Financiën.
Van de week kwam er 's avonds een lezer van de Waarheidsvriend bij mij, lid van de Geref. Kerk, die tevens een goede vriend van mij is. Het was de vorige week maar dunnetjes, zei bij. Wat bedoel je ? Wel met de ontvangsten in de Waarheidsvriend. Wacht maar antwoordde ik. Dat zal niet lang meer duren, dan komen de collecten van de spreekbeurten en ik heb er zoo'n voorgevoel van dat die deze winter schitterend zullen zijn. Ja Gerrit. Bij de groote ellende en de grenzelooze verwarring die er heerscht in onze Hervormde Kerk kan ik mij er toch zoo in verblijden, dat waar aan de eene zijde de afval grooter wordt en het ongeloof zich driester open baart, dat wij aan de andere zijde de drang naar de oude beproefde Waarheid ook zien toenemen.
Ja, zegt hij, ik zie den tijd nog komen, dat door den nood gedwongen al wat gereformeerd is en denkt op één hoop zal gedrongen worden en dat de kerkmuren die nu nog scheiding maken tusschen hen die één zijn in geloof, daarbij vanzelf zullen wegvallen. En dat wil ik je zeggen, dat ik steeds bejammer dat die scheidingsmuren er nog zijn.
Och, zei ik, wie zou dat niet ? Laten wij echter in deze zelf onze handen thuis houden en zien en afwachten wat de Heere doet. Wij leven in zoo'n geweldigen tijd. Ook op kerkelijk gebied en niemand kan vooruit zien hoe het zal gaan. Maar gelukkig is er Eén die bestuur in banden heeft en die den wagen in het rechte spoor zal leiden en houden.
Dat geloof ik ook. Intusschen neem ik en velen onzer met blijdschap waar, dat er in de Herv. Kerk een groep is die aan , de Waarheid en de belijdenis vast houdt, in welke treurige kerkelijke omstandigheden zij dan ook verkeeren.
Ja, en een groep, die gestadig in omvang toeneemt. Luister eens. Ik kreeg gisterenavond een brief uit Slikkerveer. Je ben, meen ik, in die buurt bekend.
Jawel ; goed ook. Ik ben er dikwijls geweest en er woont ook nog familie van me.
Nu, hoor dan. Ik zal je den brief voorlezen.
Slikkerveer, 14~10-'20.
Waarde Penningmeester !
Het is ons een genoegen u de som van ƒ 15.36 te zenden, welke gecollecteerd is 's avonds den 13den Oct. j.l. bij de oprichting van een afdeeling van den Geref. Bond te Ridderkerk, onder leiding van onzen geachten leeraar ds. H. H. van Ameide. In een openbare vergadering heeft Z.Eerw. het doel en streven van onzen Bond uiteengezet, met het resultaat, dat wij een afdeeling hebben opgericht van 43 leden met ds. Van Ameide tot voorzitter. Ik hoop dat God de Heere ook ons pogen wil zegenen en dat het nog tot heil mag wezen onzer Vaderlandsche Kerk. Verdeel het gezondene over de beide fondsen. Tevens verzoek ik u mij een busje te zenden. Misschien kan ik nog wat voor u verzamelen.
Na groete. De Penningm. der afdeeling
Ridderkerk, P. VAN BEEK Azn.
Dat is een goede tijding voor je, penningmeester I 43 leden dat is geen gekheid. Maar vertel me eens. Is dat diezelfde dominé, die een jaar of tien, twaalf geleden in Schipluiden gestaan heeft ?
Ja, dezelfde. Ik woonde toen in Delft en hij sprak toen veel in de vacature en wij gereformeerden konden het best met hem vinden. Hij had de kerk altijd vol. Ik ken hem heel goed. Hij is dikwijls bij mij in huis geweest en ik heb hem ook wel in Schipluiden opgezocht. Ja, zeg. Je zei daareven dat het de vorige week maar dunnetjes was maar ik heb hier nu toch bij me alles waf in het laadje was. Nu moet je nog eens verder hooren wat er van de week ingekomen is.
Rotterdam, van ds. Van Grieken :
Waarde vriend.
Zooeven ontving ik f 60.— van een lezer van „De Waarheidsvriend", aldus te verdeden : f 25.— voor bet Leerstoelfonds ; f 25.— voor het Studiefonds len f 10.— voor de Zending. Prachtig !
Met vr. groete.
Veenendaal, van ds. M. Jongebreur, f20 uit mijn catechisatiebus, en bij mij ingekomen f 10.— van N.N. uit Z. voor den Geref. Bond ; f 2.50 voor het Leerstoelfonds ; f 2.50 voor het Studiefonds en f2.50 voor den Geref. Zendingsbond, tezamen f 30.—.
Giessendam, van J. L. v. d. P. f9.—, gecollecteerd bij gelegenheid van de 40-jarige echtvereeniging van onze ouders en bestemd voor het Studiefonds.
Gorinchem, f 10.— van Corrie Visser, opbrengst van busje no. 187 over het derde kwartaal.
Utrecht, door ds. Goslinga f2.— van D. voor de beide fondsen.
Zegveld, van C. Bardelmeijer f3.93, opbrengst van busje no. 20 van de maand October.
Ziet ge, dat ziet er beter uit als de vorige week. Zoo blijft er de moed in, Gerrit I
Hoor eens, ik moet zeggen als ik elke week zoo „De Waarheidsvriend" lees, dan sta ik verbaasd over de ontvangsten en dan zie ik dat ze bij jullie toch voor de goede zaak ook nog wel wat over hebben.
Juist, en ddt doet mij nog steeds met genoegen bet beheer voeren over onze financiën, omdat ik gevoel en overtuigd ben, van de medewerking van allen, die aan de zijde der Waarheid staan.
Maar penningmeester, het wordt nu mijn tijd, want mijn vrouw zal niet weten waar ik blijf.
Nu, Gerrit, bet doet mij genoegen dat wij over deze zaak eens hebben gesproken en Ja, wat ik nog zeggen will Kijk, zie je, omdat je er zoo mee sympathiseert. Als, als je soms over de kerkmuur been iets over hebt voor onze fondsen, geloof me maar gerust, ik zal het dankbaar aannemen.
Nu, wel terusten.
De Penningmeester, J. C. FLIEHE, Arnhem, Pels Rijckenstraat 28.
Postzegels, Capsules en Zilverpapier.
In de afgeloopen week ontving ik een briefje van een onbekende en een van Hendrikje Duinkerker, Achterom, bij Hoogeveen ; beide inhoudende postzegels, capsules en zilverpapier, waarvoor vriendelijk dank. In de hoop dat er spoedig meerdere zullen komen.
Mej. J. DEN HARTOG, Kromme dijk 60, Dordrecht.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1920
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 oktober 1920
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's