Unieke afscheidswoorden

Jezus sterft niet zoals de andere genoemde mannen. Hij gaat van de aarde heen op de heel bijzondere manier van de kruisdood. En deze dood is het verzoeningsoffer tussen God en de wereld, die vanwege de zonde is veroordeeld. Daarna zal Hij uit de dood opstaan en ten hemel varen. Uit de laatste woorden die Hij spreekt, blijkt dat Jezus alles voor Zijn kerk heeft overgehad. Uniek.

Tijdelijke scheiding

In het Evangelie naar Johannes staat een groot aantal verslagen van gesprekken en toespraken van Jezus. Vaak hebben die in het licht gestaan van beantwoording van vragen van mensen die (nog) niet in Jezus geloven. In Johannes 14-17 richt Jezus Zich echter tot Zijn discipelen. Het paasmaal is voorbij. De avond wordt nacht. Terwijl ze spreken, gaan ze van binnen naar buiten. Ze gaan Jeruzalem uit, naar Gethsémané, waar Jezus gevangengenomen zal worden. Wie gelovig op Jezus betrokken is, mag zich bij de luisterende discipelen voegen.

Jezus begint Zelf over Zijn heengaan tot de Vader. De discipelen, die zich daar ontregeld door voelen, troost Hij door hen te vertellen dat Hij in het ontzaglijk grote huis van Zijn Vader plaats zal bereiden en dat Hij zal terugkomen om hen daar ook te brengen. Het wordt dus slechts een tijdelijke scheiding.

Liefdesgemeenschap

Op de wat onthutste vragen van de discipelen over de weg naar de hemel en over het kennen van de Vader antwoordt Jezus dat Hij Zelf de Weg is en dat als ze Hem kennen, ze ook de Vader kennen. Hij laat hun zien dat het voor de toekomst belangrijk is dat ze Zijn woord bewaren wanneer Jezus niet meer bij hen is op de manier van de afgelopen jaren.

Door zich te houden aan wat Jezus hun heeft onderwezen, kunnen ze hun liefde tot Hem tonen en blijven ze in de liefdesgemeenschap die er tussen Jezus en hen is. Die liefdesgemeenschap brengt hen binnen in de liefdesgemeenschap die Jezus en Zijn Vader hebben. Dat ze elkaar zullen liefhebben, is een belangrijk onderdeel van het zich houden aan Jezus’ gebod.

Wanneer Jezus niet meer lichamelijk bij hen is, zal het voor hen zaak zijn dat ze zich toch door het geloof op Jezus blijven richten en met Hem verbonden blijven. ‘U gelooft in God, geloof ook in Mij.’ (Joh.14:1) Jezus gebruikt daarbij het beeld van de wijnstok. De ranken groeien aan de wijnstok en worden door de wijnstok gedragen en gevoed. Een dergelijke organische levensverbintenis zoals er tussen de ranken en de wijnstok is, is er tussen Jezus en Zijn volgelingen ook.

Als mensen worden we geroepen om actief – dat is door geloof en gebed – in Christus te blijven. ‘Blijf in Mij en Ik in u.’ (15:4) We worden ook gewaarschuwd: ‘Als iemand niet in Mij blijft, wordt hij buitengeworpen, zoals de rank.’ Dan dienen de ranken niet meer voor de vrucht, maar voor het vuur.

Oog voor Jezus

Driemaal spreekt de Heere Jezus over de Trooster (Joh.14:16-26; 15:26; 16:5-15). Die Trooster is de Heilige Geest. Hij neemt bij Jezus’ volgelingen geestelijk de plaats in die Jezus Zelf lichamelijk bij hen heeft ingenomen. Doordat de Geest hun gegeven wordt, blijven ze – zonder Jezus op aarde – niet als wezen achter en hoeven ze het niet zelf uit te zoeken.

De Trooster zal hen verder leiden, versterken, helpen en onderwijzen. Hij is de Geest van de waarheid, Die over Jezus zal getuigen. De wereld zal door Hem ervan overtuigd worden dat het zonde is dat ze niet in Jezus geloven en Hem (nog steeds) naar het kruis verwijzen. Jezus maakt duidelijk dat het werk van de Geest daar te bespeuren is waar mensen hart en oog voor Jezus krijgen en Hem aanvaarden als de Zoon van God.

Onrustig

Door in Zijn spoor te gaan zullen de Zijnen meemaken wat Hij meemaakt. De wereld zal hen haten. Zoals Hij eerder al deed, laat Jezus hen dit ook nu weten. Ze zullen in de wereld niet bewierookt, maar verdrukt worden. Ze lopen een groot risico op verbanning uit de synagoge. Ze kunnen zelfs hun leven verliezen. Daar staat wel wat tegenover.

De tijd dat Jezus niet lichamelijk bij Zijn kerk zal zijn, zal een tijd van droefheid zijn. Net als dat het bij een bevalling zwaar is voor een moeder maar er naderhand blijdschap is over de geboorte, mogen Jezus’ volgelingen uitzien naar de blijdschap van de ontmoeting met Jezus die hun wacht.

Jezus heeft alles wat Hij gezegd heeft, niet gezegd om de discipelen onrustig te maken. Hij zei het juist opdat ze in Hem vrede zouden hebben. ‘In de wereld zult u verdrukking hebben, maar heb goede moed: Ik heb de wereld overwonnen.’ (16:33)

Hij komt me halen

Jezus’ afscheidstoespraak loopt uit op een gebed, dat heel Johannes 17 beslaat. Hij slaat Zijn ogen op naar de hemel en Hij richt Zich tot Zijn Vader. De discipelen horen Hem bidden voor Zichzelf. ‘Vader, verheerlijk Uw Zoon.’ Ze horen Hem bidden voor hen, om bewaring en heiliging. Ook horen ze Hem bidden voor alle toekomstige gelovigen dat ze één zullen zijn, dat ze thuis zullen komen en dat ze tot die tijd zullen leven in de liefde.

Als we Jezus’ afscheidstoespraak goed horen, weten we weer dat Jezus een warm kloppend hart heeft voor Zijn kerk, dat Hij alles voor hen heeft overgehad, dat Zijn Geest er is om ons te leiden, dat Zijn gebed ons draagt en dat Hij er vanuit het Vaderhuis naar verlangt om ons definitief binnen te brengen in de plaats die Hij voor ons heeft gereedgemaakt. Het zal zijn, zoals die inmiddels overleden man met beperkte verstandelijke vermogens vaak zei over Jezus’ wederkomst: ‘Hij komt me halen.’

Toekomstperspectief

Wat brengen bijbelse personen naar voren als ze hun levenseinde zien naderen? En wat kunnen wij vandaag van hun boodschap leren? In deze serie luisteren we naar vijf afscheidsredes.

1. Mozes (Deuteronomium)

2. Jozua (Jozua 23)

3. Samuel (1 Samuel 12)

4. Paulus (2 Timotheüs)

5. Jezus (Johannes 14-17)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen