De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

In memoriam ds. L. Brasser

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In memoriam ds. L. Brasser

6 minuten leestijd

Zo stonden we dan vrijdag 9 april 1.1. aan de groeve van onze overleden collega en vriend Lambert Brasser, die door God op de leeftijd van 77 jaar op 4 april van de zijnen werd weggenomen. Ja vanaf de college banken uit de dagen dat prof. Severijn nog ethiek en philosofie doceerde kenden we elkaar. Geboren 31 mei 1898 te Huizen ging hij pas op latere leeftijd theologie studeren, want tot zijn 28e jaar was hij in het vak van de bouwkunde. Maar toen eenmaal de begeerte in zijn hart was geboren om te mogen mede arbeiden in de bouw van het Godsrijk ging hij de gymnasium studie volgen, eerst te Hilversum, daarna te Kampen en werd na de gymnasiumopleiding student aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, waar hij de examens met goed gevolg aflegde. Zo volgde het proponents examen in de provincie Noord-Brabant waar hij in 1937 beroepbaar verklaard werd. Uit de beroepen die hij kreeg nam hij het beroep naar Bruchem-Kerkwijk aan, waar hij op 14 november predikant werd. Weldra brak de oorlogstijd aan, ook hij en de zijnen moesten evacueren maar ze werden gelukkig gespaard. Toen de oorlog in 1945 beƫindigd was en het beroepingswerk weer op gang begon te komen volgde hij al spoedig een roeping naar Rijssen, waar hij 1 september 1946 intrede deed. Hier kon hij zijn gaven en, verworven ervaring ten volle ontplooien. Hij was echt nog een theoloog die zijn prediking graag indeelde in 3 punten en je kon altijd merken dat de invloed van prof. Severijn wat zijn ligging betrof van grote invloed is geweest. Prof. Severijn, die voorzitter in die dagen was van de Geref. Bond en voor de A.R.-partij zitting gehad heeft in de 2de Kamer, is van grote invloed geweest op de studenten in die dagen zowel kerkelijk als politiek.

Severijn en zijn leerlingen stonden dichter bij de theologie en preekinhoud van Calvijn en dit was in die dagen ook altijd merkbaar in de prediking van de candidaten die afkwamen, zoals onze overleden vriend, waarbij hij graag de nadruk legde dat er een rijke Christus gepredikt moet worden voor arme zondaren. De schriftuurlijk bevindelijke lijn was hem lief, want het totaal overgeestelijke kon hij niet waarderen.

In Rijssen voelde hij zich echt helemaal thuis. De openheid en hartelijkheid van de bevolking in de Achterhoek hadden grote invloed op hem en er groeide dan ook een band die moeilijk te verbreken was. En toch toen het beroep naar Voorthuizen kwam moest hij gaan, maar na nauwelijks intrede gedaan te hebben wilde hij terug en dan was het alsof een diep heimwee hem beving naar zijn vrienden uit Rijssen. Maar gelukkig had hij een vrouw gekregen uit de familie Post Greve, die hem trouw terzijde stond en door haar overredingskracht nam hij de taak op zich te Voorthuizen en zich eenmaal ingeburgerd, is hij daar ondanks beroepen tot zijn emeritaat gebleven.

Grote belangstelling had hij ook voor het Christelijk onderwijs en niet te vergeten ook de M.A.V.O. waarvan de heer Wisgerhof directeur is. Nauwe vriendschapsbanden waren ook hiervan het gevolg alsmede met het hoofd der school, de familie Vlieg en deze vriendschap is tot aan het einde gebleven. Ook te Zwartebroek Terschuur waar nog een kerkeraadsschool is, was hij als consulent qualitate qua, voorzitter en ook daar regelde hij de statuten en was mede actief bij de bouw van de nieuwe kerk aldaar. Zo volgde in 1964 zijn emeritaat. Maar stil zitten neen dat was er niet bij en te Barneveld in het Bejaardenhuis Nebo werd hij weldra als geestelijk verzorger benoemd, nadat hij ook nog bijstand verleend had te Bennekom en Veenendaal. 's Zondags eens rustig in de plaats Voorthuizen naar de kerk gaan kon hij moeilijk want 's zondags neen dan moest hij het Woord brengen van zijn Zender die hem de opdracht gegeven had.

Trouw bijgestaan door zijn vrouw, die altijd de auto bestuurde, was hij tot op hoge leeftijd steeds elke zondag bezig om het zaad van het evangelie te strooien over de harten van zeer vele hoorders, en al was de laatste tijd zijn stem wat minder, afwijken ter linker of rechterzijde was er niet bij.

Van Voorthuizen wilde hij echter nog eenmaal verhuizen en toch weer naar Rijssen. Drukte de geslotenheid en de aard van onze Veluwse mensen toch teveel op zijn ziel ? Was er voor hem te weinig openheid in deze karakters als het ging over het gesprek van Gods Koninkrijk ? We vermoeden het, want eenmaal weer aangekomen te Rijssen voelde hij zich thuis bij zijn volk zoals Ruth eenmaal zeide: 'Uw volk is mijn volk en Uw God is mijn God'. Misschien dat dat opene, dat gewone binnenlopen, dat spontane van deze mensen hem trok, waarbij zijn eigen ietwat geslotenheid openbrak en waar hij de hartelijkheid ontving die hij nodig had in zijn leven. Ook daar in Rijssen legde hij zeer vele bezoeken af, totdat een ernstige ingewandsziekte hem dwong zijn arbeid neer te leggen. Opgenomen in het St. Geertrude Ziekenhuis te Deventer vond er een operatie plaats waarvan hij aanvankelijk leek te herstellen, maar na een zeer ernstige longontsteking was opname in het Acad. Ziekenhuis te Groningen noodzakelijk.

In het beademingscentrum gelegen - was spreken onmogelijk meer en als wij van onze kant met hem baden en het evangelie lazen, was een blijde glimlach zijn enige antwoord dat uit zijn ziel tot ons kwam. De glimlach des geloofs kwam over zijn gelaat en werd de bede verhoord die hij zo gaarne bad:

Als ik eens van de aarde schelde

O wijk dan niet van mij.

Als ik eens mijn doodssnik beide

O sta dan aan mijn zij -

En wordt mijn strijd het bangste

Laat dan in angst' en pijn

Uw doorgeworstelde-angste

Mij tot vertroosting zijn.

Verschijn dan aan mijn sponde

Schenk lafenis in mijn nood.

W ijs me in m'n laatste stonde

Op Uw verzoenings dood. '

k Houd dan in angst en smarte

Mijn oog op 't kruis gericht

En klem dat vast aan 't harte

Zo wordt het sterven licht.

Zo ging hij op zondagavond 4 april heen en bleef er een rust over voor hem en allen die de verschijning van de Heere Jezus hebben liefgehad.

Na een rouwdienst door ons geleid in de Sions kerk te Rijssen vond de begrafenis plaats, waar zeer velen aan een trouwe leraar en een goede vriend de laatste eer kwamen bewijzen. Zo ging hij heen, maar Gods Woord blijft gisteren en heden hetzelfde tot in der eeuwigheid. Moge die God en Vader die een man en vader van de Zijnen tot zich nam zijn vrouw en kinderen en familie troosten, ja hen steunen vanuit Zijn heiligdom en hun een Vader zijn in Christus Jezus die ontfermend neerziet en hen en ons die achterblijven tot steun zijn in het verdere wat eenzame deel van de levensweg.

Vooruit dan door nacht en stormgedruis Uw blik omhoog gericht Uw Vader waakt vanuit het Vaderhuis Zijn vensters zijn verlicht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

In memoriam ds. L. Brasser

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 1976

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's