De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

5 minuten leestijd

Professorale praatjes.

Prof. Dr. Eerdmans, de moderne theoloog ran de Leidsche Universiteit, afgevaardigde voor Rotterdam III, heeft de vorige week in de Tweede Kamer zijn maidenspeech (eerste rede) gehouden. Het was geen magistrale redevoering en ook niet zulk een, die gelegenheid bood om eens goed te kunnen afgeven op de onverdraagzaamheid en de verdorvenheid der kerkelijken, een instrument dat de hooggeleerde bijzonderlijk als propagandist zoo gaarne bespeelt.

Neen, die eer werd den Rotterdamschen afgevaardigde in zijn eerste optreden niet gegund; maar de professor-moest voor het front der Kamer komen, om zich te verantwoorden over een der vele praatjes, die hij op zijne politieke tournee door het land had rondgestrooid en die hier eene insinuatie betrof aan het adres van het afgetreden kabinet-Heemskerk.

Minister Heemskerk zou namelijk — zoo had de heer Eerdmans op verschillende plaatsen in ons land beweerd — met den bouw van een ziekenhuis te Leiden getalmd hebben, maar na de herstemming ten vorigen jare, toen het optreden van een ander ministerie te verwachten was, den bouw van dat ziekenhuis, dat op eene uitgave van 5 millioen kwam te staan, nog gauw aan de orde hebben gesteld, met de bedoeling daarmede het opvolgend kabinet, door het voor groote uitgaven te stellen, in moeilijke omstandigheden te brengen.

Bij de behandeling van het voorstel, waarbij gelden voor het ziekenhuis werden aangevraagd, vroeg nu Dr, Scheurer o. a. wat van het professorale verhaal aan was.

Onder groote stilte van de Kamer verklaarde minister Cort van der Linden dat er niets ten laste van minister Heemskerk mocht gelegd worden. Zijn ambtsvoorganger was volkomen diligent geweest. De minister achtte de voorstelling, alsof minister Heemskerk hem zou hebben willen binden, geheel onaannemelijk.

De professor stond met zijn figuur verlegen. De bewering van den hoogleeraar was naar de eigen woorden van den geestverwanten minister niets anders dan lasterpraat geweest. De feiten toonden dit aan.

Stond na de pertinente verklaring van minister Cort van der Linden nu de Rotterdamsche afgevaardigde op, om zonder omwegen open en rond zijne verontschuldiging aan den oud-minister Heemskerk en de Kamer aan te bieden? Zoover kwam het nog niet. Eerst toen Dr. Scheurer nadrukkelijk verklaard had, dat hij thans wist, welke waarde aan de rede van den Leidschen hoogleeraar te hechten was, kwam de professor naar voren. Doch niet om openbare schuldbelijdenis te doen van het geven van valsche getuigenis jegens zijn naaste, maar om door een uitvlucht zijne leelijke positie te redden.

Hulde bewijzende aan de pogingen, die gedaan werden om het tot stand komen van het ziekenhuis in de hand te werken, had het aan de orde stellen van de begrooting van het ziekenhuis, enkele dagen na de herstemming, op hem, den heer Eerdmans, en op anderen een zeer zonderlingen indruk gemaakt. Voorts was het eenigszins zonderling, dat thans op de begrooting wordt gebracht datgene, waarvoor in de eerste helft van het jaar geen plan scheen te zijn.

Ziedaar de verantwoording van den professor om zijn lasterpraatjes goed te spreken.

Voorwaar, het optreden van den Leidschen hoogleeraar was niet verheffend.

Met twee maten.

Dezelfde hoogleeraar is een voorstander van het hooghouden van de vrijheid: In eene rede die hij onlangs te Amsterdam hield, kwam hij naar de N. R. Ct. berichtte, er voor op, dat de burgerlijke vrijheid niet in het gedrang zou komen. De regeering, zoo betoogde daar de professor, heeft die vrijheid te hoeden, en te waken voor het in de klem komen van onze verkregen rechten op vrijheid van denken, spreken en handelen.

Het bewaren van die hooge goederen kan niet aan de clericalen toevertrouwd worden. Het hoogste doel van de clericalen, die bewust zijn de absolute waarheid te bezitten, is om die absolute waarheid aan de andere partijen op te leggen De vrijzinnige politiek daarentegen wenscht er op aan te sturen, dat persoonlijke godsdienstige vrijheid ook den Protestanten gewaarborgd blijft.

Zoo redeneerde dr, Eerdmans in het begin zijner rede, maar in het slot er van vinden wij in het verslag van het Rotterdamsche Orgaan iets, dat ons met deze geheele vrijheidsidee van den hoogleeraar in strijd lijkt te zijn, namelijk de waarschuwüig aan de Ned. Herv, Kerk, om toch vooral te letten op het streven van den Gereformeerden Bond,

In de Hervormde Kerk mag naar vrijzinnig oordeel alles geleerd worden, maar eene prediking naar gereformeerd beginsel is er uit den booze.

Tegen dit laatste moet gewaarschuwd worden.

Waar blijft nu de hooggeroemde geestelijke vrijheid waarvan professor Eerdmans zoo'n voorstander is en die vrucht is van de vrijzinnige politiek?

Als naar gewoonte een meten met twee maten.

Geen protest.

De malcontente groepen van protestantsche kiezers, die by de verkiezingen van het vorig jaar zoo'n groot misbaar maakten tegen het aanblijven van het Kabinet Heemskerk, omdat, zooals beweerd werd, Rome naar de oogen werd gezien en men zich daarvoor veiliger achtte bij de vrijzinnige concentratie, hebben nog weinig wil van hun werk gehad.

Eerst werd bij gelegenheid der begrootingen geïnformeerd of van het nieuwe kabinet niet te verwachten was dat er maatregelen zouden genomen worden, om den invloed van Rome tegen te gaan. Doch op deze informatie kreeg men ten antwoord, dat de regeering aan uitzonderingsmaatregelen niet dacht.

Toen volgde de benoeming van een Katholiek in de sinds jaren door een protestant bezette plaats van officier van justitie in de rechtbank van 's Hertogenbosch, eene benoeming waartoe een rechts-ministerie nimmer zijne bemiddeling zou hebben geleend.

Daarop kwam de voorzitter der Eerste Kamer te overlijden. En wat nog nimmer gebeurde, geschiedde toen in zijne plaats een katholiek in aanmerking kwam.

En om het bij dit drietal te laten werd dezer dagen een katholiek benoemd in het college van den Raad van Staten.

Voegt men daar nu bij dat de couranten telkens berichten, dat er nieuwe kloosters worden gesticht-, dan moet het voor de malcontente protestanten wel zijn om tureluursch te worden.

Waar blijft inmiddels hun protest?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1914

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 mei 1914

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's