LENTELIEDJE
De lachende lente strooit bloemen op 't land,
Melkblanke en botergele.
Ze strooit ze mild naar allen kant,
't Is wonderlijk zóó vele.
De lachende zon legt op 't bloeiende land
Goudglans. De meizoentjes pralen
In 't weidesmaragd als sneeuwdiamant.
De slooten zijn blanke opalen.
De lachende lucht welft zich zuiverlijk blauw
Over de zonnige landen.
De zon kleurt de zomersche wolkjes gauw
Met gouden en purperen randen.
Met lachende oogen en lachenden mond
Gaan wij door lenteweiden,
En plukken de bloemen, blank en blond
Met kinderlijk verblijden.
De lachende lente, de lachende zon,
De lachende blauwe luchten
Verruimden ons hart, dat weer zingen kon
Na 't bange winterzuchten.
JOHAN GOOSSEN.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 mei 1928
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
