Financiën.
Deze week had de commissie uit het bestuur voor het Studiefonds een samenkomst om te oordselsn over en te onderzoeken naar verschillende aanvragen, die, met het oog op den nieuwen cursus, voor het Studiefonds waren ingekomen.
Waren wij in het eerst eenigszins bevreesd öf er wel aanvragen zouden komen, die vrees is op schitterende wgse beschaamd geworden; doch er is nu weer een andere vrees voor in de plaats gekomen, nl. of wij wel voldoende financiën zullen hebben om aan de talrijke aanvragen te voldoen. Misschien zal echter ook deze vrees op schitterende wijze beschaamd worden.
Wat ik op de Jaarvergadering reeds mededeelde, wordt nu bevestigd, dat aan het Studiefonds al zwaarder eisch en worden gesteld, Hoe ver moéten wij daarin gaan? De aanvragen die wij deze week te behandelen hadden en waarvan de aanvankelijke indruk was, dat zij voor steun alleszins in aanmerking kwamen, waren evenwel van dien aard dat ik als penningmeester wel ©en oogenblikje een bedenkelgk gezicht zette, dewijl ik, zoo terloops alles even bij elkaar rekenende hetgeen reeds wordt gegeven en wat er nu weer bij zou komen, tot een bedrag kwam van een jaarlijksche uitgave, die niet klopt met de jaarlgksche ontvangsten.
Zooals gg weet, is het met het Studiefonds zóó, dat niet wordt aangestuurd op het vormen van een kapitaal om uit de rente te leven, maar worden direct de ingekomen giften besteed.
De spreekbeurten hebben den afgeloop«n winter belangrqk minder opgebracht, doordat vele plaatsen bg gebrek aan licht en uit andere oorzaken verhinderd waren zoo'n avond te organiseeren. Hierdoor zijn de inkomsten beneden die van het vorig jaar gebleven.
Het blijkt nu dat het Studiefonds terdege aan een behoefte voldoet en dat door menigeen hierin een weg wordt gezien om een reeds lang gekoesterden wensch vervuld te krijgen en een mogelijkheid wordt geopend om met eenigen eteun den weg, die tot het predikambt leidt, op te gaan.
Dit vervult ons met groote blijdschap, vooral als wg zien op den grooten nood die er in onze Herv. Kerk aan gereformeerde predikanten is. Maar dat doet ons dan ook met des te grootere vrgmoedigheid een beroep doen op de vrijgevigheid van allen, die de gereformeerde prediking in onze Herv. Kerk op prgs stellen. Als ik u daarom vraag: Hoe moet het nu? Moeten wij in eens den stroom toestoppen en aeggen: vooreerst kunnen wg aan geen enkele aanvrage, met het oog op de kas, meer voldoen. Vrienden der Geref, Waarheid! Moet dat? Mag dat ? — Dan zegt ge toch zeker: Penningmeester, ga door, maak u niet ongerust, laat dat zegenrijke werk zijn loop hebben. Wij zullen u steunen. Ge kunt op ons rekenen.
Ja, daar ken ik ons volkje genoeg voor. Och, als ze maar weten dat het noodig is. Nu, gij weet het thans. Om op denzelfden voet door te gaan, moet er iets meer gebeuren. Moeten groote en kleine giften talrijker binnenkomen. Gij weet het nu. Ziet hoe gg er mede handelt. Het ligt zoowel voor uw rekening als de mijne. Wij kunnen er ons zóó niet afmaken. De Heere neige de harten en opene de portefeuilles, de kasten en de beuraenl Wij ontvingen uit: Sluipwijk van den penningmeester der Afd. f 12, 37 aan contributie, f 1 aan jaarlijksche bijdrage voor het Leerstoelfonds van D, H. en f 1 voor het Studiefonds van S,
Kampen van Joh, Prins, penningm. van de Ver, „Uw Woord ia de Waarheid", de opbrengst van busje No. 125 van de maand Juli, zijnde f 12, 80.
Benschop de contributie van een nieuw lid, na aftrek der 25 pet., f 0, 75.
Wassenaar van N. A, D. f 1 voor het Studiefonds en f 1 voor het Leerstoelfonda, welke door zijn vertrek uit Rotterdam niet meer ia de gelegenheid is zijn gave in de Evangelisatie te Kralingen te geven.
X van N. N. f 20 voor het Studiefonds. Laat ik den zender daarbij melden dat. dit door ons zeer werd gewaardeerd en heel aardig gevonden van de familie. Alphen a. d. Rijn door den heer J. Blgleven f 2^, 50 van N. N., te verdeelen over de beide fondsan.
Kampen, afgezonden door den heer J. de Groot, f3 van mej. H. v. Z. voor het Leerstoelfonds.
Voor deze gaven hartelqk dank. Moge de Heere Zijnen zegen er over gebieden.
J. C. FLIEHE, Penningmeester.
Arnhem, Pels Rijckenstraat 28.
Postz., Capsules, Zilverpapier.
Aan onzen geachten penningmeester bericht ik dat de postwisgel uit Sluipwijk, waar hg steeds op wachtte, bg mij is terechtgekomen. Hij behoorde ook bij mij tehuis, want de f2, 50 was van verkochte vodden en dat behoort bg mijn departement. De penningmeester zal dat wel met mij eens zgn, maar wat zou het een voorrecht zijn als alle lezers er nu ook zoo over dachten en van alle opbrengst van vodden en wat er nog meer bij behoort, zeiden: dit behoort niet aan mg, maar dit zend ik aan
Mej. H. H. VERBEEK, .
Franjois Maelsonstraat 29, Den Haag.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1918
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1918
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's