De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Financiën.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Financiën.

7 minuten leestijd

Een lid van de Hervormde Kerk uit Maas en Waal schrijft mij:
Waarde Penningmeester,

Met volle instemming lazen wij de vorige week het stukje van den heer D. uit Den Haag. U moet weten dat in deze streken van de 10 Hervormde predikanten er zeker 9 Vrijzinnig zi,jn en dat verder de bevolking overwegend Roomsch is. Van de verkondiging van het Woord Gods zijn de Hervormden zoo goed als geheel verstoken. De schapen, die aan zulke herders zijn toevertrouwd loopen te dwalen en zijn een gemakkelijke prooi voor de grijpende wolven, die er tegenwoordig vele rondsluipen. Vooral ook onze voorganger is vreeselijk vijandig tegen al wat Gereformeerd heet in de Ned. Hervormde Kerk. Welk een verantwoording hebben toch zulke vrijzinnige predikanten, en hoe zal het hun gaan, als ze eenmaal rekenschap zullen moeten geven van de wijze waarop zij hun ambt vervuld hebben. Zooals het overal is, waar vrijzinnige predikanten staan, zoo is het óók hier : een luttel aantal menschen komen nog naar de kerk, maar overigens verkondigt onze predikant zijn wijsheid voor stoelen en banken. Waar de Hervormde bevolking aldus ontwend wordt om ter kerke te gaan, zoekt vooral het jongere geslacht zijn vertier elders. Vooral daar onze gemeente overwegend Roomsch is, tracht Rome van den treurigen toestand in de Hervormde Kerk gebruik te maken om onze jonge menschen te lokken, en helaas moeten wij zien dat hun dit maar al te wel gelukt en zien wij, als er iets bijzonders in de Roomsche kerk te doen is, er velen heen gaan, die dan onder de bekoring komen van de uiterlijke aantrekkelijkheid van den Roomschen godsdienst.
Is het niet diep treurig, penningmeester ? Het is des Heeren genade, als men in zoo'n streek wonende, voor zulk een verleiding bewaard wordt. Want er is geen tegenweer. Wel schrijft de heer D. juist : „Tegen de Roomsche leer is het eenige middel de prediking van het zuivere Woord", maar dit ontbreekt ons hier en hebben wij de waanwijsheid van een vrijzinnig dominé, naar wien zijn eigen geestverwanten niet eens de moeite waard vinden om te gaan luisteren, laat staan iemand, voor wien het Woord Gods geen vreemd boek is.
Waarde penningmeester, ik eindig met den wensch en de bede, dat de Heere veler harte moge neigen om de volgende week bij te dragen aan de verbreiding van de Waarheid in de Ned. Hervormde Kerk. Geve de Heere dat ook wij hiervan nog eens mogen genieten, want het wordt dikwijls niet genoeg gewaardeerd als men het heeft, maar in hooge mate als men het mist.
Ik zend u hierbij een kleine bijdrage en een paar adressen voor proefnumm.ers van „De Waarheidsvriend."
Met vriendelijke groete. Een lid van de Hervormde Kerk uit Maas en Waal.

Wij danken onzen vriend zeer voor dit schrijven, Dit komt nu weer eens uit een hoek, vanwaar wij nog niet veel hoorden. Ik ben daarom blij dat men aan onze uitnoodiging gevolg heeft gegeven om mij te schrijven, als men wat op 't hart heeft. Dat geeft afwisseling in onze rubriek en wekt belangstelling in „Financiën." Want dat begrijpt ge zeker wel, dat blijft voor een penningmeester toch de hoofdzaak.
Ja, de naam van Rome wordt in den laatsten tijd in onze kringen veel genoemd, en met reden, want Rome spant zich geducht in, dat hooren en zien wij klaar. Eigenaardig, dat sommige bladen, die den strijd tegen Rome op den voorgrond stellen, uitsluitend maar oogen hebben voor het zoogenaamde monsterverbond van de Staatspartijen, daar altijd breed over uitmeten en doen of dat alleen de oorzaak is van den groei van Rome. Zij vergeten daarbij den blik naar binnen te slaan en vragen niet: Is bij onszelf wel alles in orde ; zijn er bij óns geen dingen op te ruimen of te herzien, die ons innerlijk verzwakken in dezen gewichtigen strijd.
De vorige week vestigden wij reeds de aandacht op de onverdraagzaamheid en het gemis aan waardeering van hen die toch öok op den bodem van Gods Woord staan, en nu komt onze briefschrijver uit Maas en Waal, en toont ons weer een ander gevaar, dat de kracht van Rome zoozeer versterkt en haar bloei doet toenemen, n.l. de toelating van de prediking van het ongeloof op de kansels onzer Hervormde Kerk.
Maar wie weet! Na het gebeurde met de regeering, waarbij wel bleek dat dit gewraakte verbond toch nïet zoo hecht was, wie weet komt nu de tijd, dat men ophoudt met uitsluitend naar de rechterzijde te zien, maar gaat men óok eens den anderen kant uitkijken en vooral naar binnen, en gaat men nu met kracht den strijd beginnen tegen innerlijke verdeeldheid en tegen het ongeloof op onze kansels. Ik twijfel er niet aan, of alle Gereformeerd Hervormden zullen zich onmiddellijk bij dien strijd aansluiten en wij zullen er ons over verheugen.
Wij zouden thans gaarne eindigen en onze postwisseltjes opzoeken, maar dat gaat nog niet. Ik verzoek u heel vriendelijk, maar buitengewoon dringend nog even naar mij te luisteren. Er ligt hier voor mij een brief van een zekere juffrouw den Hartog, uit Utrecht, die zoo geducht in de penarie zit, als misschien geen minister ooit heeft gedaan. Die komen wel eens wat tekort, soms veel, op hetgeen zij begroot hebben, maar zooveel als onze Utrechtsche juffrouw tekort komt toch nooit. Daar scheelt maar eventjes 50% aan. De helft! Nu heeft ze een slecht voorbeeld aan onze ministers. Die hebben gezegd : als ge ons niet geeft wat wij meenen nöodig te hebben, dan gaan we weg en dan moet ge maar zien dat ge klaar komt ; en ze zijn gegaan ook. Voor wat een moeilijke taak is nu onze geliefde Koningin geplaatst. Dat is niet om uit te spreken. Denkt u dat maar eens in.
Gelukkig heeft onze juffrouw nóg niet zou boud gesproken, daar is ze ook een vrouw voor, die zijn altijd meer bedeesd en zachter van aard.
Tenminste ? ? ? ? Neen, daar ga ik niet verder op in. Maar ze heeft tóch in heel lieve termen gezegd dat ze er op rekent dat de ontbrekende 50% er vóór 1 December zijn en dat dit veel aan mij zal liggen als dit niet gebeurt. Ik behoef u dus niet te zeggen voor welk een moeilijke taak ik mij geplaatst zie en roep u aller hulp in om mij te helpen.
De begrooting van de juffrouw is ƒ 100.— en er is slechts / 50.— van ontvangen. Vóór 1 December moet er dus nog .f50.— komen. Vorig jaar stond het er ook zoo slecht voor, maar de uitkomst was schitterend. De juffrouw werd zoó overstroomd met pakjes dat de post vroeg of soms Sinterklaas daar zijn bureau van uitgifte had gevestigd. Laat het nu ook zoo zijn. Ze kan van alles gebruiken. Goud, zilver, zilverbons, zilverpapier, postzegels, (ook ongebruikte), koper,
lood, tin, enz.
Wij zullen allen ons best doen en zorgen dat ze haar zin krijgt, niet waar ?
Dan ben ik ook gerust. Asperen, van van H. ƒ5.— voor het
Leerstoel-en Studiefonds. Achlum (Fr.) van N.N. ƒ3.— voor het Studiefonds.
Leerbroek, ƒ 2.46 door ds. P. A. Binsbergen als opbrengst van de gezamenlijke busjes.
Utrecht van mej. C. Vermeulen ƒ 6.70 zijnde de inhoud van busje no. 14 voor het Leerstoelfonds.
Meeuwen, ƒ 25.— van den Kerkeraad der Ned. Hervormde Kerk, zijnde de opbrengst der collecte gehouden bij een spreekbeurt van ds. Van de Pol, van Oud-Alblas, voor het Leerstoelfonds. Pernis, f 13.73 voor de fondsen en ƒ5.— voor de Bondskas als eerste steentje van de nieuwe afdeeling, zijnde de opbrengst van een gehouden collecte bij een spreekbeurt van ds. de Bruin, van Rotterdam.
Aalst (bij Zaltbommel) ƒ 17.79 als opbrengst van de collecte bij een spreekbeurt door ds. Van Wijngaarden, uit Linschoten, op 24 October j.l. voor het
studiefonds.
Utrecht van P.B. ƒ 5.50 voor het Studiefonds als opbrengst van een bewezen dienst.
Wij meenen hiermede wederom, alles opgesomd te hebben wat wij te vertellen hadden en zien met belangstelling tegemoet wat ons het vervolg zal
brengen.

Met hartelijken dank aan allen.

De Penningmeester,

Arnhem, Parkstraat 6.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1923

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Financiën.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1923

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's