Enkele aanwijzingen voor de praktijk
Godsbesef: meer dan niks (3)
Een methode?
In ons omgaan met het Godsbesef, dat wij vandaag de dag ontmoeten in gemeente en de wereld, komt het erop aan dat wij ons realiseren, wat in het voorgaande artikel aan de orde kwam: dat Godsbesef meer is dan niks. Kort samengevat: het vindt zijn oorsprong in Gods bemoeienis met ons; als menselijk antwoord is het geladen met rebellie; als cultureel-maatschappelijk verschijnsel is het heilzaam; als theologisch verschijnsel is het onwaar. Onze visie op het Godsbesef is bepalend voor de wijze waarop wij het getuigenis van het evangelie ter sprake brengen. Ja, want de onopgeefbare waarheid van het evangelie moet gezegd worden. Dat is wel duidelijk. Maar hoe? Daar is niet zomaar een methode voor aan te geven. Bavinck geeft wel een belangrijke richtlijn aan. Volgens hem gaat het er in ieder geval om theologisch en psychologisch zorgvuldig te werk te gaan. In een evenwichtige combinatie. En waarschuwt ervoor dat het éne ten koste van het andere gaat. Dat laatste kan op twee manieren.
Hoe niet
Hoe waar het ook is dat een aanwezig Godsbesef het mogelijk maakt het over God te hebben, het gaat niet aan er zomaar op aan te sluiten en er inhoudelijk op voort te borduren.
Dat is psychologisch gezien wel aanlokkelijk, maar theologisch doet het geen recht aan het leugenachtige van dat religieuze besef en aan de waarheid van het evangelie. Het gaat in principe voorbij aan de noodzaak van bekering.
Laat ik een voorbeeld geven. Stel dat iemand die altijd min of meer op gespannen voet met God leefde iets positiefs van God ervaren heeft in een stuk uitredding. En op grond hiervan concludeert dat het wel goed zit tussen God en hem en vervolgens tot de orde van de dag overgaat. Wat heeft die dan eigenlijk gedaan met God? Zo iemand heeft niet meer gedaan dan God, die hij van nature ziet als zijn Belager, in zijn gedachten ontwapend, die geen kwaad meer kan.
Onderwijl kan zo'n mens zijn eigen leven blijven leven. Hoe reageer je in zo'n situatie? Zeker, je mag aansluiten bij dat positieve gebeuren, je mag er samen met die ander een teken van Gods genade in zien. Maar het gaat niet aan de ander in zijn gedachtegang te bevestigen. Integendeel, het gaat erom deze stap voor stap op het spoor te komen en eerlijk te ontmaskeren.
Hoe evenmin
Hoe waar het ook is dat alle religieuze besef doorademd is van leugen, het gaat evenmin aan het bij voorbaat af te doen als van nul en generlei waarde. Er niet op in te gaan en zonder meer het evangelie er tegenover te zetten. Dit lijkt theologisch de zuiverste weg, maar dat is slechts ten dele waar. Het doet immers geen recht aan het feit van Gods eerdere bemoeienis met die mens?
Psychologisch gezien is het sowieso onverantwoord omdat de mens met zijn verhaal op deze wijze niet serieus genomen wordt. Het gevolg laat zich raden: hij zal nauwelijks bereid zijn om echt te luisteren naar wat jij te zeggen hebt. Hij zal je in het beste geval gewoon laten praten, maar er niets mee kunnen omdat het niet aansluit bij zijn beleving. Je boodschap, hoe waar ook, gaat letterlijk aan hem voorbij. Een ervaring die we allemaal wel kennen."
Hoe dan wel?
In navolging van Jezus, die de mens die Hij ontmoette doorzag tot op de bodem en van daaruit zei wat Hij op Zijn hart had, hebben wij te zoeken naar een werkelijke en wezenlijk ontmoeting met de ander. We zullen ervan uit moeten gaan dat God al iets met die mens en die mens iets met God gedaan heeft eer wij hem ontmoeten… En dat God nu door mij heen het mislukte gesprek voortzet. Wie dat beseft voelt ook iets van het spannende: zal het nu wel lukken? Zonder krampachtig te worden, zullen we ons daartoe tot het uiterste hebben in te spannen. De (gegeven!) ontmoeting is in ieder geval allerminst vrijblijvend…
Hoe zo'n ontmoeting verder verloopt laat zich moeilijk bij voorbaat traceren. Wel zijn enkele lijnen aan te geven. Via een open dialoog zoek je samen na te gaan hoe het tot op heden verlopen is, tussen God en die mens. Stap voor stap probeer je het religieuze beleven dat erin opgesloten zit te ontleden: de gedachten en gevoelens over God die zich bij de ander ontwikkeld hebben. En met grote zorgvuldigheid probeer je in het licht van openbaring het rebelse, dat in die gedachten en gevoelens opgesloten zit, bloot te leggen. En gaandeweg moet al duidelijker worden wie God in waarheid is: niet de Vijand die ik van Hem maakte vanuit mijn eigen, rebellie, maar een Vader wiens recht louter liefde is. En Die dat ten volle geopenbaard heeft in Jezus, toen Hij in het vlammende oordeel over ons liefdeloze, vijandige bestaan onze rebellie verzoende. En Die dat onomwonden duidelijk maakt in de Schriften zo vaak Hij spreekt van Zijn liefderijke genade over ons leven. Een hele klus om hiervan te overtuigen. Maar ook de mooiste…
Drievoudige opgave
Uiteraard is dit allemaal nog vrij theoretisch. Het vraagt om praktische oefening en voortdurende doordenking. Zeker ook omdat geen mens hetzelfde is. In die praktijk komt het in ieder geval aan op drie dingen.
Ten eerste op een uiterste zorgvuldigheid. Wie te snel wil gooit eerder deuren dicht dan dat hij ze opent.
Ten tweede gaat het om gelovige beslistheid. Het luisteren naar de ander mag niet ten koste gaan van de waarheid. Het opwandelen met de ander heeft ten doel de ander op dé Weg te leiden. Dat is geen verborgen agenda. Maar een eerlijke zaak. Ik kan en mag niet doen alsof een doodlopend spoor de weg ten leven is.
Ten derde vraagt deze omgang altijd oprechte nederigheid. Een besef dat ik zelf van huis uit principieel niet anders was en dacht dan de ander. Ik God ook bekeek door de bril van mijn rebellie en zo – hoe dan ook – met Hem omging.
Meer dan mensenwerk
Waar we deze dienst in trouw aan God en liefde tot de ander beoefenen, daar worden we dienstbaar aan de zaak van God én aan het heil van mensen. Daar mogen we het wonder verwachten, dat Hij er naar Zijn belofte zelf bij is, keer op keer. En de dialoog (twee-gesprek), zoals J. Verkuyl zei, maakt tot een trialoog (drie-gesprek). Daar geschiedt dat machtige, dat zich niet laat narekenen, maar dat tot je verrassing ziet gebeuren: dat de Heilige Geest overtuigt van de waarheid. Ontdekkend en bevrijdend of andersom. En daar, waar de Geest verlichte ogen van het verstand geeft, daar gaat het hart om en voltrekt zich de bekering: dat die mens anders gaat denken over God en over zichzelf, en zijn leven zoekt en vindt in de liefde Gods zoals die in Christus geopenbaard is.
Theorie en praktijk
Het gaat in bovenstaande om niet meer dan aanwijzingen, die in de praktijk altijd weer vragen om een concrete invulling. Gewoon omdat iedere mens die ik ontmoet anders is. En er geen verhaal hetzelfde is. Het gaat beslist niet aan om met de gegeven richtlijnen op de loop te gaan. Maar veel meer om ze in het achterhoofd te hebben om een gesprek op gang te brengen, het eerlijk en open op gang te houden, en hopelijk te voeren tot een goed einde. Dit geldt trouwens ook voor het hele theologische verhaal rond Godsbesef: het is theorie, die niet op zichzelf staat, maar dienstbaar wil zijn aan het herkennen, ontleden en plaatsen van dat wat er concreet bij mensen leeft. En in die praktijk gaat het er in ieder geval altijd weer oneindig veel verrassender aan toe dan je in de theorie zou vermoeden. Menselijker, genadiger, geleidelijker.
Een prachtig bijbels voorbeeld daarvan is het verhaal van Rachab. De prostituee uit Jericho, die er in haar herberg een soort escortbureau op na hield voor de gaande en komende man. De verhalen die zij daar van overnachtende handelslui hoorde over de God van Israël, over Zijn machtige daden en ongekende wonderen, hadden diepe indruk gemaakt op haar. Ja door die kromme verhalen v^n half beschonken lieden heen, had de Geest in haar een diep besef gewekt dat de God van Israël de Levende en de Machtige is. Hoor maar wat zij belijdt: 'Ik weet dat de HEERE U dit land gegeven heeft… Want de Heere, uw God, is een God boven in de hemel en onder op de aarde.' Me dunkt, dat heeft zij niet van zichzelf. Godsbesef is het, waar God de hand in had. En in die onverwachte ontmoeting met die twee verspieders zien we duidelijk, dat God het gesprek, dat Hij al eerder met haar aanging, door die twee wil voortzetten en tot een goed einde brengen. Voor Rachab betekent die ontmoeting in ieder geval gelijk heel veel. Ze wordt gedwongen tot een beslissende keus: vóór Jericho en alles wat haar vertrouwd is of vóór die twee mannen en hun God. Ze kan het niet langer in het midden laten!
Tegelijk ontdekken we in de wijze waarop zij om weldadigheid vraagt haar heidense idee van God: nu zij een gunst bewezen heeft, kan zij om een gunst vragen. Hier komt die verborgen rebellie weer aan het licht: dat zij God als vanzelf ziet als iemand die zij eerst op haar hand moet zien te krijgen, gunstig moet zien te stemmen. Natuurlijk gaan die twee verspieders daar met haar geen theologisch debat over aan! Zij antwoorden haar heel direct: zweren haar in Gods Naam weldadigheid! Een antwoord is het, waarmee ze op een beslissende wijze voor haar uitzeggen wie God is, een goed beeld van Hem geven. Hem voorstellen als God van 'weldadigheid en trouw'. Voor Rachab is het op dat moment verrassend genoeg. In het volste vertrouwen bindt zij dat koord aan haar venster. Leeft daarbij. Vertrouwt daarop. Ontluikend besef van God. werd tot levend geloof in God! En gaandeweg, opgenomen in Israël, is zij het toen steeds dieper gaan verstaan, het geheim van die twee beslissende woorden: weldadigheid en trouw. Het geheim van Gods hart voor haar, van genade alleen…
P. J. Visser, Den Haag
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 februari 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's