Boekbespreking

Riemer Roukema, Gnosis en geloof in het vroege christendom. Een inleiding tot de gnostiek., uitg. Meinema, Zoetermeer 1998, ISBN 90-211-370819, 215 pag., ƒ 35,–.
De auteur, universitair docent Nieuwe Testament van professie, doet in deze goed gedocumenteerde uitgave onderzoek naar de vorming van de 'gnosis' in de eerste eeuwen van onze jaartelling. Hij behandelt daartoe eerst de bronnen en de achtergronden: gnostische leraren en groeperingen die via 'gnosis' (inzicht, kennis) in het diepste wezen van de mens een weg tot God trachten te ontsluiten. Dit bracht een heel andere visie op God, wereld en mens met zich mee dan in de kerkelijke prediking naar voren kwam. Maar in onze tijd zo populair dat Jezus in publicaties de contouren krijgt van een gnostische wijsheidsleraar.
In de delen 3 en 4 wordt de gnosis aan een nadere beschouwing onderworpen en een vergelijking getrokken met het christelijk geloof. De schrijver beantwoordt de vraag of Jezus een gnostische wijsheidsleraar was ontkennend. Wel ziet hij in de evangeliën aanknopingspunten voor een gnostische interpretatie van Jezus. Ik meen dat dit eenduidige verband te sterk wordt ingekleurd. De conclusie luidt dat de gnostici om twee redenen ergernis moesten oproepen: enerzijds door de inhoud van hun speculatieve ontwikkeling van het christelijk geloof en anderzijds door de superieure houding die ze uitstraalden.
Onmisbare literatuur voor lezers, die nieuwe uitingen van gnostiek wensen te plaatsen.
J. Broekhuis, Barneveld

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen