De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

FEUILLETON

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FEUILLETON

SCHETSEN UIT HET FRIESCHE DORPSLEVEN

5 minuten leestijd

Kleine Luijden
SCHETSEN UIT HET FRIESCHE DORPSLEVEN
door IDSARDI
14)

Maar dit woord was voor Syke olie in 't vuur. Wat meende hij wel? Waarvoor zag hij haar aan? Dat is nu zeker de dank voor dat zij den ganschen dag in weer en wind heeft doorgebracht, met een paar kletsnatte voeten, die precies zoo koud zijn als de straatsteenen, en een paar handen zoo verkleumd, dat zij hier in de warme kamer beginnen te prikkelen, als werd er met spelden en naalden in gestoken. En nu zulk een ontmoeting daarbij! Dat prikkelde haar nog meer. En als een gloeiende lavastroom uit een volgeladen krater, ging het daarop van een leien dakje: „kom ik je te laat thuis? Of moet je misschien weer naar een vergadering, of op bezoek tot nut van het algemeen? Als je werkelijk zoo bezorgd voor mij waren, was het kerelswerk ge weest, dat je mij waren tegen geloopen om juk en korven over te nemen. Dat was beter dan na afloop van je werk, één-twee-drie te maken, dat je de deur weer uit komt om bij een ander de gezelligheid zélf te zijn! Ik ga toch zeker voor mijn pleizier de deur niet uit? Of meen je dat misschien? Zorg jij dan maar dat er meer inkomt; dan zal ik wel thuis blijven, en behoef niet om genadebrood te bedelen of op de schobberde-bonk te leven!"
Meteen slingerde Syke haar natte wollen muts en doek in een hoek van de kamer, en wierp een oud brood op tafel. De kinderen, die hun moeder blijkbaar niet voor de eerste maal zoo hoorden opspelen, zwegen stil, af en toe een blik op vader werpend om uit zijn houding af te leiden hoe het verder zou gaan. Want het kon twee kanten uitgaan. Moeder kon beginnen te schreien, en dan had zij het gewonnen, of vader kon met de vuist op tafel beginnen te slaan, en dan kostte het gewoonlijk theegoed.
Maar ditmaal was Symen onder den indruk. Hij durfde Syke niet aan, zoo zij daar thans voor hem stond met dat vuur in haar oogen. Hare woorden vielen als keisteenen op hem neer, omdat hij voelde, dat zij gelijk had. En als overtuigd, dat de overwinning aan haar kant was, ging zij voort: „Als je een kerel waart voor je vrouw en een vader voor je kinders, dan had je de koffie klaar en brood gesneden en een warme stoof voor me in gereedheid en dan zorgde je d'r voor, dat de kleintjes wat te eten kregen! Was het niet op de eene, dan maar op de andere manier, gelijk ik dat ook doe, en mij nergens voor schaam als 't aan 't werken toe komt!"
„Maar zal ik jou eens wat zeggen?" — en bij deze woorden werd hare houding dreigend en leek zij een furie, — „een groot woord over een ander! Die deugt niet en dat is verkeerd, en dat moest anders, maar als de wereld het van jou en je gelijken hebben moest, dan was het ook voor goed verkeken. Een groote bende, waarvan elk zich zelf het naast is en niemand wat voor een ander voelt, zóó is het bij jullie in je Socialistenbond, — zie zoo, nu weet je hoe ik er over denk en wat ik van jullie verwacht!"
Als versuft stond Symen haar aan te kijken. Zóó had hij haar nog nooit gehoord. Gewoonlijk was hij haar de baas, als hij spottend af gaf op haar geloof en op de fijnen, en op de maatschappij; maar hier moest hij het afleggen. Zij dreigde woest te worden. Was dat die „goeie Syke", die zich in de meeste gevallen stil hield, als hij haar zoo treiterde?
Maar zooals in het snijdende woord van daar juist, heeft hij haar ook nog nooit gegriefd. Dat kwam hare eer te na. Zij zou een gemeene vrouw zijn, die opzettelijk bij nacht en ontijd op donkere wegen liep, zooals zij wel eens gehoord heeft van die loszinnige meiden, en opgedirkte modepoppen in de groote steden? Zooals wellicht die vrouw d'r één was, die bij bakker Deelstra onderdak heeft gevonden en vandaag den geheelen dag het onderwerp van de gesprekken is geweest? Op welke zij meermalen min of meer verdenking heeft geladen? Zij aan deze gelijk?
En zonder eigenlijk te weten wat zij ging zeggen, holde zij als een wild paard in toomlooze vaart verder, en schreeuwde met heesche stem, onderwijl de borst onrustbarend begon te hijgen en snakte naar lucht: ,,Zal ik je zeggen wat je doen moet? Je moet avond op avond de deur uitgaan en je vrouw met de kinderen bij een verkleumde kachel laten zitten, tot wij eindelijk stijf van kou maar naar bed gaan, om met je kameraden een groot woord te hebben, hoe de maatschappij worden moet en jullie het roer in handen kunt krijgen, om de wereld dan nog ongelukkiger te maken dan zij reeds is! Dat is mannenplicht weet je, gelijk het onze plicht is te ploeteren, en als jullie slavinnen te werken tot wij er bij neer vallen!"
En de daad bij het woord voegende, laat zij zich op een stoel bij de bedschutting neerzinken, het verweerde gelaat in den wollen boezelaar verbergend en snikkend: „wat heeft een vrouw een lot; ik wou dat ik maar dood was!"
Maar bij het hooren van dit woord, werd het den kinderen te kras. Zij waren bang voor den dood en wilden hun moeder nog niet missen. De een na den ander sloop stil naar haar toe, greep haar in de rokken, en toen daarop één begon te schreien, werd 't een koor van stemmen, waarbij allen riepen: „moeder! moeder!"
Van dit oogenblik maakte Symen gebruik om er tusschen uit te gaan. 't Werd hem te benauwd in de kamer.
(Wordt vervolgd).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

FEUILLETON

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's