Financiën.
Het zal u zeker niet verwonderen als ik u vertel, dat, als ik een poosje van huis ben geweest, mijn eerste werk is de papieren na te zien, die sedert mijn afwezigheid door de brievenbus naar binnen zijn gekomen en door een vriendelijke hand verzameld, en wel speciaal alle» wat „onze" financiën betreft.''
Het eerste waar ik naar zie is of er geen bericht is, dat er een aangetéekende brief voor mij aan het postkantoor ligt om af te halen en vervolgens welke postwissels en andere bescheiden. De couranten, op een enkele uitzondering na, die leg je op zij voor later, en later kijk je er ook niet meer naar om, want wat lees je eigenlgk eiken dag aan al dia narigheid. Een mensch besteedt er zooveel kostbare uren aan, die nuttiger doorgebracht zouden kunnen worden.
Maar zoo'n begeerlijk bericht van een aangeteekenden brief vond ik niet. Wel was er een schrijven bij van een student van het Studiefonds, dien ik vóór mijn vertrek f 200 had gezonden in een aangeteekenden brief. Hij schreef mij dat de post hem een bericht had gezonden dat er voor hem een brief lag met tweeduizend gulden. Dat was ook een ontgoocheling voor onzen armen student, toen hij, buiten adem, op het-postkantoor tot de ontdekking kwam, dat het zijn gewone rantsoen was van den penningmeester. Ik hoop dat er iemand is die medelijden met hem heeft en mij een extraatje voor hem zendt als vergoeding voor den tegenvaller. Ik zal het hem gaarne overmaken en gebruiken kan hij het best. Het is goed besteed, daar ben ik van overtuigd.
Maar al vond ik geen aangeteekenden brief met een bedrag dat mijn eindcgfer voor 1 December op behoorlijk peil kan brengen en ik daar nog even op wachten moet, zóó groot was mgn teleurstelling toch niet, want er was genoeg onder dat mij direct in een goede stemming bracht. Luister maar eens:
Allereerst zond ds. van Boven mg een briefkaart, waarin hij hoopte dat mgn schrgven het gevolg zou hebben dat velen zich bg den Bond zouden aansluiten. En als antwoord daarop vind ik een schrijven te van iemand uit Zeist, waarin dit voorkomt : ... Ik had al vroeger lid denken te worden, maar aangezien er te Zeist geen Afdeeling van den Bond is, wist ik niet waar ik mij moest aanmelden. Maar toen ik voor lY2Jaar lezer ban geworden, ben ik daarmede meer op de hoogte gekomen. Zoo las ik ook Vrijdag het stukje, dat de penningmeester over ds. van Boven schreef. Dat gaf in eens den doorslag, zoodat ik nu niet langer aarzel mij als lid op te geven...
Ook uit Diemen kwamen twee zich als lid aanmelden, en de heer P. Briukers uit
utrecht kwam ook nog met een nieuwen naam aandragen.
Zoo ziet ge wat één voorbeeld kan uitwerken.
Maar ik heb nog meer. Nog een nieuw lid, met een lid in de toekomst. Ik ontving nl. van R. te E. het volgende briefje:
„Waarde penningmeester.
Hierbij zend ik u het volgende: f 1 ais lid van den Bond, f4, 60 voor het Leerstoelfonds, f 4, 60 voor het Studiefonds. Uit dank bg de komst van mijn eersteling. Dat Gods zegen op uw werk moge rusten is de wensch van
Moge ook dit voorbeeld door velen gevolgd worden I Ter herinnering meld ik nog even dat het minimum-tarief voor elke jonggeborene f2, 50 is.
Wg gaan verder.
Rotterdam van den penningmeester der Afdeeling het bedrag van de contributie der leden min 26 pCt, f37, 12» en f 6 als geïnd aan jaarl. bijdragen voor het Leerstoelfonds, tezamen f43, 125.
Benschop door ds. Kievit van N. N. f 10 uit liefde tot de Waarheid.
Zegveld van C. Bardelmeger f4, 38, opbrengst busje No. 20 van de maand September.
Kampen van Joh. Prins, penningmeester van de vereeniging „Uw Woord is de Waarheid", opbrengst busje No. 126 van Augustus.
Baarn van R. B. f5 voor het Studiefonds.
Asperen van J. J. K. f5, voor Studieen Leerstoelfonds ieder de helft.
Delft van den heer A. van Herwgnen, penningm der Afdeeling, f 10, geïnd aan jaarl. bijdragen voor het Leerstoelfonds, en f 7, 50 van verschillende leden aan vrijwillige bijdragen, tezamen f 17, 50.
En hiermede neem ik weer afscheid. Tot de volgende week, zullen wij hopen.
Hartelijk dank voor al deze gaven. Gebiede de Heere Zijn onmisbaren zegen er over.
J. C. FLIEHE, Penningmeester. Arnhem, Pels Rijckenstraat 28.
Pöstz., Capsules, Zilverpapier.
Deze week ontving ik van:
Ie. J. Boer te Benschop postzegels, capsules en zilverpapier;
2e. A. V. en T. D. te Benschop postzegels, capsules en zilverpapier.
Meer niet. Wanneer zal de groote stroom weer eens beginnen?
Met dank. In afwachting,
Mej. H. H. VERBEEK,
Francois Maelsonstraat 29, Den Baag.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1918
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1918
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's