De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

4 minuten leestijd

Adriaan H. Bredero,
De ontkerstening der Middeleeuwen.
Uitgave Agora/Pelckmans, Baarn, 2000, 542 pag. ƒ49,90.
De hoofdtitel die mediëvist (Middeleeuwendeskundige) prof. dr. Adriaan H. Bredero aan zijn 'Terugblik op de geschiedenis van twaalf eeuwen christendom' heeft meegegeven is een intrigerende: De ontkerstening der Middeleeuwen. De vraag waar zijn bundeling van studies over centrale thema's om draait, wordt in de proloog aangesneden en in de epiloog nogmaals aan de orde gesteld: hoe christelijk waren de Middeleeuwen eigenlijk? Met een genuanceerde voorzichtigheid en grote deskundigheid wil hij duidelijkheid scheppen in de veelheid van interpretaties die vooral in de laatste twee eeuwen zijn gegeven van de voor Europa zo bepalende periode van de geschiedenis, die wij 'Middeleeuwen' plegen te noemen, de era van de Romeinse tot de moderne tijd (rond 1500). Het blijkt dat elke tijd haar eigen Middeleeuwen lijkt te hebben. De Reformatie en de Verlichting hadden weinig waardering voor de eeuwen waarin het ware geloof, respectievelijk de wetenschap verduisterd werden door bijgeloof en obscurantisme. De Middeleeuwen werden beschouwd als een periode van geestelijke en intellectuele verachtering. De Romantiek daarentegen bracht een krachtige herwaardering. De Middeleeuwen werden in de negentiende eeuw geïdealiseerd als de periode van de eenheid van het christelijk Europa, waarheen men met heimwee kon terugverlangen. Er was sprake van een herkerstening van deze periode. Nostalgische gevoelens speelden daarbij een belangrijke rol. Bredero illustreert deze gevoelens in een noot met een gedicht van Marsman, met als titel Heimwee dat m.i. deze weemoed zo treffend illustreert, dat ik niet kan nalaten het te citeren: 'De tijden zijn zwart/ wij zijn eeuwen en eeuwen te laat geboren/ in een mantel gehuld, door een/ engel op weerlichten doortocht verloren/ en door het onuitroeibaar heimwee vervuld/ den Koning te zien voor Wien/ ik had willen strijden/ in de hartstochtelijkste aller tijden/ moet nu in late verwilderde woorden gewagen/ van eeuwen die versomberen tot verhalen/ - duister en vurig- van kruistochten/ en kathedralen.'
In hoeverre was deze kerstening terecht? Dat is de vraag die door dit boek heen speelt. Een reactie op de idealisering van de Middeleeuwen is de 'ontkerstening' die in onze tijd plaatsvindt. Daarin probeert men juist aan te tonen dat de Middeleeuwen verre van christelijk waren. Natuurlijk is er wel een christelijke bovenlaag geweest, maar die had nauwelijks invloed op het gewone volksleven, waarin het heidendom eigenlijk rustig voortleefde, getooid met christelijke rituelen, waarbij de heiligenverering een heel belangrijke plaats innam. Vanuit een afscheid van het christendom in onze tijden probeert men min of meer het heidense karakter van de Middeleeuwen te idealiseren en te laten herleven. Kortom, de agenda van de eigen tijd kan heel bepalend zijn voor het oordeel over het verleden. Dat toont Bredero op een boeiende manier aan en hij probeert daarbij zijn eigen weg te gaan, waarbij hij beide uitersten terecht wijst. Hij komt tegenover de ontkerstening van de Middeleeuwen op voor het christendom, dat niet alleen bij de elite, maar ook wel degelijk in het volksleven te vinden was. Een voor hem belangrijke these is dat heidendom en christendom niet zo diametraal en exclusief tegenover elkaar mogen worden gesteld. Hij pleit voor een evenwichtige en afgewogen weg van de studie der Middeleeuwen, waarbij de filologische studiemethode (vooral de studie van de documenten en feiten) en de mentaliteitsgeschiedenis van la nouvelle histoire, waarbij de sociale wetenschappen de toon aangeven, beide tot hun recht komen.
Bredero heeft zijn boek niet uit één beweging geschreven, maar gebruik gemaakt van reeds bestaande studies van zijn hand die zijn samengebracht. Dat geeft soms wel eens een overlapping en ook een onevenwichtigheid van accenten, maar dat is toch niet al te storend. De volgende hoofdstukken vormen de inhoud: na de proloog gaat het eerst over de periode 'Tussen oudheid en nieuwe tijd'. Daarna is er een hoofdstuk over 'Romanisering- kerstening-germanisering', dat gevolgd wordt door een hoofdstuk over Karel de Grote als 'vader van Europa'. De monniken van het westen, nieuwe vormen van religieus leven, de franciscaanse beweging, het katharendom, de strijd om de pauselijke macht, deze onderwerpen passeren de revue. De hoofdstukken bieden een schat van kennis, die vrucht is van een leven van studie.
Bredero's boek zet aan het denken over de wijze waarop de visie op een ver verleden in rapport wordt gebracht met het verstaan van de eigen tijd, en omgekeerd. Studie van de geschiedenis is geen zaak van een wereldvreemde geleerde, die in het verleden vlucht om zijn eigen tijd te ontgaan. Bredero Iaat zien dat we het verleden nodig hebben om onze tijd te verstaan. Allen die zich voor de geschiedenis, en in bijzonder van de Middeleeuwen, interesseren, zullen zeker niet teleurgesteld worden als ze zich dit boek aanschaffen. Van harte aanbevolen.

M. A. VAN DEN BERG

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 maart 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's