Uit de pers
Afscheid prof. dr. W. H. Velema Op vrijdag 19 januari a.s. zal prof dr W. H. Velema in Apeldoorn afscheid nemen als hoogleraar van de Theologische Universiteit van de Christelijke Gereformeerde Kerken. Ook op deze plaats willen we dit afscheid memoreren. Professor Velema heeft gedurende een reeks van jaren in eigen kerk en daarbuiten mede leiding gegeven aan de bezinning op vragen van deze tijd, niet in het minst op het terrein van de ethiek. Hij heeft als zodanig de confrontatie met de geest van de tijd niet geschuwd en heeft vanuit het Woord van de levende God de bazuin aan de mond gezet inzake allerlei ontwikkelingen in kerk, staat en maatschappij. Een formidabele reeks boeken is van zijn hand verschenen, boeken op zijn vakterrein, maar daarnaast ook meditatieve geschriften. Wat dit laatste betreft, Velema is ook voluit dominee gebleven, die op de zondagen in zijn kerk de gemeenten bleef dienen in de prediking. Maar ook in vele spreekbeurten kwam zijn pastorale hart open. Met dankbaarheid gewagen we hier ook van de vele contacten die er waren in besturen of in organisaties in het algemeen. In dit verband noemen we ook de betrokkenheid bij Theologia Reformata, het theologisch tijdschrift vanwege de Gereformeerde Bond, waarvan prof Velema deel uitmaakte van de redactie. Op velerlei terrein is zo de hartelijke verbondenheid in geloof en belijden zichtbaar geworden. We wensen professor Velema een goed afscheid toe en wensen hem tevens nog een goede en vruchtbare tijd toe in de tijd van het emeritaat, waarin ook het element rust hoog op de agenda mag staan. God zegene hem met zijn vrouw in de tijd die nu aanbreekt. Voor het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond, J. van der Graaf, alg. secr
Afscheid prof. dr, W. H. Velema
Met ingang van 1 februari 1996 is door de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken van Zierikzee aan prof. dr. W. H. Velema emeritaat verleend. Op D.V. 19 januari a.s. zal hij zijn afscheidscollege houden, nadat hij sinds 22 september 1966 als hoogleraar ten dienste van zijn kerken werkzaam is geweest. Dat laatste stond bij prof. Velema altijd voorop: in dienst van zijn kerken. Je kunt het ook zeggen met de titel van de bundel studies die hij bij zijn zilveren ambtsjubileum in 1991 door vrienden en collega's aangeboden kreeg: Ten dienste van het Woord. Prof. Velema ziet dat op één lijn staan: de kerk wordt slechts gediend als aan haar het Woord recht verkondigd wordt. En dat geldt niet alleen de kerk. Ieder mens kan slechts werkelijk gelukkig zijn als hij zijn leven inricht naar de eisen van God. Op deze twee fronten hebben we prof. Velema al die jaren bezig gezien: homiletisch, dat wil zeggen in de manier waarop het Woord Gods kan en moet worden vertolkt. Bekend geraakt en veelvuldig ook onder ons gebruikt zijn de delen preekschetsen die van zijn hand verschenen, zoals 'Het Woord werkt door' (1973) of 'Met het Woord aan het werk' (1984). Het andere front waarop we prof. Velema altijd zijn tegengekomen is het strijd-en slagveld van de moderne cultuur: de ethische vragen met name die betreffende abortus en euthanasie. Maar niet minder is zijn strijdvaardigheid indrukwekkend geweest in de dagen van de Algemene Wet Gelijke Behandeling. Prof. Velema zag altijd de gevaren die er dreigden en maakte zich soms ongerust als velen in de Gereformeerde Gezindte zo gelaten de ontwikkelingen lieten gaan. Ook de eigentijdse theologische ontwikkelingen hadden voortdurend zijn aandacht. Ik herinner me uit m'n eigen studententijd nog dat juist hij een boekje schreef over prof. dr. A. A. van RuIer 'Denken vanuit het einde - Confrontatie met Van Ruler' (1962). Snijdend scherp was zijn analyse van het theologisch denken van Kuitert in zijn boekje 'Aangepaste theologie' (1971). Prof. Velema schreef ook voor een breed lezerspubliek. Hij bezit de gave om ingewikkelde zaken helder te vertolken. Wie hem kent van uitzendingen met name via de Evangelische Omroep, weet dat hij altijd wat te zeggen heeft dat tot nadenken stemt. Een soms emotioneel geladen gedrevenheid kenmerkt zijn manier van zeggen. Hij is nimmer een afstandelijk analyserend theoloog geweest, maar een gelovig mens die in dienst van zijn Zender getracht heeft met heel veel inzet zijn roeping te vervullen en zijn naaste binnen en buiten zijn kerken met het Evangelie van dienst te zijn in de diepste zin van het Woord.
Wetenschap en bijbel
In de Apeldoornse Courant van 30 december 1995 stond een uitvoerig verslag te lezen van een gesprek dat Douwine Zoutman met prof. Velema had in verband met zijn naderend afscheid van de 'Apeldoornse universiteit'. Boven het artikel staan de woorden 'Wetenschap met bijbel als leidraad'. We lichten enkele fragmenten uit dit gesprek.
'Zorgvuldig formuleert Velema zijn zinnen. Hij wil mensen niet kwetsen of zijn kerken beschadigen, maar aan de andere kant wil hij ook niet om heikele kwesties heendraaien. Hij houdt van openheid, naar zijn studenten, de synode, de collega's en de buitenwereld. Dat deze opstelling niet voortkomt uit gemakzucht, wordt duidelijk als de breedte van de Christelijke Gereformeerde Kerken in beeld gebracht wordt: Van SGP tot CDA, van Reformatorisch Dagblad tot Trouw, van psalmen op hele noten tot het liedboek voor de kerken, van voorstanders van 'de vrouw in het ambt' tot tegenstanders.
Hoe kan een academicus in een instelling van en voor deze kerken in vrijheid wetenschap beoefenen? Velema: "Ik heb dit in mijn leven zelden of nooit als een probleem ondervonden. In mijn hele wetenschappelijk bezig zijn heb ik de kerk op het oog gehad, ik heb altijd de kerk willen dienen. Formeel is het zo dat wij het onderwijs en onze publicaties moeten kunnen verantwoorden tegenover het curatorium, een college van predikanten die gekozen en benoemd zijn door de kerken. En het is ook weleens gebeurd dat het curatorium dingen uit publicaties aan de orde stelde. Maar toch denk ik dat zowel de jongere als de oudere collega's het gevoel hebben in vrijheid hun werk te kunnen doen. Ook al weten wij ons in ons wetenschappelijk werk gebonden aan de belijdenis van de kerken, want dat staat buiten kijf. Ik ben altijd op harmonie uit geweest, maar ik heb wel altijd in alle openheid en eerlijkheid naar voren gebracht wat ik meende te moeten zeggen of schrijven. Ik heb daarbij echter wel dikwijls aan de woorden van mijn moeder gedacht, die zei: 'Je moet tijd en plaats en wijze kennen'. Ik bedoel, je moet zaken niet zo maar overal droppen. Dat is niet alleen wetenschappelijk zo, dat geldt ook voor de predikanten op de preekstoel. Die zorgvuldigheid heb ik altijd getracht in acht te nemen. Nog meer in het onderwijs dan in mijn publicaties, maar ik heb weleens tegen de studenten gezegd: 'Wat ik nu zeg, komt volstrekt voor mijn eigen rekening, ik kan daarbij niet terugvallen op de belijdenis of de Bijbel. Ik denk dat ik in die lijn spreek, maar je moet goed zien dat dit een persoonlijke mening is'.'"
Toen prof. Velema in 1966 tot hoogleraar werd benoemd, kreeg hij aanvankelijk de opdracht les te geven in de nieuwtestamentische vakken, de ethiek en enkele andere onderdelen van de theologie. Later kwam voor de nieuwtestamentische vakken de zogeheten diaconologische groep in de plaats met o.m. homiletiek (=preekkunde) en de poimeniek (=herderlijke zorg of pastoraat). Prof. Velema moest daartoe wel een ombuiging maken, daar hij meer dogmatisch zich geschoold had.
'Zijn propedeuse deed hij in Leiden, zijn kandidaats in Apeldoorn, zijn doctoraal-examen haalde hij in '53 aan de Vrije Universiteit, zijn proefschrift "De leer van de Heilige Geest bij Abraham Kuyper" verdedigde hij in '57 eveneens op de VU. Zijn dissertatie schreef de promovendus in de vier jaar die hij als gemeentepredikant in Eindhoven werkzaam was. Het was de tijd waarin de communicatiemiddelen nog zo waren dat je in rust studeren en schrijven kon, herinnert Velema zich. Dat moest ook wel. Voor zijn promotie las hij Kuypers theologisch werk en de literatuur daaromheen) van zo'n vijfentwintigduizend pagina's, viermaal.
In de jaren vijftig was het nog niet gebruikelijk dat predikanten (in spé) na hun kandidaatsexamen doorstudeerden, zeker niet in christelijk-gereformeerde kring, waar vroomheid hoger aan geschreven stond dan wetenschap, bevestigt Velema. "Maar mijn vader heeft altijd tegen mij gezegd: 'Als je de mogelijkheden hebt om verder te studeren in de theologie, dan moet je dat doen'. En hoewel hij het verloop van mijn studie niet heeft mogen meemaken (hij overleed in '48), is hij voor mij een grote stimulans gebleven. Het was wel zo dat Oosterhof en Van Genderen al eerder gepromoveerd waren, zij zijn later ook hoogleraar geworden. Er groeide in onze kerken dus wel wat meer begrip voor verder studeren, maar het werd door velen toch als een persoonlijke hobby gezien, ook door mede-studenten."
Na zijn promotie ging Velema naar Leiden. In '66 benoemde de synode hem als hoogleraar aan de onderwijsinstelling aan het Apeldoornse Wilhelminapark die toen Theologische Hogeschool heette en die zich sinds '78 universiteit mag noemen.
Velema: "Ik had een heel brede leeropdracht van de kerken gekregen en ik moest geweldig veel bestuderen. Ik heb ontzettend hard moeten werken in de theologie. Maar ik heb er nooit een hekel aan gehad. Van huis uit heb ik een vreselijke hekel aan half werk. Ik ben opgegroeid met: Wat je doet, moetje goed doen en als je het niet goed doet, moetje het een ander laten doen."
Zijn omvangrijke bibliotheek ("Tweehonderd gestrekte meter, heeft mijn vrouw eens gemeten.") bewijst dat de hoogleraar dit principe nog steeds aanhangt. Een voorzichtige blik toont een brede oriëntatie op velerlei gebied: theologie, Nederlandse literatuur, cultuurgeschiedenis. Tweede Wereldoorlog, Nederlands Indië/Indonesië.'
In het gesprek is uiteraard ook aandacht voor de vele publicaties waardoor hij ook ver buiten zijn kerken bekendheid heeft gekregen.
'Van zijn vakken is het ene meer naar buiten de kerk en het andere meer naar binnen gericht. Deze combinatie typeert niet de persoon Velema, maar "deze vakken hebben mijn leven gestempeld". Hij beschouwt het als een voorrecht op beide terreinen te kunnen werken. Velema: "Het 'naar buiten' zit natuurlijk niet alleen in de ethiek, ook via het pastoraat kom je in aanraking met de buitenwereld. Daarin gaat het om mensen die in de samenleving verkeren en daar hun problemen hebben." Dat neemt niet weg dat Velema juist inzake ethische kwesties nogal eens publiciteit heeft gekregen. Menige omroep haalde hem als het prototype van de orthodox-protestant in de studio.
Zijn veelvuldig optreden leidde er ooit toe dat Koos Postema tegenover hem opmerkte dat hij bekend stond als "iemand die overal een antwoord op weet". De hoogleraar lacht erom. "Ik zei: 'Meneer Postema dat is heel interessant. Ik kreeg onlangs een briefkaartje van een vrouwenclub en daarop werd mij gevraagd iets te zeggen over wat er in de bijbel over niertransplantatie staat. Ik heb toen (de concordantie van) Trommius uit de kast gepakt en Postema laten zien dat dit woord er niet in stond. Dus ik zei: 'Ik weet het niet.' Nee, de Bijbel biedt geen kant-en-klare-oplossing voor eigentijdse problemen. Ik ben wel de mening toegedaan dat er toereikende gegevens in staan om tot een verantwoorde beslissing te komen. Maar hoe langer de weg is tussen deze gegevens en het uiteindelijke antwoord, hoe meer er natuurlijk van jezelf in de beslissing kan gaan meespelen. En zo kan het gebeuren dat de vrijgemaakt gereformeerde Douma en ik wel vaak, maar niet altijd gelijk uitkomen. Ja, inderdaad bij zoiets als de reageerbuisbevruchting."
Het vakkenpakket van Velema is zo breed, dat hij door twee docenten opgevolgd wordt. Drs. A. Baars neemt de ambtelijke vakken ter hand en dr. D. Steensma de ethiek. "Aan de ene kant vind ik dat jammer, maar ik begrijp de noodzaak ervan. De ontwikkelingen zijn zo geweldig, je kan dat niet meer in één hand geven, " rechtvaardigt de hoogleraar deze herverkaveling.
Over de keuze van de opvolgers van hemzelf en zijn binnen afzienbare tijd eveneens vertrekkende collega's De Vuyst en Van 't Spijker, is binnen (en buiten) de Christelijke Gereformeerde Kerken hevig gespeculeerd. Critici beweren dat met de benoeming van dr. H. Selderhuis (kerkrecht en kerkgeschiedenis), drs. T. Hofman (Nieuwe Testament) en de eerder genoemde Baars de rechtse, meer wereldmijdende stroming heeft gewonnen. Velema is het met deze conclusie niet eens. "Ik denk dat de synode met deze benoemingen gekozen heeft wat de kerken en de universiteit ten goede zou komen. Natuurlijk zijn de benoemden weer heel andere mensen dan mijn collega's en ik. Ik hoop hartelijk dat zij iets van die openheid mogen hebben, die wij hebben geprobeerd te betrachten en die een voortgaande lijn is van datgene wat indertijd Hovius en later Oosterhof en Van Genderen hebben ingezet. Ik heb daar ook wel verwachtingen van. Als je begint op de universiteit moet je er nog helemaal inkomen, dat moest ik in '66 ook. Ik had toen nog niet de contacten met bijvoorbeeld de media en andere universiteiten in binnen-en buitenland, die ik nu heb. Dat is een groei en ontwikkeling. Ik heb door mijn werk de gelegenheid gekregen naar buiten te treden en die heb ik aangegrepen. Je kunt wel zeggen dat er vanuit de universiteit het verlangen bestaat om dienstbaar te zijn aan de kerk en daarbuiten. Ik hoop dat dit opgepikt wordt. Het zal er ook van afhangen wat voor gelegenheid deze mensen krijgen. Het is iets van jezelf, maar het is ook een wisselwerking".'
Aan het slot verhult prof. Velema niet de spanningen die er binnen zijn kerken zijn. Bij zijn afscheid op de synode van Zierikzee in het najaar van 1995 heeft hij dat ook ter sprake gebracht. Er is, aldus prof. Velema, onder ons altijd een samenbindende factor geweest en dat hield ons als kerken bijeen. Het lijkt erop of dit bindende aan het wegvallen is, aldus prof. Velema. We hebben genoeg op eigen kerkelijk erf liggen om ons te bemoeien met de buren. Wel willen we vanaf deze plaats prof. Velema onze erkentelijkheid uitspreken voor het vele dat hij ook ons geboden heeft via zijn talrijke publicaties. De denk dat vele collega's zijn geschriften op de plank hebben staan en geregeld dankbaar raadplegen. We wensen prof. Velema nog veel kracht en gedrevenheid toe om te blijven publiceren.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1996
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 januari 1996
De Waarheidsvriend | 20 Pagina's