeft men wel de hand des menschen willen zien. De hand van den mensch, die steeds vijandig staat tegenover hetgeen grooter is dan hij zelve en die daarom den edelen Jezus van Nazareth sloeg aan het kruis. Dat is de meest oppervlakkige verklaring van Golgotha en daarom de meest verkeerde. Want alzoo wordt Jezus van Nazareth martelaar van Zijn eigen zaak. Men heeft echter wel dieper willen peilen en in Golgotha willen zien de hand van Satan, die altijd Gods werk wederstaat. Maar ook deze verklaring is ongenoegzaam, want zoo wordt Jezus van Nazareth martelaar van Gods zaak. Neen, in het gebeuren op Golgotha moet Gods hand worden gezien. Want dan wordt Jezus van Nazareth, die daar sterft aan het middelste kruis, het slachtoffer dat de Heere Zichzelven heeft bereid, opdat daar de schuld Zijns volks zou worden weggedaan voor Zijne heilige oogen.
Gods hand onderkennen — dat is ook mogen geschieden door den tweeden moordenaar. Hij hangt aan het kruis en hij weet, het is een rechtvaardig oordeel. Hij, de misdadiger, moet gestraft worden, dat eischt het recht, dat altijd terug gaat op de Goddelijke gerechtigheid. Maar ook in den middelsten Kruiseling heeft de tweede moordenaar Gods hand onderkend —• en hij ziet. Deze hangt onschuldig aan het hout, maar Deze is het ook, die over het kruis heen en onder het kruis door den weg baant naar het Koninkrijk der Hemelen. En de begeerte van dezen mensch is op dezen weg te mogen gaan en daarom vraagt hij — o, niet om een verlossing met geweld van het aardsche kruis — maar om een gedachte, om een gedenken door God, den Zoon. Want deze mensch weet het: Als de Christus Gods hem maar gedenkt, dan is het wèl voor tijd en eeuwigheid. En God de Zoon heeft daar gezien op het werk van God den Vader, dat Hij wrochtte door Zijnen Geest: en de Christus Gods heeft daar voor de ooren van dezen moordenaar gesproken het heerlijkste woord, dat ooit een stervende heeft gehoord: Voorwaar zeg ik u, heden zult gij met mij in het Paradijs zijn.
Telkens en telkens, lezer, wordt in deze dagen uwe aandacht geleid naar Golgotha, telkens ziet gij daar op dat schrikkelijk tafereel. Maar hebt gij nu in deze dingen Gods hand al onderkend? Hebt gij daar op Golgotha Gods gerechtigheid al nagespeurd? Of nog duidelijker: als gij daar blikt op het kruis, weet gij het dan al, dat gij in hetzelfde oordeel zijt?
Ook Golgotha is de plaats des gerichts en op Golgotha is alleen plaats voor veroordeelden, voor veroordeelden door de gerechtigheid Gods. En hij die in eigengerechtigheid komt naar Hoofdschedelplaats, hij ziet in alle dingen de hand des menschen of hoogstens de hand van Satan. En zeker, dan wordt er nog wel geweend, maar het is een weenen met de dochteren van Jeruzalem. Maar het oordeel Gods is niet onderkend en in den diepsten grond is alzoo het kruis miskend.
Lezers, wee u, als gij zoo staat op Golgotha, want dan zal dat kruis tegen u getuigen op den jongsten dag in een schrikkelijk getuigenis. Maar als gij veroordeeld zijt, als gij het oordeel Gods hebt gekend in uwe ziel, ga dan op naar de plaats der veroordeelden, naar Golgotha. Hoort, daar mag een veroordeelde het uitroepen: Heere, gedenk mijner. Maar daar mag een veroordeelde het ook hooren: Heden zult gij met mij in het Paradijs zijn. Schenke de Heere u dan iets van dien anderen moordenaar, beide in spreken en in hooren, opdat ook voor u „Jezus Christus en Die gekruist" zij de kracht Gods en de wijsheid Gods.
Z.                                                                                                                                                                                                      v. N.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

MEDITATIE

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 maart 1927

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's