GEEN ANDERE NAAM
En de zaligheid is in geen Ander; want er is ook onder de hemel geen andere Naam, die onder de mensen gegeven is, door Welke wij moeten zalig worden. (Handelingen 4 : 12).
Het ware Evangelie doet altijd wat, het raakt de mensen, zij het dan met een positieve of negatieve uitwerking. Het wekt tegenspraak, verzet, of het vertroost en bemoedigt. Onlangs hoorde lik de opmerking: „Er zitten in het onvervalste Evangelie weerhaken. Ze worden in een mensenleven omgebogen, afgeknipt en weggeschopt, of ze blijven zó vast zitten, dat ze er niet meer uit kunnen." Het Evangelie waar die weerhaken uitgehaald zijn, raakt niemand. Het doet niet zéér, het verwondt niemand, maar het vertroost ook niemand. Dat Evangelie gaat over de mensen heen, het doet niets, dan alleen de kerken van week tot week ontvolken. Niemand heeft er wat aan.
De boodschap van de Bijbel is er altijd op uit om mensen te raken. Het Evangelie der genade is wel vóór de mens, maar niet naar de mens. Het botst tegen ons natuurlijk denken en streven. Dat vormt ook de achtergrond van onze tekst.
In het voorafgaande hoofdstuk wordt ons verteld, dat Petrus en Johannes een verlamde man genezen hebben door de Naam van Jezus. Dit was ook bekend geworden bij de priesters, de hoofdman van de tempel en de Sadduceën. En het stond hen maar slecht aan. Het was de laatste tijd (na de dood van Jezus) vrij rustig geweest en nu begon de onrust voor hen opnieuw. Zij dachten, dat de Naam Jezus ongeveer doodgezwegen was en nu horen zij, dat door die Naam een verlamde man genezen is. Vandaar, dat zij de apostelen grijpen en in de gevangenis zetten. De volgende dag worden de apostelen voorgeleid voor de geestelijke rechtbank. We horen weer van Annas en Kajafas, van de ouderlingen en Schriftgeleerden. Ook het hele hogepriesterlijk geslacht is aanwezig. Het is nogal een grote vergadering geworden waarvoor de apostelen zich verantwoorden moeten. Een deftig gezelschap bevindt zich rondom deze eenvoudige vissers. Kort en krachtig is de vraag, die een aanklacht inhield: „Door wat kracht of door wat naam hebt-gij dit gedaan? ”
Zouden de apostelen niet in verlegenheid raken? Maar, waar de Geest des Heeren is, is vrijheid. Petrus neemt het woord, niet omdat hij zo durft, maar omdat hij vervuld is met de Heilige Geest. De Heilige Geest is er altijd op uit om de Heere Jezus in het volle licht te zetten. Dat gaat Petrus nu doen. God zet Z'n Evangelie nooit in een schuilhoek. God maakt Zich vrij van een zondig mens. Hij maakt Zich ook vrij van een volk. Daarom gaat Petrus Christus verkondigen. „Gij oversten des volks en gij ouderlingen van Israël, u wilt weten, waardoor deze man gezond geworden is? Door de Naam van Jezus Christus de Nazarener, die gij gekruisigd hebt. Maar, dat kruis was het einde niet. Néé, tegenover de schande (door mensen Hem aangedaan) heeft God Hem verheerlijkt, want Hij heeft Hem opgewekt uit de dood. En het bewijs, dat God Hem opgewekt heeft ziet u met uw eigen ogen aan deze verlamde man. Door de Naam van Jezus is Hij genezen. God heeft dus anders met Hem gedaan clan u, zegt Petrus. En hiermee brengt hij heel 'het proces op een ander vlak. Wie is hier nu eigenlijk de aanklager en wie is de eigenlijke rechter? Wat betekenen hier titels en ambten? Wat betekent hier een deftige rechtszaal? Heel het deftig gezelschap wordt aangeklaagd, want zij hebben Jezus verworpen. Petrus zegt het scherp: „Deze is de Steen, Die van u, de bouwlieden verworpen is." Zo draait Petrus in z'n toespraak heel het gericht om. De van u verworpen Steen, is door God tot een hoofd des hoeks geworden.
Zitten aan dit Evangelie scherpe haken of niet? Gaan deze pijlen niet diep? Het blijkt uit alles, dat na de dood van Jezus een hand zichtbaar is geworden, waarmee niemand gerekend heeft. Dat is Gods hand! Met Pasen en Pinksteren begint de tegenaanval van God in deze wereld. Daarom getuigen hier de apostelen zo vrijmoedig. Gods werk is precies tegenovergesteld aan mensenwerk. Dat is nog zo. Néé, lichamelijk kan Christus niet meer gekruisigd worden. maar wel wordt Hij op alle terreinen van het leven weggebannen, uitgebannen. In de wereld kan alleen een Jezus gebruikt worden, die in het verlengde ligt van alle vleselijke, wereldse verlangens. De oversten van Israël hadden destijds Jezus ook wel geaccepteerd als Messias, als Hij maar precies in hun straatje gekomen was. Als Hij de nationale glorie van Israël maar tot ongekende hoogte gebracht had.
Elk mens kan God (en ook Jezus) nog wel gebruiken als Hij maar precies doet naar onze wensen. Wij willen een God, die wij naar onze hand kunnen zetten. En zo niet, dan schrijven wij /Hem af. Zo wordt Jezus doodgezwegen en zelfs doodverklaard. In onze eeuw neemt de moderne, mondige, ontwikkelde mens het leven in eigen hand. Maar, deze mondige mens is óók in zonden ontvangen en geboren. Hij is ook een gebondene van de vorst der duisternis. Daarom helpen geen mooie leuzen van solidariteit met de wereld. Met uitsluitend binnenwerelds denken komen wij er niet. Van verlossing is geen sprake zonder verzoening. Wie dat niet ziet, is óók blind voor de onoverbrugbare diepe kloof tussen God en mens. Onze tijd heeft een ontstellend gebrek aan zondekennis. Men wil zelf een nieuwe wereld scheppen. Maar voor een nieuwe wereld gaat God eerst nieuwe mensen scheppen. Dat wil zeggen: Hij gaat hen eerst bevrijden van hun zonden en misdaden waarin zij dood zijn voor Hem. En daartoe laat Hij de enige Naam verkondigen. Alleen door het bloed van Christus is er behoud, een nieuw leven en een nieuwe toekomst. Eerst moet de breuk met God hersteld worden en dan zullen de bergen vrede dragen.
De zaligheid is in geen ander. In de Naam Jezus ligt alles wat we nodig hebben voor tijd en eeuwigheid. Er gaat van deze Naam een wonderbare rust uit. Het is een Naam, Die hemel en aarde tesaam verbindt. D.w.z. de Naam Jezus verzoent ons met God. Dat is het eerste wat wij nodig hebben. Er zijn mensen, die willen verlossing van de wereld en van de ellende zonder verzoening. Maar met de zaligheid, waarvan onze tekst spreekt, wordt eerst de redding van onze verlorenheid voor God bedoeld. Wij moeten de dingen in goede volgorde zetten. Wij moeten beginnen waar God begint. De zaligheid ligt allereerst in het geestelijk vlak en niet in het aardse. Éérst moet de schuld weg en dan komt de verlossing. Heel de nood van de wereld is het gevolg van de ongehoorzaamheid aan God. Daarom zal het — wat de wereld betreft — van kwaad tot erger gaan. Wie niet beginnen wil, waar God begint, raakt steeds verder van huis.
Niemand wordt zalig buiten de Naam Jezus. Maar, wat heerlijk voor schuldverslagen zondaren, dat God die Naam tot zaligheid gegeven heeft. Hier mag het vertwijfelde, opgejaagde hart vrede vinden. Door deze Naam daalt de vrede Gods in onze harten. In Christus is de zaligheid van de schuldvergeving. Door Zijn kruisverdiensten vallen de kluisters en boeien der zonde af.
Onze tekst houdt ons voor, dat wij gered moeten worden. Dat betekent, dat we van nature verloren zijn. Is dat wel eens diep tot ons doorgedrongen? Dan zal de Naam Jezus ons wat zeggen! Petrus zegt: Wie deze Naam aanroept, zal zalig worden. In die Naam zit balsem voor gewonde harten. Die Naam predikt ons dat er in Hem troost is in alle smarten, licht in alle duisternis. Er is geen zonde zo groot, of zij kan door Zijn bloed vergeven worden. Daarom gaat dit Evangelie naar alle delen der aarde. Het gaat naar zondaren. Want bij niemand anders is behoud en vrede. De zaligheid is in geen ander. Ook niet in onszelf. Wat in onszelf is, is de dood en de vervloeking. Néé, het is in Jezus. Daarom, als u het moeilijk hebt, als u worstelt om de redding van uw leven, roept deze Naam aan. In deze Naam ligt het koord, dat ons uit de afgrond trekt. Er is geen beter naam dan de Naam Jezus. En in het sterven, als alle aardse vrienden ons alléén laten, is deze Naam de goddelijke garantie voor een behouden aankomst in het eeuwig vaderland.
Toen Jeanne d' Arc op 19-jarige leeftijd haar leven op de brandstapel moest beëindigen, was het laatste woord, dat van haar lippen klonk: JEZUS!
Door deze Naam blijven onze harten in de grootste smarten in de Heere gerust. Ook voor de rechterstoel van God doet deze Naam wonderen. Want Zijn Naam is God aangenaam. Door deze Naam vergeeft Hij alle schuld en drukt Hij ons de kus des vredes op het gelaat. De Naam Jezus doet zeggen: „Heere, Uw toorn is afgekeerd en Gij troost mij. Zie God is mijn heil, ik zal vertrouwen en niet vrezen. Dat wij onze zaligheid toch niet zoeken buiten deze Naam. Dat wij toch niet op valse gronden bouwen! Laten wij luisteren naar de stem des Geestes. Deze Naam is het anker van onze hoop. Deze Naam leidt in de veilige haven des behouds. Deze Naam moet eeuwig éér ontvangen.
IJsselstein J. Vos
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 1968
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 juli 1968
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's