De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Meditatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Meditatie

PASEN

6 minuten leestijd

Wat zoekt gij den Levende bij de doden? Luk. 24 : 5

Wij gaan weer Pasen vieren. Dat wij het zullen vieren is overigens niet vanzelfsprekend. Dat hangt er tenminste niet van af of wij deze dagen op 'n prettige en gezellige wijze kunnen doorbrengen. Wellicht zijn daarvoor uw plannen al klaar: u krijgt bezoek of gaat ergens heen. Maar echt Pasen wordt het pas als wij de Heere Jezus zelf ontmoeten als de Levende en als wij gaan ontdekken, dat Hij ook voor ons de dood overwonnen heeft. Pasen is de jubel: mij jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan. Pasen is het feest van de vreugde, van verbaasde kinderen, die struikelen over hun eigen woorden.

Maar dat lijkt eerlijk gezegd zo onwezenlijk. Is dat niet net doen alsof dit leven met zijn zorgen en zijn noden amper meer bestaat en alsof wij al met één been in de hemel zouden staan. Velen zeggen: ik wil het best weten, mij jaagt de dood terdege angst aan en dat de gelovigen er anders tegenover zouden staan, daar ben ik niet zo heel erg van overtuigd. Dat de macht der zonde overwonnen is, dat kan wel waar zijn, maar in mijn leven merk ik er bitter weinig van. De zonde en de dood is een werkelijkheid en het helpt niets als je dat probeert weg te praten.

Het is maar goed, dat het paasevangelie ook zo in de verlegenheid begint. Het gaat niet over mensen, die 's morgens opstaan en aanstonds zeggen: Hallelujah, nu is het Pasen, als het wakker worden na een boze droom. De discipelen zijn wel vroeg opgestaan, maar dat was eerder omdat ze niet slapen konden van de teleurstelling en de onzekerheid dan dat ze verlangden naar het nieuwe. Wat zou er trouwens ook voor nieuws kunnen gebeuren, wanneer wij hebben moeten afrekenen met al onze verwachtingen en als wij over het hoopvolle alleen nog maar kunnen spreken in de verleden tijd?

Wij weten, dat de vrouwen op pad gingen met hun specerijen. Dat was hun laatste dienst aan Jezus. Ze gingen wel op pad, maar het leek meer op een terugtocht. Als ze die specerijen hadden afgeleverd, wat dan? Och, daar moet je maar niet over denken. Jezus, dat is iets van vroeger, zoals misschien de Heere Jezus ook bij u meer iets van vroeger geworden is dan van vandaag. Vroeger gebeurde er nog wat. Toen had u er soms wat aan wanneer u naar de kerk ging of in de bijbel las, maar later kwam de tijd, dat u het nog wel deed of misschien niet meer, maar dat maakte niet veel verschil, want het deed u eigenlijk zo bitter weinig. En dat opgewonden gedoe en die Hallelujah stemming rondom Pasen, het boeit u maar ternauwernood. Eerlijk gezegd vindt u het eerder overdreven.

Nu, dat staat gelukkig allemaal in het paasevangelie. De vrouwen vinden een open graf en zelfs engelen uit de hemel, maar het maakt ze niet eens blij. Het is alsof het ongemerkt langs ze heen glijdt. Ze denken niet meer aan mogelijkheden, die hoger zouden liggen en verder zouden grijpen dan wat zij bij zichzelf ervaren. Maar nu wordt plotseling als uit een andere wereld de vraag gesteld: wat zoekt gij de Levende bij de doden?

In elk geval, hoe het verder ook mag zijn, deze vrouwen zoeken iets, zij zoeken iemand. Terwijl hun hart en hun ervaring zeggen: u hebt niets meer te zoeken, zoeken ze toch. Dat zouden ze onmogelijk kunnen laten, al zouden zij zelf niet weten waarom. Zoekt u ook iets? Wij zoeken immers alleen wanneer wij iets kwijt zijn en wanneer dat wat wij missen voor ons een grote waarde vertegenwoordigt. Wat zoekt u of wie? Als wij het aan de vrouwen op paasmorgen hadden gevraagd, zouden zij het antwoord schuldig zijn gebleven. Ja, wat zoeken wij eigenlijk? Wat hebben wij nog te zoeken sedert ons leven op dood spoor kwam te staan?

Het gaat op Pasen over de Levende, over Christus, die de zonde en de duivel overwon en de dood achter zich heeft gelaten. Die Levende, dat is het echte leven, het leven, dat zich niet schijnbaar handhaaft tegenover de dood in een uiterst labiel evenwicht. Hij is het leven, dat niet aan alle kanten geschonden is door de zonde en gebonden door de duivel. Want dat is eigenlijk geen leven. Dat is alleen maar een manier van dood, een gestadig sterven. Leven is, vrede hebben met God en gedragen worden door de krachten van de toekomst en van Zijn overwinning. Christus alleen is de Levende, de machten om ons heen zijn dood en dodelijk. Als wij er ons leven aan overgeven worden wij onbevredigd en ongelukkig. Maar als wij Christus ontmoeten veert alles op. Dan krijgen wij moed en hoop, dan worden de dingen van alle dag de moeite waard. Dan komt er een wonderlijke blijdschap en vrede in ons leven. Dan heeft alles zin en wij krijgen er zelf zin in. En wij ontdekken: dat gaat van Christus uit, want die verbindt mijn arme, povere leven met God en met zijn overwinning.

Zoekt u dat? De vrouwen op paasmorgen konden het niet ontkennen: daar gaat het ons om en dat wij dat vinden, daar hangt eigenlijk alles van af. Maar dan is er tegelijk de beschamende vraag: waarom zoekt u Hem dan bij de doden? Waarom maakt u zich dan toch zo druk met allerlei waarin deze levende Christus toch niet gevonden wordt? U denkt: maar ik zoek Hem toch niet bij de doden? Waar zoekt u Hem dan? Wellicht bij uzelf, in uw eigen ervaringen en prestaties, in uw zelfonderzoek alsof u heel diep van binnen op Hem zou kunnen stuiten. Dat is zoeken bij de doden. Of misschien zijn de bijbel en de prediking voor u zo iets als een museum geworden? U vindt het prachtig en boeiend, maar het zijn antiquiteiten. U geniet ervan, maar u neemt er niets van mee. Veel geregelde kerkgangers zijn eigenlijk museumbezoekers. Ze hebben een abonnement en daar maken zij een druk gebruik van. Maar een museum blijft een museum, ook al komen wij er elke dag.

Christus zegt: Ik ben de Levende. Zoek Mij niet bij de doden, want daar vindt u Mij nooit. Maar waar moet ik die Levende dan zoeken? Daar waar een zondaar zijn knieën buigt en zijn schuld belijdt. Daar waar iemand door het geloof tegen zichzelf gaat zeggen: mijn leven is wel hopeloos verknoeid, maar Jezus is de overwinnaar, ook over die boze werkelijkheid, die ik bij mijzelf ontdek. De Levende is daar waar twee of drie in zijn Naam vergaderd zijn en met elkaar belijden: de Heere is waarlijk opgestaan, halleluja.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Meditatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 1963

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's