KERK, SCHOOL, VEREENIGING

NEDERLANDSCHE HERVORMDE KERK.
Beroepen te Driesum P. de Looze te Renkum — te Veenhuizen G.J. Romijn te Heenvliet — te Werkendam D.J. Lazonder te Oppenhuizen — te Doorn (toez.) Chr. J. Schweitzer te Workum.
Aangenomen naar Kage H.C. Touw cand. te Utrecht.
Bedankt voor Amsterdam A.J. Wormgoor te Bussum — voor Borne E.H. Blauwendraad te Oudwoude — voor Beesd A.J. van Wijngaarden te Westmaas — voor 's-Gravenmoer A.J. van Willigen te Woudrichem.

GEREFORMEERDE KERKEN.
Beroepen te Kralingen G.R. Kuyper te 's-Gravenhage-Oost.
Aangenomen naar Andijk H. Steen te Den Helder. 
Bedankt voor Puttershoek D. P. Kalkman te Krimpen a.d. Lek.

CHRISTELIJK GEREFORMEERDE KERK.
Bedankt voor Harderwijk C.S. van de Ven te Arnhem.

OLDEBROEK. Door het Provinciaal Kerkbestuur van Gelderland is in de jongste vergadering tot lid der Synode van de Ned. Hervormde Kerk benoemd, inplaats van ds. J. Barbas, pred. te Hengelo, en niet herkiesbaar, de heer A. van Loo Gzn., ouderling der Ned. Hervormde gemeente alhier, en tot diens secundus de heer J. Wensinck, ouderling te Zutphen.

Afscheid, bevestiging, intrede.
Ds. H.A. de Geus, gekomen van Waddingsveen, deed Zondag, na bevestigd te zijn door ds. C.B. Holland, plaatselijk predikant, met Ezech. 34 vers 16, zijn intrede bij de Ned. Hervormde gemeente van Huizen (N.-H.) met een predikatie over Jesaja 40 vers 2b: ,,Roept haar toe, dat haar strijd vervuld is". Spreker wees er op, hoe hij heeft te vermanen, te lokken en te troosten. Hij sprak tot den bevestiger, den burgemeester, familie en vrienden, ringcollega's, scholen en vereenigingen. Kerkbestuur, Kerkeraad en Gemeente. Ds. Holland sprak zijn nieuwen ambtgenoot toe namens den Ring Naarden en den Kerkeraad. Van den Ring was aanwezig ds. P.A. van Binsbergen, van Muiden. Des morgens werd Psalm 132 vers 6, des namiddags Psalm 134 vers 3 toegezongen.

Jubileum ds. E. Warmolts. Donderdag herdacht ds. E. Warmolts, sedert 4 Maart j.l. pred. der Ned. Hervormde gemeente te Scherpenzeel, zijn 25-jarig ambtsjubileum. Des morgens ontving hij een deputatie uit Kerkeraad en Kerkvoogdij, die hem namens de gemeente een kostbaar geschenk aanbood. Des avonds hield de jubilaris in het kerkgebouw een herdenkingsrede voor een groote schare, w.o. ook velen uit andere gemeenten.
Spreker had als tekst gekozen Psalm 71 vers 17, n.l.: „O God, Gij hebt mij geleerd van mijne jeugd aan, en tot nog verkondig ik Uwe wonderen". Het eerste gedeelte zijner rede was „een ootmoedige herinnering aan Gods gunst in het verleden", terwijl het tweede gedeelte gewaagde van „den blijden jubel over Gods trouw en goedheid in het heden".
Voorts herdacht spreker den zegenrijken arbeid in zijn vorige gemeenten, n.l. Ter Aa, Jutphaas, Nunspeet en Heerde. De gemeenten van Ter Aa, Nunspeet en Heerde waren door kerkeraadsleden vertegenwoordigd; namens de twee laatstgenoemde gemeenten werd de jubilaris toegesproken, alsook door zijn studie-en ambtgenoot ds. Kijftenbelt. Tenslotte werd gesproken door den heer A. Poot, ouderling te Scherpenzeel, op wiens verzoek door de gemeente Ps. 134 vers 1 en 3 werden gezongen.

Dr. J.D. de Lind van Wijngaardten. In een zeer druk bezochten dienst in de Ned. Hervormde Kerk te De Bildt trad Zondag dr. J.D. de Lind van Wijngaarden op, na een ziekte van ruim twee maanden. Hij had tot tekst Rom. 14 vers 8, het laatste gedeelte. Na de predikatie werd hij toegesproken door ouderling P. van Ginkel, waarna de gemeente hem toezong Psalm 66: 6.

Ds. G. Benes. Ds. G. Benes, pred. bij de Ned. Hervormde gemeente te Maarssen, is reeds twee Zondagen niet voor de gemeente kunnen optreden wegens ongesteldheid en heeft op medisch advies eenige weken rust genomen.

Afscheidsavond. De jeugd en ds. Van Lokhorst. Dit afscheid werd vooral ook door de jeugdigen in de gemeente betreurd en zij meenden den scheidenden pastor niet te mogen laten gaan, zonder hem op overtuigende wijze te hebben laten blijken hoezeer ook zijn werken voor de jeugd wordt gewaardeerd. In gebouw „De Eendracht" was daartoe Zaterdag een spoed-vergadering bijeengeroepen van de ringen Rotterdam van den Ned. Herv Bond van Jongelings-en Meisjesvereenigingen op Gereform. grondslag waarin men afscheid van ds. Van Lokhorst heeft genomen.
De vergadering stond onder leiding van ds M. van Grieken, die op de gebruikelijke wijze opende. In zijn openingswoord heeft ds. Van Grieken er op gewezen, hoe wij gerust kunnen zijn, ook al wisselen de personen en al vertrekken de voorgangers. Wij vertrouwen niet op wagenen en paarden, op aardsche sterkte, maar ons vertrouwen is op den Heere, en dat willen wij ook op dezen avond vermelden. Hoezeer wij het ook betreuren dat ds. Van Lokhorst reeds zoo spoedig onze stad gaat verlaten, wij weten, dat hij getrouw is geweest aan de roepstem van zijn Zender. Dat is ons tot een troost.
Na het openingswoord werd door een kwartet uit leden van de J.V. „Immanuël" het bekende lied „Rust een weinig" van ds. E.E. Gewin ten gehoore gebracht.
De heer A. de Bruin heeft de aanwezigen doen smullen van zijn talent als declamator. Hij kwam met een uitgezocht programma en oogstte een zeer dankbaar applaus.
Vervolgens was het woord aan mej. H. M van Willigen, secretaresse van den Meisjesbond, die een rede hield over het onderwerp: „Veilig geleiden".  Spreekster ving aan met te herinneren aan den eersten Psalm, waarin gewaarschuwd wordt tegen den omgang met de spotters. Er is moed voor noodig om ook in dezen tijd en in de groote stad bewaard te blijven voor de verleidingen van den booze. Aan alle zijden tracht men onze jonge menschen, die voor hun en haar belijdenis durven uit te komen, bespottelijk te maken en met het groote wapen: de spot onschadelijk te maken. Er wordt op ons gelet als op Daniël en zijn vrienden, en er zijn altijd wel personen te vinden die ons in het verderf trachten te brengen. Het is voor het jonge meisje lang niet veilig in de groote stad. Veilig geleide is ons welkom, het is vaak noodzakelijk, wanneer wij 's avonds op straat loopen. Maar laat ons er toch wel op letten, of het geleide, dat zich aan ons aanbiedt, wel veilig geleide is.
Wij moeten weerstand kunnen bieden aan de verleiding en daarom is het zoo noodig, dat we kracht zoeken in de vereenigingen van jongelingen en meisjes, waar men met ons des Heeren Woord wenscht te onderzoeken en de beginselen daaruit te putten die ons dienstbaar kunnen zijn om onze taak te vervullen in Kerk, Staat en Maatschappij. In zulk een kring hebben we veilig geleide. In ds. Van Lokhorst hebben we hier gehad een veilig geleider, die onze vereenigingen steeds tot steun was. Spreekster wenscht hem toe dat veilig geleide, dat hem kan brengen door de duisterheden van het leven. Moge hem dat ook naar Hilversum vergezellen. (Applaus).

Ds. Van Lokhorst neemt afscheid.
Het voornaamste deel van den avond viel na de pauze, omdat ds. Van Lokhorst persoonlijk afscheid zou nemen van de jeugd. Nadat het kwartet zich opnieuw had laten hooren, en ook de heer de Bruin weer eenige nummers had gedeclameerd, zou ds. Van Lokhorst het woord voeren.
Eerst beklom echter de heer de Groot, voorzitter van den Ring van Jongelingsvereenigingen, het spreekgestoelte. Hij bracht in herinnering den welgeslaagden jeugdavond, in Januari gehouden. Er is toen gezegd: Zulk een avond moeten we van 't jaar nog eens hebben, maar het bestuur was het niet van plan voor het volgende seizoen. Nu is het Mei en zitten we — zegt spreker — toch hier. Maar het is een andere avond, dan we gedacht hadden. Met droefheid hebben we deze vergadering moeten beleggen, omdat de oorzaak was: het vertrek van ds. Van Lokhorst. Vroeger was het verband tusschen de jeugd en de predikanten tamelijk los, maar in de laatste vijf jaar is dat veranderd. Nooit hebben we tevergeefs een beroep gedaan op ds. Van Lokhorst. Toen Z.Eerw., jaren geleden, toen nog te Bennekom, hier een rede hield voor de jongelingen, wat dat voor een handje vol menschen, maar nadat hij hier drie jaar had gewerkt, is de belangstelling wel anders geworden.
Ds. Van Lokhorst heeft het hart van de jeugd gewonnen. En nu gaat hij naar Hilversum. Ook daar is een groot arbeidsveld voor hem open; er is nog niet een Hervormd Gereformeerde Jongelingsvereeniging. Men heeft daar ds. Van Lokhorst dus dringend noodig! Maar drie jaar is eigenlijk te kort geweest; we hadden er op gerekend hem zeker een jaar of negen in Delfshaven te houden. Maar de roeping werd opgevolgd, en we hebben daarin te berusten. De banden met de jeugd zullen nu wel rekken, maar toch niet verbroken worden, omdat ds. Van Lokhorst blijft secretaris van den Bond. We hopen hem nog wel eens op een lezing of een landdag te hooren. Als blijk van sympathie wil spreker bij het vertrek namens de jeugd een tweetal etsen aanbieden van Leiden, wat hij onder daverend applaus van de aanwezigen doet.
Hierna is het woord aan ds. Van Lokhorst. Spreker zegt, dat het hem, door al de vriendschap hem in de laatste dagen betoond, niet gemakkelijk is gemaakt te scheiden. Maar het moet. God riep. Wanneer spreker in alle zwakheid toch iets voor de jeugd ook heeft mogen zijn, dan moet hij er bij zeggen, dat het heusch niet moeilijk is iets voor enthousiaste jongeren te doen. Het werk der vereenigingen is spreker altijd lief geweest. Reeds jong leerde hij het kennen, toen ds. Van Grieken den Bond stichtte. Dat was in een klein dorp, waar het veelal een eer is lid te zijn van een Jongelingsvereeniging en er ook weinig anders is om zich te ontwikkelen en den geestelijken wapenhandel te leeren. Maar met hoeveel meer moeite hebben de jongeren in de, steden te worstelen. Het is zoo moeilijk, te blijven bij het eenvoudige werk en niet een weinig mee te gaan op den weg van hen, die allerlei bijzaken in het werk van de Jongelings-en Meisjesvereenigingen willen betrekken, om maar menschen te trekken.
Spreker wilde er den nadruk op leggen, dat de jeugd niet kan zonder de sympathie van de ouderen.
Op den eersten Bondsdag van de Jongelingen heeft een oude broeder gezegd, dat de jonge vinken het zingen moeten leeren van de ouden, maar de ouderen onder ons laten de jeugd veel te veel aan haar lot over. Het is een groote uitzondering, wanneer eens een oudere de vergaderingen van onze jongelingen en meisjes bezoekt. Toch is die onverschilligheid niet gewettigd. Het gaat om groote belangen, om de toekomst van de Kerk des Heeren, om het behoud van de beginselen voor alle terrein des levens. Daarom geen naargeestig pessimisme, tegenover de jeugdbeweging, geen ongewettigde critiek, maar hartelijk medeleven en zich met de jongeren scharen om de banier van onzen Koning, de vaan ontplooid, 't is heilig werk in Godes Naam te strijden! (Applaus).
Na dit enthousiaste woord wilde ds. Van Grieken nog slechts kort afscheid nemen. Hij sprak er zijn oprechte droefheid over uit, dat we nu reeds moeten scheiden. Ds. Van Lokhorst heeft gevraagd: waarom toch zooveel drukte, maar juist omdat deze zoo weinig drukte heeft gemaakt en zooveel gedaan heeft, wilden de jongeren hem eeren en God dank zeggen voor wat Hij in hem gegeven heeft. We hadden gaarne naast de dominé's met grijze haren en met heelemaal geen haren, een dominé met zwarte haren in onze stad gehouden, maar we hebben te berusten. Met een hartelijk persoonlijk woord eindigde spreker zijn slotwoord.
Nadat gezongen was Psalm 103 vers 11 werd de afscheidsavond met gebed gesloten. De zaal was geheel gevuld. (Rott.)

Begrafenis ds. C.J. Six Dijkstra. Te Ter Aa (bij Nieuwersluis) had onder veel belangstelling de begrafenis plaats van ds. C.J. Six Dijkstra, die predikant bij de Ned. Hervormde gemeente aldaar was. In het sterfhuis leidde dr. P.J. Kromsigt van Amsterdam als vriend een rouwdienst. Op de begraafplaats werd het woord gevoerd achtereenvolgens door: Baron A.M.A. van Boetzelaar, burgemeester van Loenersloot en Ruwiel; dr. P.J. Kromsigt als vriend; ds. J.D. van Hof van Wilnis als consulent, en namens den Kerkeraad en Colleges van Notabelen en Kerkvoogden; ds. P. Bongers van Kamerik namens den Ring Mijdrecht; en ds. H.E. Gravemeijer van Amsterdam namens de politieke vrienden van den overledene. De heer H.G. Six Dijkstra, van Ginneken, oudste zoon van den overledene, dankte voor de betoonde belangstelling. Dr. Kromsigt deed hierna nog zingen Psalm 89 vers 7, het lievelingsvers van ds. Six Dijkstra, waarmede de droeve plechtigheid werd besloten.

MOERCAPELLE. Men schrijft ons: Zaterdag 5 Mei werd alhier ter herinnering aan de nagedachtenis van wijlen ds. H. van Elven, den 8sten December 1927 overleden, op diens graf een in hardsteen uitgevoerd gedenkteeken geplaatst. Het gedenkteeken vermeldt behalve den naam met geboorte- en overlijdensdatum van den zoo plotsehng gestorven predikant, de plaatsnamen der gemeenten, door hem gediend, als Gaastmeer e. a., Hollandscheveld Z. O., Schoonebeek, Ooster-Nijkerk en Moercapelle. De uitvoering van deze van waardeering getuigende handeling is met samenwerking van alle bovengenoemde gemeenten tot stand gekomen.

Landdag op Flakkee. Donderdag 17 Mei a.s. (Hemelvaartsdag), zal door de Provinciale Afdeeling Zuid-Holland, met medewerking van den Ring Flakkee, een landdag van de Ned. Herv. Jongelingsvereenigingen op Gereform. grondslag gehouden worden te Middelharnis. Sprekers zijn; ds. Van der Zee te Den Bommel; ds. Koolhaas te O.-Beijerland; ds. Bruijn te Bergschenhoek; ds. Enkelaar te Ouderkerk a.d. IJssel en ds. Van der Wal te Dirksland. De leiding berust bij den heer M. Faas, hoofd der Christelijke School te Oude Tonge. Dat velen, van alle kanten, mogen komen om dezen onzen eersten landdag te bezoeken!
Middelharnis.
C VAN DER SLUIJS, Secr. Ring Flakkee.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen