Hervormd blijven mág
De synode over de raadpleging der gemeenten
Vorige week gaven we in deze kolommen uitvoerig weer hoe de raadpleging van de hervormde gemeenten (en classes) over de zogeheten intentieverklaring inzake Samen op Weg was uitgevallen. Op de vraag hoe men stond tegenover de verklaring dat beide kerken in staat van hereniging zijn was vanuit 992 (wijk)gemeenten reactie ontvangen. In het evaluatierapport was het cijfermateriaal omgerekend naar het totaal van de hervormde wijkgemeenten en dat gaf als resultaat: 60% vóór, 6% vóór onder voorwaarde (ja-mits), 30% tégen en 4% tégen onder voorwaarde (nee-tenzij).
De synode boog zich vorige week over dit rapport. Hoe moest met dit cijfermateriaal worden omgegaan? Dr. Meyers, voorzitter van de evaluatiecommissie, zei dat in de kerk niet de helft plus één beslist. Reacties moeten dan ook gewogen worden. Verder zei hij dat door de indeling in classes het districtenstelsel wordt bevorderd en dat is voordelig voor de meerderheid. Eén classis, namelijk Winsum is even groot als één grote gemeente op de Veluwe, namelijk Ermelo.
Over het cijfermateriaal kwam mevr. J. Salverda-Lems nog opmerken dat de classis Zutphen niet in het cijfermateriaal was verwerkt. Die classis had niet gestemd, zou echter bij stemming ja-mits hebben gezegd want 'nee zegt men niet zo gauw.'
Dr. C. P. van Andel was kennelijk erg geprikkeld door de uitslag van de raadpleging. Hij vroeg zich af of de gemeenten, die niets van zich hadden laten horen, wel op de juiste wijze waren meeberekend en signaleerde dat de gemeenten 'die het hardst hadden gelopen, in het voordeel waren.' Bepaalde modale groepen — aldus dr. Van Andel — lopen als het op bepaalde beslissingen aankomt nu eenmaal harder. Ze waren om hun activiteit wel te prijzen, maar intussen... Verder ging hij vrij sarcastisch, om niet te zeggen snerend in op die gemeenten die al maar spraken over neêrlands kerk ('zo'n kerk met een dakje') of over de vaderlandse kerk. Het moest gaan om een kerk van Christus naar de toekomst toe, een kerk die belijdend, apostolair en oecumenisch is. Dr. Van Andel meende dat we ons door dit dikke rapport niet moesten laten afbrengen van de zaak waarom het gaat. In 1961, toen 'de Achttien', de initiatiefnemers van 'Samen op Weg', van zich hadden laten horen, waren de zalen te klein als er vergaderingen werden belegd. Het leefde bij het grondvlak.
Diaken A. W. de Ronde (Stellendam) pareerde later dr. Van Andel met de opmerking dat, als de cijfers van de meelevende gemeente bekend zouden zijn, het beeld ook anders uit zou vallen, maar dan in een zin tegengesteld aan die welke dr. Van An del wenste. En dr. Meyers vulde aan door te zeggen dat dr. Van Andel dan 'tranen zou wenen'. Dr. Meyers stelde verder dat het niet aanging zo laatdunkend over die gemeenten te doen, die over vaderlandse kerk etc. spraken. Daarachter zit een grote liefde en trouw tot de kerk. En dr. R. J. Mooi vulde later nog aan dat men wel een ideaalbeeld van de kerk kan hebben maar dat het ook gaat om de werkelijkheid van vandaag. Een ander zei dat niemand meer weet van de brede belangstelling in 1961. Er is tussen 1961 en nu ook heel wat veranderd, ook in de betrokkenheid van de gemeenten.
Ds. G. Broere ('t Harde) vond het pijnlijk dat dr. Van Andel zich zo had uitgelaten over dat deel van de kerk, waartoe hijzelf wilde behoren, en dat vanuit liefde tot de kerk voluit zijn plaats wenste in te nemen. Hij vroeg zich overigens af of de stemgerechtigde lidmaten niet bij de raadpleging hadden moeten worden betrokken. Verder hekelde hij de huidige classicale indeling, die tot vertekende beelden leidt. Hij riep op althans de schijn te vermijden het proces te willen forceren.
Drs. R. H. Kieskamp (Leerdam) zei dat achter cijfers wel principiële achtergronden schuil gingen. Als overigens uit de cijfers blijkt dat éénderde deel van de kerk tegen het proces is dan kan men gevoegelijk aannemen dat het, wat de meelevende gemeente betreft, tendeert naar de helft. Drs. Kieskamp voerde verder een punt van beleid op door te stellen dat als bepaalde beslissingen inzake de voortgang van het proces in de combi-synode genomen zouden worden, dit om kerkordeherziening van de hervorrride kerkorde zou vragen, waartoe in een verdubbelde synode een meerderheid van tweederde nodig is.
Besluitvorming
Dr. S. Meyers diende op dit punt later een motie in, die overigens met zestien stemmen vóór werd verworpen.
Diaken N. A. de Waal (Alblasserdam) had, gezien de raadpleging, in een motie voorgesteld voorlopig van een beslissing af te zien. Zijn motie kreeg 12 stemmen en werd verworpen.
Drs. Kieskamp meende dat de kerk niet verder moest gaan dan zich uitspreken voor federatie van dié gemeenten, die dat wilden. De 'staat van hereniging', waartoe de intentieverklaring leidt, heeft veel meer een verplichtend karakter dan 'staat van federatie'. Op deze wijze verder gaande zou de nieuwe kerk, zo meende hij ook, een afsplitsing kunnen betekenen van de Hervormde Kerk als 'planting Gods in de geschiedenis'.
Uiteindelijk kwam het moderamen met een motie van de volgende inhoud...
- 'in staat van hereniging' impliceert niet enige verplichting van een hervormde gemeente tot vormen van federatieve samenwerking wanneer deze gemeente niet tot overeenstemming kan komen,
- gemeenten, die nog niet overgaan tot brede interkerkelijke samenwerking, blijven uiteraard vallen onder de bepalingen van de hervormde kerkorde (behoudens hun functioneren in bredere verbanden, waarvoor een federatieve samenwerking is aangegaan), verstaat de verklaring 'in staat van her eniging' als het uitspreken dat het proces van de beide kerkgemeenschappen op hun weg naar hereniging, doorgaat en zoveel mogelijk wordt gestimuleerd.
Deze motie werd met veertig stemmen vóór (van de 56 synodeleden) aangenomen. Daarmee is intussen een stapje verder gezet op de weg naar hereniging van de Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerken, al komt de intentieverklaring zélf nu eerst nog op de combi-synode en komt later de besluitvorming daar terug op de hervormde synode. Duidelijk was wel dat ieder begreep dat overhaasting problemen zou oproepen. Vandaar de voorzichtige en toelichtende formuleringen in de motie van het moderamen. Het is echter ook duidelijk dat een deel der synode met deze motie toch niet gerust was. Er wordt immers tóch weer een stap gezet.
Men kan zich overigens wel afvragen wat voor consequenties de formulering in de motie hebben kan dat gemeenten, die niét mee willen doen, onderde hervormde kerkorde mogen blijven. Hervormd blijven mag dus. Maar betekent dat niet voortzetting van de Hervormde Kerk door dié gemeenten, die (voorlopig ) niet federeren? Of moet de vraag gesteld worden: 'tot hoe lang mag het?'
Het wachten is nu verder op de uitslag van de raadpleging van de gemeenten in de Gerformeerde Kerken. De Hervormde Kerk is, als het over Samen op Weg gaat, echter kennelijk een verdeeld huis.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 juni 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's