Kerk, School, Vereeniging.
NED. HERV. KERK.
Drietal te Harderwgk-J. Bus te Enter, J. KraaiJ te Gorinchem, J. Ronge te Hoog-Blokland.
Beroepen te Leerdam J. Severijn te Wilnis; te Waarder P, Zandt te Ede; te Doorn G. Bolkesteinte Katwijk aan Zee; te Wouterswoude P. J. Steenbeek te Ooster-Nijkerk; te Delft P. Kuijlman te Lunteren; te Elburg (vac. M. J. G. J. van de Poll) Anth, C. Enkelaar te Jaarsveld; te Arnemuiden H. W. Th. Jansen te Werkhoven.
Aangenomen naar Ooltgensplaat J. J, van de Pol te Rouveen, '
Bedankt voor Vlissingen H. W. te Winkel te Nijehaske; voor Ridderkerk G. Benes te Deh't; voor Otterlo G. van Montfrans te Ouderkerk a/d IJsel.
GEREF. KERKEN.
Beroepen te IJmuideb .L Mulder te Gorinchem; te JVilnis J. Oosterveen te Geesteren Gelseïaar; te den Post W. Oosterheert te Ter-Apel; te Pijnacker, Leidschendam, Haastrecht, Willemstad, Westzaan en Ter Aar G. L. v. d. Wolf, cand. te Gouda; te Wormerveer R. J. Aalberts te Baambrugge; te Enschedé H. S, Bouma té Hoogeveec.
Aangenomen naar Waardhuizen C. Dekker te Ooltgensplaat.
Bedankt voor Witmarsum C. j. Goslinga te Molenaarsgraaf-Brandwijk; voor Stad aan 't Haringvliet G. Verrq te Hellevoetsluis; voor Wolfaartsdijk Joh. Kwak te Culemboi'g; voor Rottevalle M. Buwalda te Schouwerzijl.
CHR. GEREF. KERK.
Bedankt voor IJmuiden K. Zuidersma te Nieuwe Pekela.
THOLEN. Alhier is een beroep uitgebracht op ds, D. van Lutterveld, te Driesum, in de vacature ds. G. Enkelaar. Moge de ledige p||ats spoedig vervuld worden en wij. ds. Lutterveld spoedig als eigen herder en loeraar in ons midden zien.
— Men meldt ons uit PUTTEN (Geld.): adat onze gemeente van 7 October 1917 af vacant was geweest, trad Zondagmorgen 21 April in de Herv. Kerk alhier op ds. .Dekker, van Hoevelaken, om den beroepen predikant, ds. Dekking, overgekomen van Renkum, in 't midden der gemeente als haar herder en leeraar te bevestigen. Z.Eerw. had voor deze ure tot tekst gekozen Ex. 3 : 11: oen zeide Mozes tot God: ie ben ik, dat ik 'tot Farao sou gaan; en dat ik de kinderen Israels uit Egypte zou voeren? "
Aan het einde der plechtigheid Werd den bevestigden leeraar toegezongen Ps. 20 : 1.
Des middags hield ds. Dekking zqn intreerede. Als uitgangspunt daarvoor had hij gekozen Ps. 101 : 1, deze woorden : „Ik zal van goedertierenheid en rechf zingen."
Bij de gebruikelijke toespraken richtte Z.Eerw. zich tot den Burgemeester (deze was niet aanwezig, wel des morgens bij de bevestiging), tot den Kerkeraad, Kerkvoogden eii Notabelen, tot den Godsdienstonderwijzer, tot den Consulent, ds. Van dén Berg, tot zijn Bevestiger, tot den voorlezer, tot de organiste, tot 't personeel der Chr. Scholen en ten slotte tot de geheele gemeente, zich en de zijnen in aller voorbede aanbevelende,
't" Woord werd nog gevoerd «ioor ds. Van den Berg, die in een hartelijke toespraak den nieuwen leeraar namens Kerkeraad en gemeente welkom heette en verzocht hem toe te zingen Ps. 134:3.
Beide malen waa 't kerkgebouw meer dan vol.
— Na des morgens bevestigd te zijn door ds, H. W. Creutzberg, van IJmuiden, naar aanleiding van Joh, 21 vers 17b en 18, deed ds. J. J. Creutzberg des middags zijn intrede bij de Ned, Horv, Gemeente van Hees ca, , naar aanleiding van Marcus 1 vs, 14 en 15.
Na door den consulent ds. P. J. Couvée, van Nijmegen, te zijn toegesproken, werd door de Gemeente toegezongen Gez, 224 vs. 1. Beide malen was het kerkgebouw overvol, terwijl 's middags vele ringpredikanten aanwezig waren.
— Na des morgens bevestigd te zijn door zgn voorganger, ds. S. van Dorp, van Rotterdam, die sprak naar aanleiding van 1 Cor. 1 vs. 23 en 24, deed ds. F, Kijftenbelt, overgekomen van Leerdam, Zondagmiddag j.l. zijn intrede bij de Ned. Herv. Kerk te Bodegraven, sprekende over Rom. 1 vs. 16. De nieuwe leeraar werd namens Kerkeraad en Gemeente toegesproken door den consulent, ds. R. de Haan, van Nieuwkoop. Tegenwoordig waren van de ringpredikanten ds. D. Meerburg, van Aarlanderveen en 'ds. W. J. van Lokhorst, van Noorden. Het Dagelijksch Bestuur der gemeente was aanwezig. Beide malen was een Ulriijke schare opgekomen.
— De heer S. C. Groeneveld, cand. tot den H Dienst te Garderen, hoopt Zondag 5 Mei zqn intrede te doen bq de Ned. Herv. Gemeente te Sprang (N.B.), na bevestigd te zijn door ds, A. v. Kooten, van Zevenbergen (N.Br.).
Ds, . W. Locher. f Zaterdag 13 dezer is te 's-Gravemoer op 79-jarigen leeftijd overleden ds. Gottfried Wilhelm Locher, em.-pred. der Ned. Herv. Gemeente te St. Jansga.
, Ds. Locher legde in 1862 zijn candidaatsexamen in de Theologie af te Zurich (Zwitserland), werd daar hulpprediker, vervolgens in 1870 te Neudorf (Rusland) predikant bij de Duitsch Geref. Gemeente. Na colloquium doctum werd hg beroepbaar bij de Fed. Herv. Kerk in Nederland, deed in 1873 intrede te Garderen eu stond voorts te Hengeio (G.), Aalst, Elspeet en St. Jansga, waar hij 1 Aug. 1914 eervol emeritaat verkroeg.
De overledene is de vader van dr. J. C. B. Locher, pred. bij de Ned. Herv. Gemeente te Leiden.
Ds. L. Jansen Schoonhoven, f Te den Dolder (Utr.) is op 43-jarigen leeftijd overleden ds, L. Jansen Schoonhoven, predikant bij de Ned Her'*. Gemeente te Schalkwijk en 't Goy, welke gemeente hij sedert 1901 diende.
Jubileum ds. J. J. Knap, Dinsdag 16 dezer vierde de > welbekende predikant in ons land, ds. J. J. Knap te Groningen zijn zilveren ambtsjubilé als predikant, waarvan ongeveer 21 jaren als predikant bq de Ned. Herv. Gemeente te Groningen.
Reeds Zaterdag was er een feestnummer verschenen van Oude Paden, waarvan — zooals bekend — de jubilaris hoofdredacteur is.
In den ochtend kwamen reeds van uit alle oorden des lands de felicitaties binnen, velen' vergezeld van geschenken. De woning van ds. Knap geleek één bloementuin.
Des namiddags had de eigenlijke feestviering plaats op de groote bovenzaal van het Militair Tehuis, die tot een feestsaal gemaakt was.
Bij het binnenkomen van den jubilaris met diens familie werd door alle aanwezigen staande gezongen Psalm 68:10, wafirna de Voorzitter van het feestcomité, de ouderling, de heer W, G, Aldenhoff, vroeger hoofd der Chr. School te Vriezenveen, wees op de beteekenis van dezen jubilédag, ook voor de Gemeente van Groningen. In den strijd, dien de jubilaris voert — zoo merkte de heer A. op — heeft hij in God zijne sterkte gevonden.
Steeds heeft de jubilaris zgn ambt ernstig opgevat; heeft hij zich geheel gegeven aan zijnen wijkarbeid, het gebouw „Bethlehem", was hiij voor velen tot een zegen. Altijd kenmerkte hij zich als de kamp vechter van de Gereformeerde^ beginselen in de Hervormde Kerk.
Altijd werd de strijd gestreden met eerlijke middelen; de jubilaris was en is geen partijman, maar man van beginselen. Hij wenschte niet den ondergang der Hervormde Kerk, maar haar te zuiveren van alles, wat indruischt tegen Gods Woord en haar te doen leven naar hare belijdenis.
Als schrijver was steeds de spreuk van ds. Knap: eIk moet werken.
Namens het comité bood spreker den jubilaris aan een keurige boekenkast, twee fauteuils; de encyclopsedie van Mayer in verschillende deelen, en een keurig bewerkt album.
De jubilaris werd voorts gecomplimenteerd namens den kerkeraad, het Ministerie van predikanten; de kerkvoogdij; het gezelschap van collectanten; de wijkvereen. „Bethlehem"; de kerkelijkekiesvereen. „Schrift en Belijdenis" en een aantal andere vereenigingen. De wenschen gingen veelal gepaard met het aanbieden van geschenken.
Ook een aantal belangstellenden, leden der Gereformeerde Kerken, kwamen den jubilaris gelukwenschen.
Het 'was een groot feest voor den jubilaris.
Kerkelijke verkiedngen te Jjeiden. Men schrijft ons:
Dinsdag 16 en Woensdag 17 April j.l. had de stemmiiig plaats voor 26 gemachtigden voor het Kiescollege der Ned. Herv. Gemeente alhier. De 21 periodiek aftredende candidaten waren allen door de Geref., Confess, en Ethischen overgenomen en werden herkozen met 705 tot 715 stemmen. Voor de 5 vacatures waren door de Ethischen en Confessioneelen saam 5 candidaten gesteld en dok door de Geref, Hier trokken de legers dus afzonderlijk op. De uitslag was, dat de 5 Geref. candidaten werden gekozen met 487 tot 497 st. De Ethischen en Confessioneelen behaalden 221 tot 230 st. Over heel de linie kwamen de Vrijzinnigen uit met 26 hunner mannen. Zij verkregen 195 tot 199 st.
Vergeleken bg het vorige Jaar gingen de Gereformeerden gemiddeld 20 et, vooruit, de Confessioneelen en Ethischen 100 st, achteruit en de Modernen 50 st. vooruit.'
Hoewel we de verdeeldheid tUsschen de Confessioneelen en de Gereformeerden blijven betreuren zijn we met den uitslag zeer verblijd, daar het Geref. element in het Kiescollege weer versterkt is.
Geve de Heere over deze dingen Ziju gunsjrgken zegen en kome alles onze Gemeente ten goede!
— Bij de verkiezing van gemachtigden in het kiescollege der Ned. Herv. Gem, te 's Gravenhage werden gekozen de candidaten van de orthodoxe kies vereeniging „Evangelie en Belijdenis" met ongeveer 680 van de uitgebrachte 1228 stemmen.
De candidaten, van de ethische vereeniging „Geloof en liefde" verwierven ongeveer 250 stemrnen, en die van de vrq. zinnigen ongeveer 300.
Sedert de vorige verkiezing zijn de orthodoxen vooruitgegaan, terwijl de ethischen en de vrijzinnigen met resp, ongeveer 45 en 25 stemmen achteruitgegaan zyn.
Vierde Predikantsplaats. Op verzoek van den kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente te Apeldoorn en Het Loo heeft het classicaal bestuur van Arnhem aldaar met ingang van 1 Mei 1918 een vierde predikantsplaats gevestigd.
Ds. W. S. de Haas, De kerkeraad dit Geref. Kerk van Utrecht maakt thans officieel bekend, dat ds. W. S, de Haas, uitgezonden als bedienaar des Woords op Java, in Januari jl. zijn ambt heeft neergelegd en zich tevens aan de gemeenschap der Geref. Kerk onttrekt, daar hg in de hoofdpunten der belijdenisschriften dier Kerk niet langer de uitdrukking van zijn geloofsovertuiging vindt.
Zoo men weet is ds. de Haas directeur van een opvoedingsgesticht op Java geworden. '
Preekendiefstal. Een lezer van de „Ned, Kerkbode" schrijft, dat hij binnen enkele weken tot tweemaal toe predikanten een gedrukte preek van een ander heeft hooren voordragen en wel zonder dat zy hun hoorders dit lieten blijken.
Een vermoedelijk confessioneel predikant gaf een preek van Prof. Obbink uit „Overdenkingen"; een ethisch predikant. Doctor in de Theologie, ontleende zijn preek aan „De man van smarten" van Ds. J. J. Knap. Zelf kan de redactie er nog een derde geval aan toevoegen: een evangelisch dorpspredikant las letterlijk bij een vacaturebeurt in een naburige stad een preek voor, die juist dezelfde week in „Overdenkingen" verschenen was.
Licht voor de studeerkamer. De Algemeene Synodale Oommissie heeft zich, naar aanleiding van herhaaldelijk ontvangen klachten over het gebrek aan petroleum voor de studeerkarners van predikanten ten platte lande, waar geen andere verlichting bestaat, tot Z. Exe, den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel gewend. Zij heeft den Minister gewezen op de achterstelling in dit opzicht van de predikanten, en de verwachting uitgesproken, dat de achteruitzetting, van den predikant hg andere categorieën van personen op de dorpen, niet naar 's Ministers bedoeling is, en derhalve verzocht aan de Toewijzingscommissie op te dragen, met de belangen der predikanten meer rekening te houden.
Salaris-verschil aan, Openbare en Bijzondere Scholen. Het Comité van Actie, gevormd door de heeren Tyo H, van' Eeghen, Voorzitter; J. B, Blankenberg, H. J. Emous, Dr. P. J. Kromsigt, J. W. Reese, ds. J. Visser Kzn., K, van den Berg, Secretaris, te Amsterdam, heeft gemeend nog eens onderzoek te moeten instellen naar het verschil tusschen de salarissen van Onderwijzers aan Openbare Scholen en aan de Bijzondere Scholen met den Bijbel in groote gemeenten, waarbij dan tevens rekening is gehouden met de voordeelert, welke de Wet van 23 Februari 1918 voor de Onderwijzers opleverde. Het heeft aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal het resultaat van dit onderzoek medegedeeld.
Het koos daarvoor uit de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage, Utrecht, Groningen, Leiden, Haarlem, Arnhem, Enschedé, Hilversum, Amersfoort en Middelburg. Ongevraagd kwam ook nog een opgave in van een School in Enkhuizen,
Gevraagd was: a, het aantal onderwijzers met inbegrip van het hoofd der School; b, het totaalverschil in salaris, dat door het personeel der School noten zou zgn met inachtneming van de voordeelen, door de Wet van 23 Februari 1918 opgeleverd.
Zoo kwam het Comité tot de volgende statistiek: in 13 Gemeenten met 103 Scholen en 933 onderwijzers wordt in totaal f 284007, 43 minder ontvangen aan salarissen bij het Bijz. onderwijs dan bij het Openbaar onderwijs, 't welk beteekent dat elk onderwijzer aan een Bijz. School in doorsnee genomen f 304, 40 minder ontvangt dan zijn collega aan de Openbare School, en dat ondanks de Wet vao 23 Febr. 1918 (Ketelaar—v. d. Molen, )
Wanneer daarbq nog in' aanmerking genomen wordt, dat in sornmige dier gemeenten de salarissen der Openbare Onderwijzers worden herzien, d. w. aanzienligk worden verhoogd, dan zullen de verschillen nog aanzienlijk grooter worden.
Ten opzichte van de Bqzondere Onderwijzers bestendigt deze gang van zaken de groote onbillijkbeid, welke ouder de vigeur van Art. 192 der Grondwet stuitend is voor het rechtegevoel.
Redenen waarom het Comité vermeent nogmaajs met klem te moeten aandringen op de aanneming van het Wetsvoorstel-Lohman c.s., waardoor aan dez« stuitende onbillijkheid een einde zou worden gemaakt en bevrediging gebracht in het Onderwijzerscorps der Bijzondere Scholen, dat met opoffering van. veel aan zijn beginsel trouw bleef en met toewijding arbeidt aan de verheffing en ontwikkeling van ons volksleven.
Eên vrijzinnig schoolhoofd over het morstel-Lohman. Het weekblad De Vrijzinnig-Democraat bevat van de hand van den heer J. Oom, hoofd eener openbare lagere school "te lerseke een pleidooi ten gunste van het wetsvoorstel-Lohman.
Aan het artikel ontleenen wy het volgende:
Nu meen ik opgemerkt te hebben, dat onze partij genooten niet veel voor het voorstel voelen. Toch zou ik hel, jammer vinden, indien on«e Kamerfractie er een afwijzende houding tegenover bleef aannemen.
Waar het hier toch alleen om gaat, is een klein stukje lotsverbeteriag voor een groot aantal bijzondere onderwgzers Artikel 192 is er nu eenmaal en zal — hoe de verkiezingen ook mogen uitvallen — wel loyaal uitgevoerd worden.
Zeker toch zal er dan wel volkomen gelijkstelling komen in de salarissen der openbare en bijzondere onderwijaers. En nu komt het me wel wat formalistisch voor, dit voorstel te willen afwijzen met een beroep op het gesloten convenant, of op het wel geraadpleegd zijn der kiezers, over art. 192, maar niet over de uitwerking daarvan.
Zou men mede willen werken tot uitstel van lotsverbetering van welke groep arbeiders dan ook op deze gronden? f: Ja maar, eerst waarborgen voor de 'deugdelijkheid van het onderwijs, zegt men dan. ",
Zelf verkéeren we in het geval dit jaar een verhooging van f 700 te hebben gekregen, buiten v. d. Molen—Ketelaar, en dan gevoelt men aan den lijve, dat dit een der beste waarborgen "voor goed onderwijs is. En als de Kamer dan ook het voorstel-Lohman afwijst en daardoor de stemming onder de bijzondere onderwijzers wellicht medehelpt verbitteren, laat zy met haar eisch — eerst meerdere waarborgen — een schoone gelegenheid voorbijgaan een der beste waarborgen voor goed onderwqs te scheppen.
Temeer zou ik willen aandringen op aanneming, waar wij zelf bovenvermelde verhooging hebben te danken aan een reohtsche college van B. en W. en aan een rechtsche meerderheid in den Raad.
Op meerdere plaatsen heeft men van rechtsche zijde aan verbetering onzer salarissen meegewerkt en bij aanneming van 't voorstel-Lohman xal dit zeker in toenemende mate het geval zijn. Waar dit jaar overal de salarissen moeten worden herzien, aal aanneming van het voorstel dan ook op vele plaatsen den openbaren onderwijzer ten goede komen.
Alleen reeds uit een gevoel van billijkheid tegenover onze bijzondere collega's wenschte ik echter hier op aanneming van meergenoemd voorstel aan te dringen.
Vergadering Schoolraad. De Schoolraad voor de Scholen met den Bijbel hield in het Gebouw voor K. en W. te Utrecht zijn 28ste Alg. Vergadering.
De voorzitter, ds. J. L. Pierson, herdacht in zijn openingswoord het overlijden van den heer Derksen, schetste diens persoonlijkheid en bracht hulde aan den door hem verrichten arbeid
Vervolgens wees hij er op, dat de verkregen financieele gelijkstelling in het Grondwetsartikel niet het doel van onzen strijd is geweest. Het ideaal was en is nog steeds: de bgzondére school regel, de openbare uitzondering. Dat kan geen enkele wet tot stand brengen en daarom zal op ons de ernstige plicht rusteü ons volk al meer ©n meer voor ons ideaal te winnen.
De nieuwe toekomst zal eischen reorganisatie van ons Secretariaat; langs geleidelijken weg zal het moeten uitgroeien tot een soort ministerie van bijzonder onderwijs, wellicht dat dan al de Scholen met den Bijbel in den Schoolraad haar gemeenschappelijk middelpunt zullen hebben.
Wat echter kome, wij gaan een zekere toekomst tegemoet. Die toekomst is: het Koninkrijk Gods.
En nu heft ons het Woord hoog op boven dit angstig heden en zegt: Er is een oübeweeglijk Koninkrijk, dat wij zullen ontvangen.
Laat ons die belofte omhelzen. Met dat hooge doel voor oogen hebben wij den arbeid voor en in onze scholen voort te zetten en ten zegen te maken. En laat ons meer dan ooit leeren vragen: Uw koninkrijk kome. Waar alles in beweging is, zullen wij goed doen onze harten te verzekeren in Hem, die ons bewaren zal tot Zijn onbeweeglijk Koninkrijk.
Na het uitspreken van de openingsrede herdacht de voorzitter nog het droevig verscheiden van prof. P. A. E. Sillevis Smitt, die gedurende enkele jaren lid van den Schoolraad is geweest.
Verschillende verslagen en rapporten werden vastgesteld.
Daaruit bleek o.a. dat op 1 Jan. '18 850 scholen waren aangesloten. Het totaal aantal uitgereikte diploma's is gestegen tot 702
De omslag voor het hulpfonds voor gevallen van langdurige ziekte werd voor dit jaar gesteld op'' 0.7 pct.
Door den heer Van Andel van Bodegraven werd namens het Hoofdbestuar van de Vereen, van Christ. Onderwijzers gevraagd, waarom de Schoolraad het ijveren voor de verbetering der onderwyzerssalarissen heeft overgelaten aan de te Amsterdam gevormde vereen iging van besturen van Christ, scholen. In 't algemeen wordt 't 'betreurd dat de Schoolraad meer volgt dan leiding geeft.
De Voorzitter antwoordde, dat de Schoolraad verleden jaar te dezer zake werkzaam is geweest, en 't niet wenschelijk achtte nu weer de. actie te herhalen. Volgens spr. had 't gelegen op den weg j der schoolbesturen, die nu de zaak ter' hand hebben genomen, om by den | (Schoolraad op herhaling der actie aan te dringen.
Wat betreft de klacht omtrent 't gemis! aan activiteit zeide de voorz. dat de Schoolraad moeilyk veel vergaderingen' kan houden, en dat 't steeds wenschelijk' geacht is, dat het Moderamen niet te veel op eigen houtje optreedt.
Dr. J. C. de Moor vroeg of de Schoolraad nog iets zal doen tegen de beweging — ook onder onze chr. onderwijzers te bemerken — die de ouders afraadt hunne kinderen tot onderwijaer te doen opleiden. ^
Deze vraag zal in dè vergaderingvan den Schoolraad behandeld worden.
Hierna werd gepauseerd. Nadat te ruim twee uur de vergadering heropend was, kreeg het oudste lid van van den Schoolraad, de 88-jarige heer A. Elshout Rzn, het woord, die een kort woord sprak naaar aanleiding van het overlijden van den heer Derksen.
In de middagvergadering werd door dr. K. Dijk van 's Gravenhage, in een korte inleiding 't onderwerp: „Schoolvoeding en Schoolkleeding" behandeld.
Dit „instituut", aldus Spr., is in 1900 in ^e Leerplichtwet opgenomen, doch met dfe verstande, dat aan de Gemeenteraden de beslissing werd overgelaten, het al dan niet in toepassing te brengen. Het is bedoeld als een middel om het schoolbezoek te bevorderen, terwijl deze hulp direct aan de kinderen verstrekt wordt, en wel aan die, welke wegens gebrek aan kleeding en voedsel het onderwijs in het geheel niet of niet getrouw kunnen bijwonen.
Tegen deze school voeding en - kleeding is in < ^nze kringen altijd principieel verzet gevoerd. De zorg voor voeding en kleeding is een zaak van het gezin, en wanneer de Overheid zich met deze taak gaat inlaten, neemt zij den ouders het werk uit de handen, en ondermijnt de verantwoordelijkheid van de vaders en moeders.
Echter valt in deze beschouwing in den laatsten tyd een kentering waar te nemen. Enkele stemmen hebben zich ten gunste van de schoolvoediug en - kleeding verheven, en vooral de „Patrimonium"-hoofdredacteur heeft deze zaak bepleit. Hij is niet blind voor de groote bezwaren, welke er aan verbonden zijn, en erkent dat dit hulpbetoon niets anders dan een noodstand is, doch hij meent, dat de Overheid, die voor den welstand des volks te zorgen heeft, geroepen kan zijn, in de nooden van het kind te voorzien. Hij wil echter deze steun nietverleenen buiten de ouders om, en stelt voor hulp te bieden door het verstrekken van goed eten voor heel het gezin uit een centrale keuken.
Wg hebben, zoo vervolgde Spr., ons van deze kwestie ernstig rekenschap te geven, want met strakke handhaving van het eens aanvaarde beginsel aijn wij niet klaar. Er is veel sociale nood; vele kinderen, die orivoldoende gevoed en gekleed zijn, bezoeken de Christelijke School, en onze Christen-ouders, die met zulke nooden te kampen hebben, zien hun strijd nog verzwaard door deze omstandigheid dat dé kinderen van hun buren, die reeds geen schoolgeld te betalen hebben, ook nog gratis etenenkleerenontvangen, terwijl de hunne dat missen.
Daarom moet de hand aan den ploeg worden geslagen om deze ellende te verhelpen en de vraag komt op, hoe'dit moet geschieden. Spr. verwees naar een referaat van Mr. van Beeck Calkoen gehouden voor de Diaconie der Geref, Kerk van 's-Gravenhage, — en waarvan verleden week in de „Kerknieuws"-rubriek van de „Rotterdammer" een ïiitvoerig resumé werd opgenomen — die de ouders welke voor dezen steun in aanmerking komen, niet alle naar de Diaconie wil verwijzen, doch het voorstel aan de hand doet, een apart fonds te vormen, op de wijze der suppletiefondsen, hetwelk dan door de Diaconie kan gesuppleerd worden. Met deze gedachte kon Spr, wel meegaan, hoewel hij ook iets voelde voor de bezwaren van den hoofdredacteur van , Patrimonium'' tegen dit plan, die er op gewezen heeft, dat er zooveel kinderen zijn; voor wie zulke fondsen nimmer opgericht kunnen worden.
Spr. kwam tot de conclusie, dat met ónverzwakte handhaving van het principe: de voeding en kleeding is de taak van het gezin, maar het aan voedsel en kleeren gebrek lijdende kind niet aan zijn lot mag worden overgelaten, opdat het onderwijs met vrucht kan gegeven worden. Die steun moet verstrekt worden aan de ouders en dan liefst uit een fonds, zooals doof Mr. van Beeck Calkoen is voorgesteld, en, indien dit niet mogelijk is door d«n dienst der Kerkelijke barmhartigheid. Echter achtte Spr. het niet onmogelijk dat er gevallen zijn, waarin alle particuliere en Kerkelijke liefdadigheid te kort schiet, en de overheid moet ingrijpen. Ten slotte wees Spr. op de gewichtige sociale roeping, die óok op dit terrein al zwaarder wordt, en om Christus wille vervuld moet worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1918
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 april 1918
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's