FINANCIËN.
Postgiro 138421.
„We zullen de meeste Paascheieren nu wel gehad hebben", sprak mijn vrouw dezer dagen tot mij, en ik zei: nou, dat geloof ik ook, dat is een van de vele dingen, die ik hartelijk met je eens ben.
Inderdaad, de Paaschcollecte loopt op een eind. Over een paar weken hebben we al Pinkster en dan slaat onze Zendingsdirector in Den Haag weer zijn slag. Tegen hem kan ik het natuurlijk nooit volhouden. Nu, dat behoeft dan ook niet. Het spreekwoord zegt immers: daar is altijd baasbovenbaas. 'k Hoop van harte, dat de Pinkstercollecte voor den G.Z.B, de Paaschcollecte voor den Geref. Bond verre zal overtreffen, want onze Zending heeft het ook noodig, heel hard noodig zelfs.
Toch spijt het mij dat enkele gemeenten, die op Pinkster wellicht wel voor de uitwendige Zending zullen collecteeren, het op Paschen blijkbaar voor de inwendige Zending niet hebben gedaan. Ik meende altijd, dat het een Schriftuurlijke gedachte was, om bij Jeruzalem te beginnen, maar als ik het soms mis heb, dan schrijft men mij daarover wel eens.
Zijn er dan nog veel, zegt ge, die geen Paaschcollecte zonden?
Nou, ik wil niet alles vertellen. Maar als ik het lijstje eens nakijk van hen die een circulaire ontvingen met verzoek om te collecteeren, en ik leg daar dan naast een lijstje van hen die aan dat verzoek hebben voldaan, dan denk ik wel eens: waar blijft .......... en waar blijft .......... en waar blijft .......... en zoo zou ik kunnen voortgaan en nog wel enkele tientallen namen oningevuld kunnen laten.
Ja, er zijn nog vele gemeenten die o zoo graag een Gereformeerden dominé hebben, maar die er zich weinig aan gelegen laten liggen op wat wijze zij zulk een dominé krijgen zullen. Namen noemen, doe ik liever maar niet. Ik wil maar hopen, dat er nog gemeenten zijn die zelf hun oningevulden naam zullen invullen, omdat hun consciëntie hun zegt: „gij zijt die man".
Kijk, als dat eens zoo zijn mocht, dan geloof ik dat de vette letters nog meermalen voor den dag zouden moeten komen en dat het mij nog verscheidene keeren zou gaan, als toen ik deze week verrast werd met een Paaschcollecte uit
K a m p e n, vanwaar ds. P.J. Steenbeek mij als zoodanig toezond een bedrag van
HONDERD ZESTIG GULDEN EN ZESTIG CENT (ƒ 160.60).
Ja, daar in Kampen vergeet men ons niet. Ik herinner mij nog goed dat deze plaats bij den vorigen Penningmeester ook in geen slecht blaadje stond en dat hij er haast net zooveel van hield als van 't Veen. Ach, als je met zoo'n bedrag komt, dan hindert het ook niet al kom je wat laat. Daarmee wil ik natuurlijk niet zeggen dat dat laat komen wèl hindert als je een beetje een lager toontje zingt. O neen, want de Paaschcollecte uit
N i e u w L e k k e r l a n d, die ook wat laat kwam, was er mij niet minder welkom om. Door ds. Alers aldaar werd mij n.l. een bedrag toegezonden van ƒ 69.48. Ook kwam er uit
S c h o o n h o v e n nog een Paaschcollecte van ƒ 30.— plus een nagift van ƒ 1.—. Misschien zegt ge: voor een stad, waar zooveel goud en zilver zit, is dat 't meeste niet. Maar oordeel niet voor den tijd, want eerlijk gezegd geloof ik dat dit nog maar een klein voorproefje is. Zoo'n hors d' oeuvre geloof ik dat je dat noemt. Zij hebben mij n.l. gevraagd om er a.s. Zondag den heelen dag te komen preeken en hebben mij beloofd dat ik dan liefst twee keer voor onze Fondsen zou mogen collecteeren. Dat kon ik natuurlijk niet weigeren en nu heb ik alle hoop dat die Schoonhovensche collecte van a.s. Zondag „gouden appelen op zilveren schalen" zal zijn.
Dan kreeg ik van mijn waarden neef ds. Deur, die dominé van Schoonhoven, maar ook consulent van Willige-Langerak is, ook nog een collecte uit dat
W i l l i g e - L a n g e r a k, waar men ƒ 17 bijeen had gebracht. Dat is ook weer zoo'n gemeente waar men reikhalzend uitziet naar de komst van een nieuwen leeraar die de oude paden bewandelen zal. Hetzelfde kan gezegd worden van
G o e r e e waar ds. Van der Zee consulent is die mij vandaar een collecte zond van ƒ 16.—.
Nu geloof ik echter, dat ik met mijn Paaschcollecte aan 't eind ben. O neen, nog een nagift uit
O l d e b r o e k, waar men ds. Klomp op zijn verjaardag ƒ 10.— gebracht had als aanvulling van de Paaschcollecte. Ziet ge wel, dat de Oldebroekers zich schaamden dat zij de vette letters niet hadden? Nu hebben zij ze wèl. Daarom moet deze 10 nu maar een beetje vet gedrukt worden. Ja, ik wist het wel, daar in Oldebroek zijn zij de kwaadsten niet.
Nu, met mijn Paaschcollecten kom ik deze week aan een bedrag van ƒ 304.08. En nu nog enkele losse giften. Eerst uit
Z e g v e l d ƒ 2.62 uit busje 20 dat nog steeds in het bezit is van C. Bardelmeijer. Weer precies op tijd dus, de man van het postkantoor! Waren zij met de Paaschcollecte daar in Zegveld ook zoo op tijd? vraagt ge misschien, 'k Zal het eens nazien. Misschien vertel ik u dat den volgenden keer dan wel. Verder een gift uit
H i l v e r s u m, afgezonden door G. van Vuure, die met zijn vrouw zeer verblijd was over de geboorte van hun zoon Martinus. Misschien wel omdat dit jongske denzelfden voornaam heeft als de Penningmeester, zonden zijn ouders mij ƒ 2.50 en zijn grootouders deden er ook nog ƒ 2.50 bij, zoodat de komst van dezen kleinen wereldburger mij een voordeeltje van ƒ 5.— opleverde.
Voorts ontving ik nog:
M e p p e l, van H. Buiten, tuinman ,,de Werkhout" aldaar een bedrag van ƒ 5.—.
R ij s s e n, van ds. Van Voorthuijzen weer een gift van ƒ 2.56, die men op 29 April daar in de collecte vond.
U t r e c h t, van ds. Batelaan ƒ 3.50, zijnde van mej. S. ƒ 1.50, van mej. Sw. ƒ 1.— en van mej. Sch. ƒ 1.—.
R o t t e r d a m, van D. Broeren een bijdrage van ƒ 10.—.
M o n s t e r, van ds. Enkelaar ƒ 5.— uit zijn catechisatiebus. En, 't is vreemd, maar ook die catechisatiebussen schijnen nog een zekere jalouzie te bezitten. Immers nauwelijks had de mijne daarvan gehoord, of zij hield niet op met zeuren om nu ook wat te mogen afschuiven en toen ik haar eindelijk haar zin gaf, bleek het dat zij nog ƒ 20.— kon missen. Laat mij dus met dit bedrag uit
V e e n e n d a a l ditmaal mogen besluien, in de hoop dat er nog meerdere-catechisatiebussen zullen wezen die nu liever ook wat lichter willen worden. Als er één schaap over de brug is ......... enz. En nu zijn er al twee over.
Alles samen heb ik dus weer een bedrag van
f 357.56.
't Is waar, 't is geen 2500 en geen 900 en geen 700, maar voor een gewone week is 300 en zooveel toch ook zoo slecht nog niet.
Mijn vriendelijken dank dus ook nu weer aan allen.
De Penningmeester,
Ds. M. JONGEBREUR. Veenendaal.
POSTZEGELS, CAPS. EN ZILVERPAPIER
Ontvangen van:
1e. mej. Oostenbrugge, Dirksland, capules, zilverpapier en postzegels;
2e. mevr. de wed. E. Weidner—ten Cate, Haarlo, postzegels, caps, en zilverpapier;
3e. H. van Dieren, Tienhoven, postzegels, capsules en zilverpapier;
4e. den heer L. de Koning, Amsterdam, zilverpapier en theelood. Dank voor uw begin. Ik hoop op spoedig meer, vooral in dezen slappen tijd.
5e. Nellij Hoogenboom, Oud-Beijerland, zilverpapier, postzegels, capsules en oude munten.
Met veel dank en aanbeveling,
Mejuffr. J. DEN HARTOG.
Krommedijk 60, Dordrecht.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 mei 1928
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's
