Leestafel.
Verdieping en belijning, geschrif ten voor den practijk van het chris telijk schoolleven in den nieuwen tijd, onder redactie van ds. Wouters en W. G. van de Hulst.Uitgave : P. Noordhoff, Groningen, 1921.
Verdieping en belijning, geschrif ten voor den practijk van het chris telijk schoolleven in den nieuwen tijd, onder redactie van ds. Wouters en W. G. van de Hulst. Uitgave: P. Noordhoff, Groningen, 1921.
In ons schoolleven zijn we eeh nieuwen tijd ingegaan. De tijd van verdieping en belijning. De dingen moeten voor onze christelijke scholen dieper worden opgehaald, beter worden gefundeerd, meer worden belijnd. We hebben een „eigen" schoolleven en nu moet er met alle krachten aan gewerkt worden, om voor dat „eigen" schoolleven ook alles te krijgen, wat speciaal voor dat „eigen" schoolleven is gemaakt en daarbij past
Het gebruiken van 't geen uit een heel andersoortig schoolleven afstamt, moet uitraken. Zelf bouwen van eigen schoolleven is nu de boodschap.
Dat zal niet zoo makkelijk zijn. Maar 't moet. Anders zouden we ten slotte den schoolstrijd toch verloren hebben.
Wij verblijden' ons dan ook zeer, dat men de handen uit de mouwen heeft gestoken en aan den ploeg heeft geslagen.
Dat prijzen we gaarne. En het aanvankelijk resultaat ligt nu voor ons.
Eigen boekjes, om de lijnen en de beginselen voor ons christelijk schoolleven nader aan te geven en uiteen te zetten.
No. 1 handelt — natuurlijk — over Bijbelsche geschiedenis. En Van de Hulst doet het kranig.
No. 2 gaat over — de volgorde is juist ! — Kerkgeschiedenis en Zendingsgeschiedenis. De heer G. Meima, directeur van de Kweekschool te Groningen geeft hier een uitnemend project.
No. 3 — een extra dik nummer — is van D. Wouters en behandelt het lezen.
No. 7a : — de No.'s 4 enz. waren nog niet pasklaar — is geschreven door den heer M. Lührman, hoofd der Koningin Wilhelminaschool voor M.U.L.O. te Rotterdam en gaat over Handelskennis.
No. 11a is gewijd aan Handenarbeid en is bewerkt door den heer J. C. Wirtz Cz.n, inspecteur van het lager onderwijs ; een zeer zaakrijk boekje.
No. 13 — het laatste van de eerste zending— is door ds. J. van der Eist, leraar (geen drukfout) aan het Christelijk Lyceum te Hilversum, geschreven en gaat over De Franse (geen drukfout) Taal. De heer Wirtz en Van der Eist gebruiken de nieuwe spelling ; (dat is de demokratiese stroming).
Zonder dat wij over alle bizonderheden oordeelen kunnen, juichen we deze uitgave van harte toe. 't Is een aanwinst voor ons schoolleven en met belangstelling zien we uit naar de overige nummers, die, naar we hopen, spoedig volgen zullen.
De schrijvers geven uitnemend te werk en de uitgever heeft alles in sierlijk kleed gestoken. Het is werk dat gezien mag worden!
Herinneringen uit de kinder-en jongelingsjaren van dr. Abr. Kuyper, bijeenvergaderd door zijn eenig overgeblevert zuster. Uitgave : J. H. Kok, Kampen.
Het zijn kleinere en grootere trekjes uil de jeugdjaren van den grooten theoloog-wijsgeer-staatsman, dr. Abraham Kuyper, zoo als een zuster die kan en mag publiceeren. Het scheen eerst, hoewel Abraham reeds als kind een groot hoofd had, dat het met de verstandelijke vermogens niet zoo bijster goed stond, maar plotseling keerde dat en alles liep vlot. Toen een professor het kind onderzocht, riep hij uit (het was een Duitscher) : Bewahre, das is alles Gehirn", d.w.z. „verbazend, dat zijn allemaal hersenen." Riepen de jongens op straat hem wel na : „onder die hoed zit gaslicht, onder die hoed zit stoom". — een professor weet toch altijd nog meer dan de straatjeugd !
Abraham was een echte schavuit en haalde allerlei kwajongensstreken uit — vertelt nu z'n zuster. En later noemde z'n vader hem een animal disputant, d.w.z. iemand, die altijd zat te disputeeren, een twistziek mensch dus. Toch een leukerd, die uitnemend studeerde en in de keuken tot verbazing van de meid een pannekoek kon omkeeren, zóó, dat deze door den schoorsteen vloog en buiten weer opgevangen werd. Die ook z'n moeder beet nam. Want gelijk meer moeders doen, had zij de gewoonte als er taartjes in huis waren, na de visite die gebakjes weg te sluiten in de provisiekast en verder er niet meer aan, te denken. Maar Abraham lustte ze wel. En met z'n broers en zusjes saam nam hij-de scharnieren uit de deur en de taartjes werden lekker opgepeuzeld ; één werd er overgelaten. Daarna de scharnieren weer hersteld en niemand wist er iets van. Totdat 14 dagen later een van de kinderen ondeugend zei : „Moeder, er zijn toch nog taartjes van Henriette's verjaardag over ? " Toen kwam het uit.
Het verwondert ons dat we in de liberale pers dit voorval uit het leven van Abraham nog niet gelezen hebben. De Nieuwe Kerk te Amsterdam, weet u !
Genoeg. Aardige jeugdherinneringen. Ook veel grootere trekken uit het leven van den grooten man ; b.v. zijn Evangelisatiewerk onder het zeevolk.
Het boekje is keurig netjes uitgevoerd. De geheele opbrengst is door schrijfster en uitgever bestemd voor het Miljoen-fonds.
Prijs f 0.90.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 juli 1921
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's