Poëzie
De dichter loopt met een vriend langs de Waddenzee. De vriend raapt een piepklein krabje op, en zet het op zijn hand. Na enige tijd loopt het diertje van de hand af, het laat zich terugvallen tussen de stenen waar hij opgeraapt werd. Dat is in zekere zin alles waar dit gedicht over gaat.
In zekere zin, want het gaat over veel meer.
Wat opvalt, bijvoorbeeld, is hoe inlevend en liefdevol de dichter naar het diertje kijkt. Hij stelt zich voor hoe het moet zijn om in het ‘landschap’ van zo’n mensenhand te lopen, over plooien en heuvels, met een bodem die warmte geeft. Hoe het krabje zich ‘zonder aarzeling’ laat terugvallen in wat voor hem de veiligheid is van spleten, zand en stenen. Let er ook op hoe het gedicht de aandacht vestigt op de kleinheid en teerheid van het diertje. Het is niet groter dan een flinke waterdruppel, het is een ‘babykrab’ met een pantsertje dat nog niet verkalkt is, het is kleiner dan de nagel van een pink. En in contrast daarmee is die handpalm niet alleen een landschap, maar zelfs een ‘heelal’.
Het gedicht beweegt zich op verschillende schaalniveaus. Op de kleinste schaal is er dat krabje, op een niveau erboven zijn er de twee mensen in dat grote landschap, en ten slotte er is ook nog die omgeving zelf. Het landschap wordt begrensd door de ‘eindstreep van het eiland’ (één van de Waddeneilanden) en de rand van de hand is voor het krabje de grens van zijn tijdelijk heelal.
Waar dit gedicht om draait, is de verdubbeling of spiegeling van die niveaus. Zoals het krabje in de hand, zo zijn de mensen in het landschap. Het gedicht zoomt in, en uit, opnieuw in, en weer uit. Het krabje wordt gezien, en dan zegt de dichter: ‘Nu is het of wij, samen onder aan de dijk, / worden gezien’.
Dit is een gedicht over een krabje, én een gedicht over gezien worden.
Gezien door wie of wat? Het krabje wordt gezien door de dichter en zijn metgezel, dat is duidelijk. Maar deze beide mensen, wie is het die hen ziet? Voor een hervormd mens met gereformeerde beginselen ligt het antwoord voor de hand. C.O. Jellema houdt het bij een voorzichtige suggestie, bevreesd dat te veel duiding de zaak zou beschadigen, net als het nog niet hard geworden pantsertje van de krab. Aan leerlingen vraag ik graag welke associaties een gedicht oproept. Bij Jellema is de Bijbel nooit ver weg, en ik zou dan ook hopen dat iemand in de klas zei: de handpalmen Gods, waarin wij zijn gegraveerd – Jesaja 49:16. Heerlijk om dan de kwartjes te zien vallen, en om daarna te bespreken waarom dat krabje in het gedicht iets nalaat: een beeld, ‘haast een naam’. Het is niet meer in de hand, maar het is ook niet verdwenen. De liefde is een bewarende kracht.
Het water stijgt, het krabje wordt weer opgenomen in zijn eigen wereld waarin het op de vloed zat te wachten. De hemel kleurt als in een schilderij van de Engelse schilder Turner, en – we hadden het over verdubbeling! – dat wordt dan weer weerspiegeld door het water.
De natuur, de mens, het landschap: in dit gedicht zijn ze voor even opgenomen in een groots verband, waarin men niet spreekt maar wel gezien wordt.
Zeegezicht
Op de palm van jouw hand, in dat landschap van gevormde levenslijnen, niet groter dan een flinke waterdruppel
- terwijl zonsondergang de hele hemel boven de eindstreep van het eiland ginds in Turner-kleuren zet -
die babykrab, voorzichtig van tussen de basaltblokken geraapt, z'n onderkomen waar hij wachtte op de vloed.
Nog kleiner dan de nagel van jouw pink, z'n grijsblauw pantsertje nog niet verkalkt, krabbelt hij zijwaarts over plooi en heuvel, een onbekende wereld, verontrust dat bodem warmte geeft.
Dan, op de rand van dat heelal, laat hij zich zonder aarzeling terugvallen in de veiligheid van spleten, zeezand, steen, met achterlating van een beeld, van haast een naam.
Nu is het of wij, samen onder aan de dijk, worden gezien, terwijl het water stijgt en in doorschijning spiegelt hoe de hemel kleurt.
urt. Heeft iemand iets gezegd? Nee, niemand sprak.
C.O. Jellema
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 2025
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 2025
De Waarheidsvriend | 24 Pagina's