Financiën.

Postrekening 35683. Telefoon 2379.
Men zal wel gedacht hebben toen men het laatste financiëele verslag las : de penningmeester heeft niet veel aangename indrukken van de jaarvergadering mede gebracht. De toon is heelemaal in mineur en het lijkt wel of hij zich ernstig ongerust maakt voor de toekomst.
Nu, daarin hebt ge dan wel gelijk, want toen ik het zelf nog eens nalas, zei ik : wel, wel, wat heb ik weer een zware muts op mijn hoofd gehad onder het schrijven. Het ligt nu eenmaal in mijn aard om gauw bezorgd te zijn, hoewel mij de ervaring geleerd heeft dat ik steeds bezorgd geweest ben over dingen die nooit gekomen zijn, zoodat ik na eenigen tijd moest bekennen : wat was je weer dwaas ; zal je nu nooit wijzer worden ?
Om nu te  oorkomen dat ik voor de zooveelste maal mijzelf dit complement moet maken, laat ik alle dingen, die misschien kunnen gebeuren of ook niet gebeuren, maar rusten en geven wij het over aan Hem, die alles bestuurt en bepalen wij ons maar bij het heden en wat vlak voor onzen voet ligt.
Dan denk ik allereerst aan ons geliefd blad „De Waarheidsvriend", dat ons in de verste verte geen reden geeft om pessimistisch te zijn, want wij hebben op de jaarvergadering gehoord hoe het aantal abonné's is gestegen en welke prachtige resultaten het voor de financiën heeft opgeleverd, zoodat onze fondsen daarvan een krachtigen steun hebben ontvangen.
Misschien zijn er nu menschen, die denken dat wij zoo zachtjes aan wel aan het einde, aan 't hoogst bereikbare aantal abonné's zijn.
Och, lieve tijd, dat lijkt er niet naar. Wel tienmaad zooveel kunnen er nog geplaatst worden.
Ik zal u eens vertellen, wat mij op 19 April wedervaren is. Ik kwam van het station te Utrecht ergens voorbij, waar een groepje menschen een kop koffie zaten te gebruiken. Ik zag al gauw — waaraan, dat weet ik niet — dat ze op weg waren naar de vergadering en hier even uitrustten van de vermoeienis van de spoorreis. Ik had goed gezien. Toen ik er in kwam bleken het Veenendalers. Dat was niet slecht getroffen. Ik was nog onder den indruk van de geweldige collecte en was blij hen nog eens mondeling te kunnen bedanken. Nu zou ik hier geen melding van maken, als het niet was dat één van hen mij uitnoodigde even de namen te noteeren van een tweetal nieuwe abonné's, en ook dat zou mij nog niet bewogen hebben het in deze rubriek te vermelden. Maar (en nu komt het) er kwam een tweede uit het gezelschap bij mij zitten en die zei: Penningmeester, wil ik je eens wat zeggen ? Er kunnen gemakkelijk in Veenendaal nog 50, misschien wel 100 nieuwe abonné's bijgewonnen worden.
Ik keek de eerste eens aan, alsof ik vragen wilde : Wat dunkt u daarvan ? Is dat zoo ?
O zeker, zei hij, dat kan best. Daar twijfel ook ik niet aan;
Nu, zeg ik : dat is prachtig ; 50 of 100 nieuwe abonné's alléén uit Veenendaal, die kan ik goed gebruiken. Reken er dan maar op, dat ik er in „Financiën" op zal wijzen.
Dit was nu weer een mooi toekomstbeeld, niet waar lezer ? Nu behoeft u geen ongeloovig gezicht te zetten en te zeggen : dat zijn maar vogels in de lucht. Neen, praatjes verkoopen ze daar in Veenendaal niet. Ze houden daar van zaken doen, van aanpakken. Dat hebben ze pas zoo flink getoond en dat gebeurt nu ook met de nieuwe abonné's.
Laat dat nu maar aan hen over.
Hoeveel er in Maassluis zijn bijgekomen, weet ik niet, maar bij mij kwamen in : 1 uit Ouderkerk a.d. IJssel ; 1 uit Rhoon ; 1 uit Arnhem en 2 uit Zeist. Zoo staat onze propaganda voor het blad nooit stil. Een ieder grijpe de gelegenheid aan als hij kans ziet er een abonné bij te winnen, totdat het blad in handen is van alle Gereformeerd Hervormden.

De ontvangsten.
Heb ik u niet gezegd, dat wij nog volstrekt niet aan het einde zijn van de Paaschcollecten ? Dat duurt nog een heelen tijd, en wij zullen ongetwijfeld het cijfer van het vorige jaar bereiken wat betreft de Paaschcollecten.
Wij ontvingen een zeer groote verrassing uit Lunteren. zie eens, daar hebben wij de vette letters zelfs voor noodig. Van ds. J. Kievit ontving ik een bedrag van

Honderd een gulden 50 cent
als opbrengst van de Paasolicollecte.

Ja, het Leerstoel-en het Studiefonds heeft nu eenmaal de liefde van 't Geref. Hervormde volk. Ze kunnen 't niet laten om er aan te geven, en ik kan het begrijpen. Het is het ook waard. Dat bleek nog weer op de laatste bestuursvergadering, waar wij na rijp beraad besloten tot een belangrijke jaarlijksche toelage aan iemand, die zonder dezen steun niet verder zou kunnen studeeren en van wien wij op redelijke gronden mogen verwachten dat hij onder des Heeren zegen in korten tijd één van de vele open plaatsen zal kunnen innemen, waar reeds zoolang naar een Gereformeerd predikant wordt uitgezien. Wat een voorrecht toch, als wij dat om het geld niet behoeven af te wijzen. Daarom onze hartelijke dank aan de gemeente van Lunteren en aan alle die voorgegaan zijn en nog volgen met het zenden van groote en minder groote collecten op Paschen gehouden, zooals
Hoog-Blokland, vanwaar mij ds. J. Ronge ƒ 18.80 toezond, zijnde het bedrag van de Paaschcollecte voor het Studiefonds.
IJsselmonde, afgezonden namens den kerkeraad door Chr. Rijsdijk, diaken, ƒ 26.50 voor het Leerstoelfonds.
Zegveld, door ds. W. Deur ƒ 66.16, zijnde de opbrengst der op Paschen gehouden collecte en bestemd voor het Leerstoel-en Studiefonds.
Arnhem. Zondag uit de kerk gaf iemand mij ƒ1.— als Paaschgave en meteen den naam van een nieuwe abonné. Ja, Arnhem gaat langzaam maar zeker stilletjes vooruit.
Ermelo, van ds. J. J. Timmer ƒ 5.60 uit de catechisatiebus, terwijl Z.Eerw, erbij vermeldt dat de laatste nagift van ƒ 5.— uit Waarder was voor de Paaschcollecte.
Lexmond, door ds. Goverts ƒ2.50, gevonden in de collecte met bijschrift : „dit is bestemd voor het Studiefonds, uit dankbaarheid aan God voor een bijzonderen zegen van Hem ontvangen."
Rotterdam, van F. Verhagen ƒ 10.— uit tasje no. 216 van de Zondagsschoolvereeniging Tuindorp, Heiplaat.
Wij zijn hiermede aan het einde van onze mededeelingen. Het totale bedrag voor deze week is

f 232.06

Voor deze gaven hartelijk dank.
Moge de Heere er Zijnen zegen over gebieden.
De Penningmeester,

Arnhem, Pels Rijckenstraat 28.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen