Uit de Pers.
Op de vergadering van de Evangelischen heeft o. a. ook Dr. Engelberts van Amsterdam gesproken en wel over „de Kerk". We laten hier volgen wat we daaromtrent in de N. Rott. Ct. lazen.
Spreker zegt, zich tot de zichtbare kerk te zullen bepalen.
Christus zelf heeft geen zichtbare kerk gesticht. Wat de apostelen later deden, kan met dien naam wel betiteld worden. Bij hen is in ieder geval een begin van organisatie. Onder Constantijn wordt de organisatie officieel als godsdienst van staat erkend. In de middeleeuwen verhief zich langen tijd de kerkelijke boven de wereldlijke macht of die van den staat, 't Uiterlijke nam toe; 't innerlijke leed er onder, en.ook aan de Hervorming der i6e eeuw is het niet gelukt om den idealen toestand van de eerste Christengemeente te doen terugkeeren. Weldra zien we i"* ^^ gezuiverde Roomsche kerk allerlei variaties van het Protestantisme te voorschijn treden, en in de Ned. Herv. Kerk zien we nog allerlei stroomingen, die zich toch alle groepeeren rondom de beginselen van het Evangelie van Jezus Christus.
Ik zou, vervolgde de spreker, onze Ned. Herv. Kerk willen noemen een Christelijk-historische vereeniging, Christelijk in zooverre zij berust op de beginselen van het Evangelie van Jezus Christus, en historisch, omdat zij is samengeweven met de geschiedenis van ons land en dus daarom van groote beteekenis en ver reikenden invloed is geweest en nog altijd is voor ons volk. Daarom is het onchristelijk om in kerkelijke vergaderingen door een meerderheid te laten uitmaken wat nog, en wat niet meer volgens de beginselen van het Evangelie van Jezus Christus is. Zoolang iemand als eerlijk mensch dus zegt, dat hij zich wil houden aan de beginselen van het Evangelie van Jezus Christus, moet er plaats voor hem zijn binnep de grenzen van de Nederl. Herv. Kerk.
Nu kan men het betreuren, dat in 1816 die grenzen zoo wijd zijn getrokken, aan het feit is nu eenmaal niets te veranderen, en als men werkelijk gelooft aan de leidende macht in de historie, dan moet men die hier ook aanvaarden en God danken, dat onder de auspiciën van koning Willem I een organisatie tot stand is gekomen, die binnen de grenzen der Herv. Kerk zooveel mogelijk Evangelische Christenen bijeen wilde brengen.
Wanneer men nu van zekere zijde telkens weer komt aandragen met de bewering, dat het criterium is gelegen in het aanvaarden van de drie Formulieren van Eenigheid en zich daarvoor beroept op art. 11 van het Algemeen Reglement, dan beweer ik, zei de spreker, dat dit onchristelijk en onhistorisch is, want in art. 11 is in de eerste plaats sprake van de leer der Christelijke kerk in het algemeen, die moet gehandhaafd worden volgens de reglementen der Ned. Herv. Herk naar den geest en de beginselen van de belijdenis en het karakter van die kerk. Onder die belijdenis nu hebben we niet de drie Formulieren van Eenigheid te verstaan, maar de drie belijdenisvragen, en ook die nog wat betreft geest en hoofdzaak.
Over de verklaring van die vragen kan weer verschil bestaan, en dat is heel gelukkig. Ik moet tegenover u het recht hebben om aan dezelfde woorden een andere uitlegging te geven als gij, en omgekeerd. Wij mogen elkander niet dwingen. Dus geen handhaving van de verklaring der leer van de een of andere partij, maar de meest mogelijke vrijheid naar eerlijke overtuiging, altijd uitgaande van het Evangelie van Jezus Christus.
Dus geen leerdwang, maar leervrijheid op den bodem van het Evangelie van Jezus Christus; dat is dus betrekkelijke leervrijheid.
Nakr spreker meent worden de confessioneelen te veel door de vrijzinnigen ontzien, tenminste dat is zijn ervaring in Amsterdam. Als ik zie, zegt hij, hoe de confessioneelen de vrijzinnigen — en daaronder reken ik allen, die niet meer wenschen te staan op den bodem van de drie Formulieren van Eenigheid — het leven op kerkelijk terrein trachten zuur te maken; als ik denk aan allerlei plagerijen, die mij te beurt vallen, en die alleen dit bij mij uitwerken, dat ik hen hoe langer hoe minder kan aehten, dan zeg ik bij mij zelf, dat ik de lankmoedigheid der vrijzinnigen tegenover hen grootelijks bewonder.
Daarom ijvert spreker ook met alle macht voor het beginsel van Evenredige Vertegenwoordiging in de Ned. Herv. Kerk. Men heeft het vreemd gevonden dat iemand, die van geen partij wil wezen en tegen partijen ijvert, de partijen evenredig vertegenwoordigd wil hebben. Welk een domme opmerking! antwoordt spreker. E. V-wil juist een eind maken aan den droeven partijstrijd in de Ned. Herv. Kerk. Kan hij het helpen, dat die partijen er zijn? Als 't aan hem lag, waren ze er zeker niet. Het bestaan van partijen in de kerk is abnormaal, want iedere zichtbare kerk is een kring van menschen, die zeggen dat ze den Heer liefhebben. Spr. dacht, dat dit genoeg was. Aan ieders geweten zij het overgelaten, hoe men dat wil toonen.
En ten slotte: het gaat niet eens om een kerk of de kerk; 't gaat om ietshoogers. Wij bidden: Heer, Uw koninkrijk kome! Het kome ondanks de kerk!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1916
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1916
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's