De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Kerkelijke leeruitspraken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkelijke leeruitspraken

6 minuten leestijd

Het blad De Saambinder van de Gereformeerde Gemeenten is in een reeks artikelen orde op zaken aan het stellen inzake de leer van de Gereformeerde Gemeenten ten aanzien van het genadeverbond en wat daarmee samenhangt. Eén en ander maal wordt daarbij de theologie van dr. Woelderink onder de loep genomen, waartegen scherp verzet wordt aangetekend. Ik laat dit alles buiten beschouwing, evenals allerlei uitspraken in dit artikel en andere over de Hervormde Kerk.

In een artikel in de Saambinder van donderdag 16 oktober gaat de heer H. A. Hofman echter in op de houding van dr. Woelderink tegenover de Gereformeerde Gemeenten. Hij hekelt daarin, dat Woelderink kritiek had op het feit, dat de Gereformeerde Gemeenten op de synode van 21 mei 1931 te Rotterdam een aparte leeruitspraak hebben gedaan inzake het genadeverbond (in feite naast de belijdenis der kerk), zonder vooraf met andere kerkgenootschappen overleg te hebben gepleegd. Ik laat de terminologie waarvan dr. Woelderink zich bedient ('afgesloten hooghartigheid') buiten beschouwing. Ik heb er wel moeite mee dat de heer Hofman zo weinig moeite heeft met deze kritiek als zodanig, namelijk dat een kerkgenootschap naast of boven de belijdenis behoefte heeft aan een aparte leeruitspraak, die andere kerken van de gereformeerde confessie niet hebben of niet nodig achten, omdat de confessie zelf voldoende over het genadeverbond, de verkiezing en verwante leerstukken zegt. Want uiteindelijk isoleert men zich met een dergelijke leeruitspraak wel ten opzichte van anderen, die van harte bij de gereformeerde belijdenisgeschriften willen leven. Dr. Woelderink is niet de enige, die dat heeft gezegd. Ds. G. Boer heeft in zijn doorwrochte rede voor het COGG 'De Gereformeerde Gezindte nu en in de toekomst' bij dezelfde dingen de vinger gelegd (uitgegeven bij Uitgeverij Bout te Huizen, 1964).

Ik laat hier uitvoerig volgen wat ds. G. Boer daarover zegt:

'Als bezwaar tegen de Hervormde Kerk kan worden genoemd, dat zij — zonder de andere kerken te raadplegen — de reformatorische belijdenisgeschriften gaat omkransen met allerlei proeven van een nieuw belijden of door uitgave van herderlijke schrijvens. Dordt deed dit in 1618 —1619 anders. Daar waren de buitenlandse kerken vertegenwoordigd en zij spraken mee. Wanneer onze vaderen ten aanzien van de controvers van Dordt zo oecumenisch waren in hun dagen, hoeveel temeer past dit de Hervormde Kerk van nu, die oecumenisch wil zijn tot aan de einden der aarde, maar daarmee in het eigen vaderland blijkbaar zo'n moeite heeft!

Ook de Gereformeerde Kerken hebben een verandering in de belijdenis aangebracht in art. 36 van de Ned. Gel. Bel., zonder de anderen te raadplegen.

Ook de Gereformeerde Gemeenten hebben aanvullende artikelen over het verbond opgesteld. Zo is er meer te noemen; Dat kan en mag niet meer. Waarom niet ? Is dan de belijdenis onaantastbaar ? Neen! Dan zou zij gelijk staan aan Gods Woord. En deze hoogte haalt de belijdenis nooit. Is deze belijdenis niet voor uitbouw vatbaar ? Jawel! De Schrift is oneindig rijker dan de belijdenis. Daarvan worden wij in de loop der jaren in de prediking steeds meer overtuigd. Is de belijdenis niet voor verbetering vatbaar ? Ook dat.

Maar als de belijdenis ons gemeenschappelijk 'bezit' is en als wij van elkander zijn, dan hebben wij deze belijdenis gemeenschappelijk te belijden en eventueel te veranderen of uit te bouwen of in te korten of te concentreren op de hoofdzaken. Ik zeg niet, dat dit moet gebeuren, maar als er iets gebeurt, dient dit gemeenschappelijk te geschieden.'

De kerkelijke leeruitspraak, die de Gereformeerde Gemeenten nodig hebben geacht naast de belijdenis, komt kort gezegd hierop neer, dat het genadeverbond is opgericht met de uitverkorenen en dat in feite ook het welmenend aanbod van genade alleen de verkorenen geldt. Als dit de kern van de leer van de Gereformeerde Gemeenten is kan ik mij wel indenken dat men naast de belijdenis aan zo'n leeruitspraak behoefte heeft, want de belijdenis zélf spreekt evenwichtiger, onbevangener over verbond en verkiezing.

Ik weet dat deze kwestie zélf niet van vandaag of gister is. Wat is er door de eeuwen heen al niet over verbond en verkiezing gediscussieerd? Alle spreken over de verkiezing echter breekt stuk op het feit, dat een geheimenis niet rationeel te verwoorden is. En over dat geheimenis zijn al velen gestruikeld. De verkiezing is het hart van de kerk en het heil vóór de kerk. De verkiezing is geen muur maar een poort, een doorgang tot het leven. Dat is de essentie van wat de belijdenis er dunkt me van geeft. Wat de leeruitspraak van dè Gereformeerde Gemeenten betreft is het echter zo, dat het gevaar bepaald aanwezig is, dat er scheefgroei optreedt omdat zo'n aparte bepaling over verbond en verkiezing een eigen leven gaat leiden en de dominant in het theologisch denken gaat worden. Zó, dat de evenwichtigheid, waarmee de belijdenisgeschriften over de verkiezing spreken, wordt verloren. De belijdenis laat én Gods souvereiniteit én de menselijke verantwoordelijkheid naast elkaar staan, brengt het één niet in mindering op het andere.

Ik werd dezer dagen getroffen door het dominerende van de verkiezing over de andere leerstukken toen ik preken las van ds. G. H. Kersten in pas verschenen boeken uit de nalatenschap van deze voorman van de Gereformeerde Gemeenten. De preken zijn markant, ernstig, bevindelijk, ernst makend met de menselijke verdorvenheid en de geloofsverbinding van Christus en de Zijnen en als zodanig leerzaam en behartenswaardig. Maar op allerlei punten domineert de verkiezing dusdanig, dat de verkiezing een muur in plaats van een poort dreigt te worden, althans zo kan het voor de hoorders over komen. Twee voorbeelden daarvan. Ds. Kersten spreekt telkens over de rechtvaardiging van de uitverkorenen. Rationeel gezien begrijp ik deze uitdrukking best. Maar bijbels gezien — en zó greep de Reformatie het heil weer — gaat het om de rechtvaardiging van de goddelozen. Een en andermaal hanteert ds. Kersten verder de tekst, dat de beloften in Jezus Christus ja en amen zijn; maar in één adem, zonder komma voegt hij eraan toe 'voor de uitverkorenen'. Op deze wijze corrigeert men de Schrift, die die toevoeging niet heeft. En zo is de verkiezing toch wel de dominant in veel van deze preken, waaruit blijkt, dat de genoemde kerkelijke leeruitspraak geen op zichzelf staande zaak is. En waar dan zo'n uitspraak een eigen leven gaat leiden kan de prediking ontsporen, zo dat de verkiezing rationeel wordt benaderd en niet meer als geheimenis, als heil wordt verkondigd. Dat is een gevaar dat ons overigens allen bedreigt. Ds. L. Kievit merkte pas heel scherp op, dat de mensen er dan geen heil meer in zien (u proeft de dubbele betekenis).

Het blijft stamelen, als het over de verkiezing gaat, maar op de buitenkant van de poort staat: 'komt allen tot Mij die vermoeid en belast zijt en ik zal u rust geven'. Is men binnen dan leest men aan de binnenkant: 'door U, door U alleen om 't eeuwig welbehagen'.

Het artikel van de heer Hofman noopte me tot deze ontboezemingen. Me dunkt dat men sprekende over de verkiezing en het verbond ook pastoraal ontsporen kan. Ik zeg niet dat de heer Hofman dat doet maar wel dat hij te lichtvaardig heenstapt over rechtmatige vragen, die over een leeruitspraak 'op eigen houtje' te stellen zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Kerkelijke leeruitspraken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 oktober 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's