Ingezonden.
De kwestie Numansdorp.
Geachte collega Van Grieken,
U schrijft in Uw nummer van 1 Sept. l.I. in een onderschrift bij een ingezonden stuk, dat de toestanden in Numansdorp heel treurig zijn en dat het, zooals het nu is en nu gaat, niet blijven kan en niet blijven mag.
U heeft volkomen gelijk. Maar U moet niet denken, dat de voormannen van de z.g.n. Evangelisatie alhier uw onderschrift zullen beamen. Zij willen hier strijd, verwarring. Daartoe dient ook het geschrijf in de courant. Zoo nu en dan moet er een ingezonden stuk komen ; een broeder op informatie uitgaan ; waarheid met leugen worden gemengd. Men hoopt op tegenspraak. Men kan de verdrukte „Gereformeerde onschuld" voor de buitenwereld spelen of huichelen !
Daarom richt ik mijn antwoord aan U. Terwille van de waarheid zij U als Hoofdredacteur van „De Waarheidsvriend" nogmaals en feitelijk ten overvloede verzekerd :
Ie. dat de Kerkeraad van Numansdorp bij de aangifte tot den Heiligen Doop niet eischt en ook nooit geëischt heeft te belijden, dat de plaatselijke predikant Gereformeerd is, maar wèl, dat men zal instemmen met de „leer", welke „alhier" geleerd wordt ; d.i. de leer van onze Kerk, Gods Woord naar de verklaring van de drie Formulieren van eenigheid ;
2e. wanneer de Kerkeraad eischt trouw in de kerk te komen, is de Kerkeraad overtuigd te handelen overeenkomstig Gods heilig Woord ; in Zondag 38 staat o.m. : „dat ik, inzonderheid op den Sabbath, dat is op den Rustdag, tot de gemeente Gods naarstiglijk kome om Gods Woord te hooren, de Sacramenten te gebruiken"; Gereformeerde menschen gaan op den Zondag niet naar een „gebouw", in den diepsten grond ook niet naar de Kerk als gebouw, maar zij komen tot de , gemeente", die in Christus haar Hoofd, één is en één blijft ; wel verduisterd in verstand en hart en geweten moeten dezulken zijn, die „zeggen" Gereformeerd te zijn en toch voortgaan de gemeente te scheuren ! Wordt „alhier" niet de zuivere leer verkondigd volgens Gods Woord naar de belijdenis van onze Kerk, laat men dan komen met bewijzen. Of oordeelt eene tegenwoordige wet van „Gereformeerde" menschen den mensch tenzij dat zij eerst van hem gehoord heeft, en verstaat wat hij doet ? (Joh. 7 vers 51) ;
De Kerkeraad eischt altijd trouw ter kerk te komen ; verandert dit nooit in één of tweemaal ; maar de Kerkeraad kan de menschen niet dwingen, vooral niet die menschen, die met een leugen in het hart en op de lippen voor Gods heilig aangezicht en Zijne gemeente bij den Doop van hun kind durven komen te staan ; bovendien wil de Kerkeraad in overeenstemming met de Dooppraktijk van onze Vaderen zoo ruim mogelijk zijn ; maar daar is toch een grens, en voor de overschrijding van die grens zal de Kerkeraad, zooveel hij kan, waken, opdat de Doop aan zijn doel beantwoorde krachtens het recht hem gegeven opzicht en tucht te houden over de leden der gemeente ;
3e. in ditzelfde nummer wordt tot tweemaal toe door collega Kievit gezegd, dat de Kerkeraden vormen het wettig bestuur der plaatselijke gemeente. Terecht. Maar dan heeft ook de wettige Kerkeraad het recht en den plicht Doopouders te wijzen op 't onderwijs, dat van den wettigen Kerkeraad uitgaat. Zoo op de Zondagsschool als op ide catechisatie ; de Kerkeraad, die staat op de belijdenis der Kerk, kan geen Evangelisatie naast zich dulden noch ter linker — noch ter rechterzijde en zal dit ook nooit doen ; wat dé Christelijke School betreft heb ik persoonlijk op dit oogenblik nog geen vrijmoedigheid pogingen in het werk te stellen om te geraken tot de oprichting van eene school, welke uitgaat van den Kerkeraad der Hervormde gemeente"; mochten de toestanden hier niet veranderen, dan komt er met Gods hulp een Hervormde School voor Christelijk Onderwijs ;
4e. dat de kinderen, in de Kerk gedoopt, onderwijs moeten ontvangen, dat van de Kerk uitgaat, spreekt toch vanzelf ; dat ligt toch in de beantwoording van de derde vraag uit het Doopsformulier ; dat ouders die belofte breken, ligt voor hun rekening, maar nog veel meer voor rekening van die menschen, die de ouders bij de oprichting van de z.g.n. Evangelisatie allerlei leugens hebben verteld inzake de bediening van den Heiligen Doop door predikanten in het z.g.n. „gebouw."
Ten slotte. De Kerkeraad is zich niet bewust eenig onderscheid te maken. Wat de aanklachten betreft bij het Classicaal Bestuur van Dordrecht, dit Bestuur vergaderde het laatst in Mei l.l. ; de e.v. vergadering is eind Sept., misschien begin October. Had 't Classicaal Bestuur soms voor deze zaak een aparte vergadering moeten uitschrijven ? Laten de klagers gerust zijn. Zij zullen wel merken, dat hunne aanklachten grondig zullen worden behandeld. Men hebbe nog wat geduld. Wie gelooft die zal niet haasten.
Voorzeker, waarde Collega, zulke dingen kunnen alleen maar in onze Ned. Hervormde Kerk gebeuren ! Maar bedenk, dat de voormannen van de z.g.n. Evangelisatie alhier niet naar reorganisatie van de Kerk verlangen of verlangen kunnen. Dit is m.i. het door en door onwaarachtige in dien kerkelijken strijd alhier, dat men zich niet in diepen ootmoed, schuldbewust, voor Gods Woord wil buigen, maar zeggend Gereformeerd te zijn, juist de ellendige organisatie en toestand van onze kerk gebruikt om de gemeente, de Kerke Gods „alhier" ter plaatse jammerlijk te verscheuren.
Nochtans — Gods molens malen langzaam maar zeker. God is rechtvaardig. Zijn oordeel komt en begint reeds te komen. Zion zal door recht worden verlost en hare wederkeerenden door gerechtigheid. (Jes. 1 vers 27). Niet door eene commissie als een soort eere-raad.
U zult wel zoo vriendelijk willen zijn het vorenstaande in Uw e.v. nummer te willen opnemen.
Geloof mij gaarne Uw medebroeder in Christus,
J. A. TEN BOKKEL HUININK. v.d.m.
Onderschrift van de Redactie :
Collega Ten Bokkel Huinink vergist zich, als hij meent en schrijft, dat de menschen van de Evangelisatie ons voorstel : een eere-raad te benoemen niet zouden willen, daar zij liever in opspraak willen blijven dan de zaak beslechten. Wij kunnen met stelligheid verzekeren, dat ds. Ten Bokkel Huinink zich hier vergist. Jammer, dat hij ten opzichte van dit voorstel zich er afmaakt, door een wonderlijke redeneering als : „Gods oordeel komt; Zion zal door recht verlost — niet door eene commissie als een soort eere-raad." De logica is hier o.i. zoek. Of kan de Heere niet middellijk werken ?
En wat de hoofdzaak betreft, n.l. het onderscheiden behandelen van z.g.n. onverschilligen en z.g.n. evangelisatie-menschen — het komt ons voor, dat ds. Ten Bokkel Hunnink niet wil zien, waar het juist op aankomt. Hij mag maar niet zeggen, zooals hij zegt, dat degenen die „zeggen" Gereformeerd te zijn, toch voortgaan de gemeente te scheuren, en dat dit de uiterste grens is, welke de Kerkeraad niet mag overschrijden. Die kwestie moet juist onderzocht worden. Hoe is de zaak ontstaan en hoe is in den voortgang door beide partijen deze zaak behandeld ?
Door de Evangelisatie-menschen in deze alle schuld te geven en onder censuur te zetten, van de Sacramenten uit te sluiten, enz., zonder de zaak zelve naar behooren te behandelen, kan niet de meest profijtelijke weg zijn. En daarom herhalen wij ons advies : laat een eere-raad van drie benoemd worden, één lid door den Kerkeraad, één lid door den Evangelisatiekring, en laten die twee saam dan nóg een kiezen. De onkosten zouden Kerkeraad en bestuur der Evangelisatie natuurlijk moeten dragen.
M. v. G.
Woorden en daden!
Mijnheer de Redacteur,
Als Gereformeerd Hervormde lees ik trouw Uw orgaan en trof mij Uw stukje : „Dat is geen antwoord." Als vraagsteller op die jaarvergadering wilt U mij wel vergunnen hierop nader in te gaan. Of het een debatershandigheidje was van den heer De Waal Malefijt, daarop wil ik niet ingaan ; maar ik wil wel opmerken, dat zijn antwoord, hoewel geen antwoord op mijn vraag, volkomen juist was.
Voor mij ligt de ledenlijst der Vrije Universiteit en de donateurslijst ; en wat zie ik nu ? Dat van den Gereformeerden Bond niemand lid is der Vrije Universiteit, en een enkele contribuant. Onder die mis ik zoowat het heele Bondsbestuur met den schrijver van „dat is geen antwoord." Bij mij kwam een kriebelig gevoel boven, van zooiets „words, words, words." Laten we nu eens geen woorden gebruiken, maar eens doen en contribueeren. Laat er eens een zuiverder begrip komen onder de Bondsmannen. U is vóór de Vrije Universiteit, behalve dan de theologische faculteit.
Maar al Uwe medebestuurders ? Informeer daar eens naar. En laat men dan lid of contribuant worden der Vrije Universiteit, dan kunnen wij. Gereformeerd Hervormden, ook iets te zeggen krijgen, 't Gaat toch niet aan, dat wij voor de halve cent, die wij bijdragen, overal een zetel in moeten hebben. En weet U goede Gereformeerd Hervormde professoren voor de verschillende faculteiten, geef ze dan op aan het Curatorium, dat er dan een dankbaar gebruik van zal maken. Houd toch eens op met woorden, want daar zijn we nu werkehjk beu van, maar toon nu eens met daden, dat ge zijt voor één Gereformeerde Hoogeschool voor heel ons land.
Met dank voor de-plaatsing. A. UITTENBROEK Wzn.
Gortel, 26-8-'22.
Onderschrift van de Redactie :
Nog tien zulke Gereformeerde Hervormden van de daad en we zijn er ! Nu, forsche, gespierde taal, gekroond door kloeke daden, mogen we wel. Dat hebben we noodig in onze dagen.
Maar als we een paar opmerkingen mogen maken bij dit toch wel wat oppervlakkige stukje van den warm voelenden heer Uittenbroek, dan zouden we dit willen zeggen :
Ie. het antwoord van den heer De Waal Malefijt was dus niet een antwoord op de vragen van den heer U. Dat noemen wij een debathandigheidje. Men gaat dan op de vragen zelf niet in, maar begint maar over iets dat er naast ligt;
2e. het ingezonden van den heer U. gaat zelve nu ook naast de vragen die hij ter vergadering gesteld heeft. En omdat de kwestie hierom draait, willen we er iets van zeggen.
De Vrije Universiteit heeft zich door de doleantie-beweging ontwikkeld, zonneklaar, in de richting van de kerkelijk Gereformeerden. In al de faculteiten. Met uitgesproken bedoeling. Nu willen we niet als Hervormden lid of contribuant worden om „voor elke halve cent een zetel te ontvangen." We willen alleen maar weten, of men in de kringen van de Vrije Universiteit de richting uit wil van „één Hoogeschool op Gereformeerden, grondslag voor héél het land" of dat men liever een Hoogeschool houdt voor de kerkelijk Gereformeerden.
Niet voor we daar een antwoord op hebben worden we zelf lid van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag, en-zullen we ook anderen niet adviseeren lid of contribuant te worden.
Waar nu. de heer U. op de vergadering deze snaar zelf aanraakte, spijt het ons, dat de heer De Waal Malefijt zich er met een debathandigheidje afgemaakt heeft. Daarvoor was de zaak, door den heer U. ter sprake gebracht, te ernstig en in de pers te veel besproken en voorbereid. Het stilzwijgen over deze aangelegenheid in den kring van de kerkelijk Gereformeerden, wat niet toevallig is, is voor ons een bittere teleurstelling.
Nog iets.
Of wij niet een paar Gereformeerd Hervormde mannen kunnen opgeven aan het Curatorium der Vrije Universiteit ter benoeming als professor aan die Universiteit ?
Misschien niet. Dergelijke menschen zijn niet zoo dik gezaaid. Dat ervaren de kerkelijk Gereformeerden ook wel waarom sommige vacaturen heelemaal niet worden aangevuld en andere open plaatsen geruimen tijd open blijven. Er is gebrek. En daarom hebben we elkaar voor een volledige Universiteit zoo noodig in ons kleine landje. Waarom zouden Hervormde mannen als dr. Eekhof, dr. Troelstra, dr. Severijn, dr. Haitjema, en anderen — we spreken maar in eenvoudigheid — aan een Universiteit op positief Christelijken grondslag staande, niet kunnen helpen en bijstaan dan ?
En om de wille van de hoogleeraren èn om de wille van de studenten zouden we zeggen : Nederland moet zoo spoedig mogelijk één Universiteit voor héél het belijdend. Christelijk volksdeel krijgen.
Ook om de wille van 's Lands financiën straks, waar de zaak van het Hooger Onderwijs reeds lang om behandeling en om oplossing vraagt.
Hier geven de lijnen, magistraal getrokken door den heer Colijn, directeur der Vrije Universiteit en beteekenisvolle figuur in onze politieke wereld, hoop, dat er iets goeds gezocht en gevonden zal worden.
M. v. G.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1922
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1922
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's