Uit de Pers.
De geest uit den afgrond.
De „N. Prov. Groninger Courant" schrijft onder bovenstaand opschrift : Het valt ons moeilijk de godslasteringen in de Sociaaldemocratische pers steeds te signaleeren. Maar het is noodzakelijk, dat ons volk weet, wat de ware bedoeling is van de mannen der revolutie en waartegen zioh hun actie keert. Het moet den geest uit den afgrond aan het werk zien, om bewaard te blijven voor zijn misleiding.
Vóór de beslissing riep men in den Sociaaldemocratischen hoek al maar van vrede. Och, het ging alleen om den vrede. Deze partij is de partij van den vrede en van het volksgeluk.
Maar nauwelijks was de overwinning behaald, of de ware aard kwam uit. Men kon zich niet langer beheerschen. En in „Het Volk" kwam deze afschuwelijke teekening : de Christusfiguur in ijzeren wapenrusting gekleed, gehecht aan het kruis, en daaronder de woorden: Eli, lama, sabachtani.
Het is ontzettend.
Wat zullen wij er van zeggen ?
Niets natuurlijk. Als het ongeloof den Christen dus tegentreedt, dan zwijgt hij, het oordeel latend aan zijn God, Die zich Zijne eer niet Iaat rooven. Maar van wien in Psalm 2 ook wordt gezegd: „Die in den hemel woont zal lachen, de Heere zal ze bespotten." Hij heeft toch Zijn Koning gezalfd over Sion, den berg Zijner heiligheid.
De belijder van den Christus kan echter thans zien wat de bedoeling is van den strijd der Sociaaldemocratie, en wat er schuilt achter het masker van vrede en loozen schijn.
Zelfstandigheidspolitiek.
In verband met het vertrek van de voormaligen Duitschen Kroonprins uit Nederland, schrijft de „Nieuwe Haagsche Courant" over zelfstandigheidspolitiek.
Zij zegt daarvan :
Wat bedoeld wordt met zelfstandigheidspolitiek, heeft minister Van Karnebeek j.l. Zaterdag getoond.
De gezanten van Frankrijk, België, Engeland, Italië en Japan overhandigden den minister in opdracht van hun regeeringen een nota, waarin die regeeringen het vertrouwen uitspraken, dat de Nederlandsche regeering zich bewust zou zijn van de verantwoordelijkheid, welke zij op zich heeft genomen toen zij aan den voormaligen Duitschen Kroonprins een verblijfplaats heeft aangewezen. Tevens verklaarden zij, in verband met de berichten, volgens welke de prins op het punt zou staan Nederland te verlaten om naar Duitschland terug te keeren, overtuigd te zijn, dat de Nederlandsche regeering niet zou aarzelen onverwijld alle buitengewone maat regelen van bewaking te nemen, welke in die omstandigheden noodig schenen.
Onze minister van Buitenlandsche Zaken gaf onmiddellijk op hoffelijke, maar niettemin duidelijke wijze te verstaan, dat Nederland geen knechtje voor de groote mogendheden is.
Den kroonprins was indertijd, op grond van onze eigen Vreemdelingenwet een vaste verblijfplaats aangewezen, in verband met den wensch om onze eigen politieke rust zooveel mogelijk te waarborgen tijdens zijn verblijf hier te lande.
Overigens, was hij vrij om ons land te verlaten, indien men hem in Duitschland of elders zou willen toelaten. Dit is thans het geval. In den Rijksdag verklaarde Stresemann, dat de republiek zoo sterk moest staan, dat zij de aanwezigheid van vroegere vorsten verdragen kan.
Noch op grond van het internationaal recht, noch op grond van eenig verdrag was Nederland geroepen om den kroonprins het heengaan te verhinderen. Zijn positie wordt uitsluitend beheerscht door de hier te lande geldende wetgeving. Aldus de heer Van Karnebeek.
Dat is onafhankelijke staatkunde.
Zelfstandigheidspolitiek. zooals minister Van Karnebeek die sinds geruimen tijd voert en openlijk verdedigt.
Het uitgangspunt onzer buitenlandsche staatkunde is te vinden op Nederlandsohen bodem, in Nederlandsche belangen en is niet te zoeken in de verhoudingen en verwikkelingen op internationaal gebied. Indien onze nationale wetten zich daartegen verzetten, kunnen geen buitenlandsche vertoogen ons er toe brengen onze nationale wetgeving te schenden.
Dit rechtsstandpunt zal ongetwijfeld door ieder Nederlander als juist worden erkend en stellig heeft minister Van Karnebeek aanspraak op alle sympathie, nu hij opnieuw getoond heeft dat Nederland ook in internationale aangelegenheden eigen weg wil gaan, zich zelf wil zijn.
De geallieerde regeeringen, hebben waarlijk grooter werk in de wereld te doen dan hetgeen waarmede zij zich Zaterdag occupeerden. Zij zullen onze afwijzende houding wellicht niet aangenaam vinden en er misschien — ook in verband met een andere aangelegenheid die hen ten zeerste zal interesseeren en waarvan het brandpunt in het Sticht gelegen is — nader op terugkomen.
We zijn echter overtuigd dat de leider van onze buitenlandsche staatkunde rekenen kan op de algemeene instemming, indien hij ook dan voet bij stuk houdt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1923
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 november 1923
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's