De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het kerkelijk leven.

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

e.a.

[Vervolg en Slot)

De heer SCHOKKING" — soo meldt het Kort Verslag verder — zal niet ingaan op verschillende beschouwingen. Alleen wil hg zeggen, dat als de heer Kolthek niet meer kan zeggen dan dat de Kerk een steunpilaar is van het kapitalisme, Aie\ bewering-niet veel waard is. Spreker wil herhalen, dat de_ kerken voor den yrede bidden, zooals de heer Kolthek zelf verklaarde, maar stelt daartegenover, dat geestverwanten van den heer Kolthek de grootst» terreur goedkeuren.

Nu zei de heer Kruyt, dat spreker er wat meer van heeft gezegd. De heer Kruyt zei, dat de Kerk inkomsten trekt uit goederen. Als dat haar kapitalistisch karakter nu bewgst, begrgpt spreker het niet meer, want dan keert zich dat argument ook tegen den heer Kruyt zelf, die immers ook tractement als predikant geniet."

„Wat de aangekondigde wijziging van art. 171 bij een eerstvolgende Grondwets herziening aangaat, heeft het spreker verwonderd, dat de heer de Wilde daaruit de conclusie meende te moeten trekken, het ontwerp niet te kunnen steunen. Is dit standpunt, ook nog door enkelen gedeeld, niet wat vooruitloopen ?

Juist om het belang van het zuiver houden van het standpunt, dat wijziging van de verhouding tusschen Kerk en Staat algemeen wenschelijk wordt geacht, zal spreker v6or het ontwerp stemmen."

Ook naar de stem van - den heer Dresselhuys willen we nog even luisteren. Hg, de geestverwant van den heer Oud, sprak ongeveer als volgt:

De heer DRESSELHUYS heeft natuurlgk ook bezwaren tegen dit wetsontwerp. Wie zou ze niet hebben nu op principieele gronden en wegens de gebrekkige voorbereiding het wetsontwerp bezwaren aankleven?

Spreker heeft geen grondwettige bezwaren. Er is nood in tal van predikantsgezinnen, waar de muizen dood voorde kast liggen en de traditioneele kerkratten niet alleen door de kerk, maar ook door de pastorie rondloopen.

Er is gesproken over de scheiding van Kerk en Staat. Spreker heeft een betoog gehoord van den heer Kruyt, dat door dit wetsontwerp de band tusschen Kerk en Staat zou worden versterkt, maar dat ontkent spreker. Reeds Buys heeft er indertgd op gewezen, dat die band in gem opzicht wordt versterkt door het geven van tractementen aan de bedienaren van den godsdienst. Spreker leest den bedoel­den passus voor. Buys meende, dat de N Staat de Kerk mocht steunen, omdat de Kerk het zedelijk staatsdoel steunde; dat had niets met het beginsel van scheiding van Kerk en Staat te maken.

Spreker geeft toe, dat er oorspronkelgk hoegenaamd geen rechtsband bestond tusschen de bedienaren van den godsdienst en den Staat, maar sedert 1814 is die rechtsband wel degelqk ontstaan, mede door de toepassing van de tweede alinea van art. 171 Grondwet. De Staat helpt voorzien in de behoefte aan godsdienstige voorlichting, getuige de posten op deze begrooting om nieuwe predikantstractementen te scheppen in Emmen en in de mgnstreek.

Als de Regeering dus op grond van den rechtsband een duurtetoeslag voorstelt, vindt spreker daarin niets abnormaals.

Het vreemde is, dat, terwgl er zooveel verschil is in de rijkstractementen, de Regeering komt met deze zeer verkeerde regeling."

Direct laten we hier op volgen wat e heer KOLTHEK in tweede instantie og gezegd heeft, 't Sluit aan bij 't geen 'n vriend en geestverwant Kruyt dibiteerde, We lezen er van:

De heer KOLTHEK wil nog een enkel woord zeggen over den rechtsgrond. Den rechtsgrond zoekt de Minister in het ontnemen van de kerkelgke goederen door den Staat, waarvoor een jaarlgksche uitkeering wordt gegeven. Spreker ontkent, dat dit een rechtsgrond is voor 'de nu voorgestelde maatregelen. ae iiïï yoorgosieicKj Buubimen. Spreker wil verder niets zeggen van de rede van den heer Schokkirig, die er tegen protesteerde, dat gezegd is, dat de Kerk de dienaresse is van het kapitalisme.

De heer SCHAPER : In Zwolle is een socialistische dominê beroepen.

De heer KOLTHEK zegt, dat de Kerk misschien in een onderdeel aan het veranderen is, doch ze is in het algemeen een steunpilaar van het kapitalisme en van het militarisme. Vóór de' troepen in den oorlog gingen, zegenden de priesters hen, evenals'ook in de loopgraveri gebeurde vóór den aanval.

De Kerk heeft ook biddagen voor den vrede gehouden tgdens den oorlog, en daarin ziet spreker een steunen van hét kapitalisme, want de werkelgke oorzaken van den oorlog ziet men daardoor voorbij.

Spreker zal verder niet veel over het betoog van den heer Schokking en anderen zeggen. De heele historie toont aan, dat de Katholieke Kerk op ruwe wgze zich in het bezit heeft gesteld van verschillende goederen. Voor spreker staat het historisch recht der Kerk in geenen deele vast". van den oorlog ziet men daardoor voorbq. Spreker zegt, dat de geschiedenis hier voorbeelden van geeft. Ook heeft de Kerk, inzonderheid de Roomsch-Katho-Ueke Kerk, vaak op ruwe wgze haar bezit van thans verkregen. Spreker noemt s­dit een steunen van het kapitalisme, want men tracht in de Kerk de aandacht van de oorzaken van den oorlog af te leiden.

Merkwaardig dat hierover een dispuut ontstond tusschen de heeren Kolthek en Schaper. De heer Schaper heeft nog al goede gedachten van de Kerk. Op zqn manier natuurlgk.

We lezen dat hg, de sociaal-democraat, zich aldus tegen de redeneering van den heer Kolthek (sd, ) verzette:

De heer SCHAPER zegt, den heer Kolthek te hebben betrapt op het afsteken van een Schablone-redevoering, waaraan nu een passende staart is gedraaid, Hq zeide, dat de Kerk nog steeds een steunpilaar is van het kapitaal. Spreker heeft dat nooit tegengesproken. Maar de heer Kolthek heeft gezegd, dat de Kerk meer en meer zulk een steunpilaar werd. En dan zegt spreker, dat meer en meer hervormde gemeenten een socialistisch predikant gaan beroepen om meer voeling te kunnen houden met den nieuwen tijd en de nieuwe ideeën. En wat de Roomseh-Katholieke Kerk betreft, ook de jonge Katholieken slaan reeds een forschen toon aan, zij het dan ook om de socialistisch beginselen te bestrgden.

Dat het erger wordt met de Kerk, zooals de heer Kolthek zei, is niet waar.

Ook spreker wraakt het laffe gehuichel van het zegenen van vaandels en biddagen, maar vanmiddag liep de strijd niet  daarover. De heer Kolthek is in deze te ver gegaan."

Wat de quaestie tusschen de heeren Schaper en Kolthek aangaat, spreker meent, dat de heer Kolthek juist is geweest in zgn uitspraak, dat het de tendens van de Kerk is, zich meer en meer in dienst te stellen , van kapitalisme en imperialisme en militarisme. Maar de heer Kolthek was mis, toen hg zei, dat er geen vrgheid was in de Kerk om te strijden tegen het kapitalisme, imperialisme en militarisme. Spreker zou willen zeggen tot den heer Oud: gg kunt om u heen juist het tegendeel zien. Wij staan dus niet zoo ver van eikander af als het wel Igkt.

Ds. Kruyt kon hierna niet zwggen, en mengde zich nog eens in het debat. En wel aldus:

Een enkel woord over wat de heer Schokking opmerkte. Spreker meent, dat de Kerk im groszen Ganzen is de beschermer der ergste terreur. Want imperialisme en militarisme zgn grooter terreur dan alle revolutionaire acties der geheele geschiedenis bg elkaar."

De heer KRUYT wil iets zeggen over de motie-Oud. Hoewel deze een veel beter weg aanwgst dan het regeeringsvoorstel en dus spreker wil aanraden aan hen, die moeten kiezen, tusschen die beiden, om dan de motie-Oud te nemen, zegt spreker niet voor de motie te kunnen stemmen, omdat wij toch hierin vinden uitgedrukt, wat wij afkeuren: een bestendiging van den band tusschen Kerk en Staat.

Niet ondienstig komt het ons voor nu ten slotte iets mee te deelen van't geen de Minister zelf heeft gezegd. We lezen daarvan:

De heer DE VRIES, Minister van Financiën, segt, dat als hg verklaart dat hg in een zelfde milieu is opgevoed als de heer Rutgers, het niemand zal verwonderen, dat zijn eigen meening zich aansluit bg de opinie van den heer Rutgers, n.l. dat het voor de Kerk de gunstigste positie zal wezen, als zij zich volkomen vrij kan voelen en uitleven.

Maar wg hebben hier rekening te houden met de historische feiten, dat er is gekomen een band tusschen Kerk en Staat. Wat de Overheid nu aan de Kerk uitkeert, is geen steun of een dotatie, maar een vergoeding voor hetgeen de Staat aan de Kerk had ontnomen.

Maar — de heer Schokking had hierin gelgk - die regeling is niet zoo opgevat dat het aan het ander equivaleert.  De_ult: beschouwd als een steunen van de Kerk door den Staat. De Grondwet spreekt dan ook van uitkeeringen, die worden gegeven....

De heer DRESSBLHUYS : Werden gegeven.

De heer DE VRIES, Minister van Financiën: Neen, de Grondwet zegt nu nog in art. 171, dat de traetementen, pensioenen enz., thans door leeraren genoten wordende, big ven verzekerd. Aan de zaak doet het niets af, het karakter nader aan te duiden; het blijft een vergoeding voor vroeger ontnomen goederen.

Niet kan worden ontkend, dat, evenals voor de rgksambtenaren in zgdelingschen dienst en de gepensionneerden, ook voor de predikanten, wier tractement ten deele door het Rgk wordt betaald, de waarde van het geld is gedaald. Aan het ontwerp ligt dan ook niets anders ten grondslag dan hun eenigszins daarin tegemoet te komen. Dit kan volgens art. 171, 2e lid, der Grondwet.

Dit ontwerp strgdt in geen enkel opzicht met den tekst der Grondwet.

Principieel acht ook de Regeering dit voorstel niet een vooruitloopenof influenseeren op het financieele vraagstuk van de losmaking der banden tusschen den Staat en de kerkgenootschappen. Spreker heeft de wenschelgkheid daarvan ook betoogd in de Memorie van Antwoord. Die losmaking der banden Igkt spreker in beider belang, en deze quaestie kan bg de eerstvolgende Grondwetsherziening aan de orde komen. Dat de Regeering er spoed mee maakt, blijkt hieruit, dat de Regeering de kerkgenootschappen in een schrijven er op heeft gewezen, en de tijdelijke Voorzitter van den Ministerraad zal de conferentie ten deze met d« kerkgenootschappen bijwonen.

Wat de speciale vraag van den heer Oud aangaat, in gemeenten, waar vacatures bestaan, wordt het bedrag niet uitbetaald, zoolang die vacature' bestaat.

De heer Bomans vroeg of er kindertoeslag bg gegeven zou worden. Spreker antwoordt ontkennend, omdat de predikanten met rgkstractementen, die tot een Kerk behooren welke rgksgeld krijgt, f 25 kindertoeslag krggen".

Het wetsontwerp, in stemming gebracht wordt aangenom.en met 37 tegen 17 stemmen.

Voor stemden de leden:

Deckers, yan der Voort van Zgp, de Monté ver Loren, de Muralt, Bulten, Marchant, van Vuuren, Bongaerts, Henri Hermans, Duymaer van Twist, Loeff, van de Bilt, van Schaik, Kooien, Fleskens, Teenstra, Weitkamp, Beumer, van Doorn, Heemskerk, Bakker, de Groot, Dresselhuys, Snoeck Henkemans, Kuiper, Niemeg er, van Beresteyn, van Dijk, Ketelaar, Schokking, Rutgers, Ter Hall, Lely, Engels, Oud, Bomans en de Voorzitter.

Tegen stemden de leden:

Kolthek, Albarda, de Wilde, van den Tempel, Hugenholtz, Zijlstra, Schaper, van Zadelhoff, van Ravestegn, de Jonge, Sannes, J. ter Laan, Kruyt, Helsdingen, Ossendorp, K. ter Laan, A. P. Staalman.

Afgegleden.

In Doetichem doet zich het verschgnsel voor, dat er vrgzinnige leden der Hervormde Kerk voor hun lidmaatschap bedanken nu er een hoofdelgke omslag is ingevoerd.

De rechtzinnige Kerkeraad redeneert naar het beginsel der Schrift: En die onderwezen wordt in het Woord deele mede van alle goederen dengene die hem onderwgst" (Gal, 6 : 6). Daarom hebben ze gezegd tot de Gemeente: ge moet van Uw inkomsten een zeker deel afzonderen voor den Kerkedienst. En aangezien er méér noodig is, dan er ontvangen werd, hebben ze toen gezegd: gr moet méér van het Uwe wegleggen voor den eeredienst.

Dat is het recht, ja de roeping van degenen die in het midden van ons kerkelijk leven de leiding hebben en een verantwoordelgke positie innemen, 't zij Kerkeraad of Kerkvoogdg.

De Gemeente heeft dan niet het recht te pruttelen; men heeft niet het recht te weigeren. Hier is een schriftuurlgk recht, waarvoor men te zwichten heeft. De arbeider is zijn loon waardig en de gemeente moet daarvoor zorgen. Indien het noodig is, op aanwijsing en naarde regeling van hen die in ons kerkelgk leven met de leiding der zaken belast zijn.

Natuurlgk is hier het vrijwillig geven tot onderhoud van de armen en van de Kerk en van de Schooi en van het werk der Zending het meest begeerlgk.

Men moest zooveel voor het werk der Zending vrijwillig geven, dat al dat gebedel onnoodig was. En 's Maandags morgens moest er zooveel vrijwillig voor de armen bijeengebracht worden, dat de diakenen 's Zondags niet in alle diensten met het zakje behoefden rond te scharrelen terwgl het Woord verkondigd wordt.

En zoo ook met den Kerkedienst. Ideaal is: dat ieder vrgwillig zooveel per week of per maand of per jaar bg de Kerkmeesters brengt, dat deze heeren met opgewektheid de zorg voor de gemeente op zich kunnen nemen en b.v, de predikanten een behoorlgke bezoldiging met voldoende pensioenregeling kunnen jgeven, gelgk ook aan de kerk  kunnen ten koste leggen,

Maar.... waar is dat vrijwillig afzonderen voor armen en Kerk enz?

Daarom is ook een regeling noodig. Onder het Oude Verbond was dat al noodig, ook onder de Nieuw Testamentische bedeeling kan dit niet worden gemist.

En daarom moeten Kerkvoogden een flinke begrooting maken en zeggen wat noodig is voor de kerkelgke huishouding, waarbg dan van Gods wege op ieder lid der gemeente en op elk huisgezin de verplichting ligt om naar billijkheid in deze bg te dragen.

Doch, velen voelen dat nog niet. Die willen liever „vrg" bilijen en dan.... niet betalen. Misschien een kerkcent en een luttel bedrag voor een plaats in de kerk, maar méér dan toch niet. Terwijl men dan voor Kerkvoogden, die de zaken flink willen aanpakken, het verwgt heeft klaar liggen „dat een hoofde-Igke omslag niet gereformeerd is".

Maar daar praten we nu verder niet over. We wilden wat dnders zeggen.

In Doetinchem sputteren de vrijzinnig-Hervormden (vreemde combinatie toch dat vrijzinnig en Hervormd, want iemand die Hervormd is is gebonden aan de Schrift) geweldig tegen den hoofdelgken omslag, omdat er een rechtzinnige prediking is, en ze willen niet betalen; ja, er zijn er reeds die bedankt hebben of zullen bedanken voor het lidmaatschap der Herv. Kerk.

En daar schgnt nu de Kerkeraad der Luthersche gemeente (modern) gebruik van te willen maken, (in troebel water is 't goed visschen!) en heeft een circulaire rondgezonden, geteekend ook door den predikant, waarin o, a, deze merkwaardige passage voorkomt:

„Het feit, dat verschillende leden der Ned, Herv. Kerk alhier bedanken voor hun lidmaatschap, is ons een aanleiding, om u een uitnoodiging in overweging te geven.

Wg gaan van de veronderstelling uit, dat gg in de verdieping en verbreiding van het vrgzinnig-godsdienstig leven een groot belang ziet voor de gemeenschap. Wg gaan van de veronderstelling uit, dat gg niet gaarne aan verplichtingen voldoet, die u opgelegd worden door een Kerk, die u wel eischen stelt, doch geen rechten verleent.

Tevergeefs vraagdet ge aan den kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente om toezegging, dat bg een eventueele predikantsvacature met de wenschen der vrgzinnigen rekening zal worden gehou­den, tevergeefs vraagdet ge om toestemming voor het optreden van een predikant van uwe richting in de Kerk, die toch ook de uwe was, zelfs maar voor één keer, bg een bg zondere gelegenheid als bg voorbeeld de Hervormingsherdenking. En dit alles zal u geweigerd worden, zoolang de kerkeraad orthodox is; want het gaat om een beginsel.

Waar de behartiging der vrgzinniggodsdienstige belangen volstrekt wordt verloochend, en waar volgens menschelijke berekening i^ afzienbaren tijd geen verandering in den toestand is te verwachten, begrgpen wg 't, dat gg bedankt.

En nu willen wij u herinneren aan het bestaan der Evangelisch Luthersche Gemeente. Zij vertegenwoordigt hier de Kerk in vrgzinnigen geest. Zg is niet gebonden aan eenige belgdenis of leerstelling; Luther en zgne denkbeeldenis zij sedert lang ontgroeid. De Vrga. Hervormde en de Vrgz, Doopsgezinde en de Vrgz. Luthersche en de Remonstrant, zij zijn allen vereenigd door het ééne verlangen, om den vrijzinnigen godsdienst te doen leven, Wezenlgk onderscheid bestaat er niet meer, zoodat al sterker wordt de beweging, om alle vrgzinnigen in één verb» ad te vereenigen; doch zoo ver is hét nu nog niet.

De Luthersche Kerk telt weinig zielen hier, en toch is zg het, die den vrijzinnig-godsdienstigen gelegenheid geeft tot bevrediging hunner behoeften. Het zou van beteekenis zijn, wanneer zg werd tot een bloeiende, levenskrachtige gemeente".

Veel zou hierover te zeggen zijn.

Maar alleen dit: hier wordt door den kerkeraad der Luthersche gemeente gezegd, dat de Luthersche Kerk van Doetinchem een Kerk in vrgzinnigen geest is; en verder „zg is niet gebonden aan penige belgdenis of leerstelling; Luther en zijn denkbeelden ia zij sedert lang ontgroeid. De Vrgz. Hervormde en de Vrgz. Doopsgezinde en de Vrgz. Luthersche en de Remonttrant, zg zgn allen vereenigd door het ééne verlangen, om den vrgzinnigen godsdienst te doen leven. Wezenlijk onderscheid bestaat er niet meer, " Of het dan eerlijk is zich Luthersch te big ven noemen ? Of het eerlijk is in de Luthersche Kerk te big ven, als men sedert lang aan Luther en zgne denkbeelden ontgroeid is?

Wg meenen, dat het niet eerlgk is een naam, welke door de historie een bepaalde beteekenis heeft en bij duizenden nóg heeft, zóo te misbruiken, Niet-Luthersch zijnde heeft men de Luthersche Kerk te verlaten en zichbg een 4nder Kerkgenootschap te voegen of een nieuwe Kerkgemeenschap te stichten.

Als men tot een ander Kerkbegrip en tot een andere belijdenis gekomen is moet men ook durven om tot een  andere Kerkgemeenschap over te gaan. Men brengt dan ook eigen Kerkgemeenschap niet tot de grootste verwarringen aan den rand van den ondergang.

Sterk drukt men zich daarbg uit in Doetinchem, „We zgn niet gebonden aan eenige belgdenis of leerstelling". Al de Luthersche fundamenteele waarheden zgn opgeruimd, Groote schoonmaak heeft men gehouden, alles verkocht aan een opkooper van oud roest.

En toch is men Kerkeraad der Luthersche gemeente I

Jammerlijk afgegleden I Zoover zgn we in onze Herv, Kerk nog niet.

Wie Hervormd is kan en mag niet zeggen: de Herv. Kerk is niet gebonden aan eenige belijdenis of leerstelling, Wg hebben nog de specifiek Hervormde, de echt gereformeerd-protestantsche confessie, in de drie formulieren van eenigheid vertolkt en in de liturgische formulieren van Doop en Avondmaal neergelegd, en ieder die tot de Hervormde Kerk behoort, heeft verklaard en verklaart telkens weer, met die belgdenis in geest en hoofdzaak in te stemmen en het evangelie van Jezus Christus, overeenkomstig Gods Heilig Woord, te beamen.

Maar het voorbeeld van de Luthersche Kerk zij voor ons een waarschuwing. Want men wil ook onder ons dien kant uit. Met name de vrijsinnigen hebben het al zoo dikwgls geprobeerd het daar heen te sturen. En wel is het hun tot op heden niet gelukt. Onze Herv. Kerk is gelukkig nog een belijdende Kerk (geen belijdenis-Kerk, maar een belijdende Kerk!) «n dat moet ze blijven en hoe langs hoe meer worden. Waarbg het niet gaat om een letter, maar om de fundamenteele waarheden, die eeuwig zijn, gelgk ze ons door den eeuwigen God geopenbaard zgn in Zgn Woord en in Jezus Christus Zgnen lieven Zoon, onzen Heiland en Zaligmaker, onafscheidelgk verbonden met onze zaligheid.

Waar dan de belgdenis onzer Herv. Kerk helaas I verbleekt is, daar worde de banier der waarheid, met duidelgke kleuren, weer meer en meer door ons uitgeplant en allen die het met de fundamenteele waarheden van onsgereformeerd-protestantsch geloof niet vinden kunnen, die dienen ergens anders een onderdak te zoeken, want bg 5ns hooren ze niet. En we zullen het nooit dulden, dat ook onder óns heengestnurd wordt in de richting, waarin de Lathersche Kerk van Doetinchem zioh beweegt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit het kerkelijk leven.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1919

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's