De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Het Volkspetitionnement.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het Volkspetitionnement.

4 minuten leestijd

III.
Met eerbiedigen ernst, maar toch ook met vrijmoedigen aandrang, komen wij U daarom vragen, Sire: zal het daar dan metterdaad toe komen moeten? Toe komen moeten, onder de regeering van een Vorst, die in het gedenkwaardige jaar van 1856, met zulk een trouw en zulk een fierheid, ons den moed hergaf door Zijn Koninklijk optreden. Toe komen moeten, in een tijdsgewricht, waarin de staatkundige woeling almeer het hoofd opsteekt, om de vastheid van elk gezag los te wrikken. Toe komen moeten, nu merkbaar in alle rangen en standen de liefde voor wat hoog en heilig is daalt?
Sire, zal dat goed voor Uw land en volk, zal dat goed voor de nationale toekomst of (waarom het niet uitgesproken?) zal dat goed voor God zijn, indien men in Nederland, op den klassieken bodem der gewetensvrijheid, voortaan, de rijken uitgezonderd, geen „School met den Bijbel" meer voor zijne kinderen zou kunnen hebben?
Het behoeft toch aan den voet eens troons, waarop Oranje de souvereiniteit draagt, geen herinnering, hoe in dat Woord van God de kracht van de volkeren der Hervormden, de steun van het gezag, de zenuw der conscientievrijheid en de hefboom tot nationale veerkracht ligt.
Zoolang dat Woord in eere was, heeft de Almachtige, mee door Uwe doorluchte vaderen, ons land steeds mildelijk gezegend. En omdat wij aan dat Woord gelooven, nog gelooven met ons hart, Sire, hebben wij bijna allen bij den Heiligen Doop eenmaal plechtelijk voor den God Uwer en onzer vaderen de gelofte gedaan, om onze kinderen in de opvoeding bij dat Woord te houden.
Daarom dan, geëerbiedigde Koning, neemt een deel van Uw volk ootmoediglijk, maar ook met stil vertrouwen, zijn toevlucht tot Uwer Majesteits troon, om het op Uw Koninklijk hart te binden, of het toch Uwe Majesteit believen mocht. Hare hooge medewerking tot zulk eene verergering van het ons aangedane onrecht nimmer te verleenen, en U alzoo te smeeken: „Plaats, Sire, onder zulk een Wetsvoordracht Uw Koninklijke handteekening nooit!"
In wat voege of maniere alsdan voor degelijker volksontwikkeling door een deugdelijker schoolwet zal te zorgen zijn, ligt buiten den kring onzer overweging.
De gewone burger in den lande brengt aan zijn Koning geen raad, maar ziet naar zijn Koning op, om hulp in zijn bedruktheid.
En daarom laten ook wij, Sire, in Uw Koninklijk Paleis niets dan de nederige bede van ons smeekschrift achter, of Uwer Majesteits rechtvaardigheid, (zonder aan anderer rechten te kort te doen, ook ons als die toch ook behooren tot Uwe getrouwe onderdanen) bij ons deugdelijk recht mocht willen handhaven, door in voege als in den weg der Constitutie oirbaar zal blijken, zulk een regeling voor ons schoolwezen te verordenen, dat voortaan, voor den armsten evengoed als voor den rijksten Uwer onderdanen, in Uwe goede land de mogelijkheid besta, om desverlangd, voor zijn kinderen een School te hebben met den Bijbel.
Hetwelk doende, enz. Amsterdam, Juni 1878.
Dat Smeekschrift van het christenvolk van Nederland aan Z.M. den Koning zou van Maandag 22 Juli tot Vrijdagavond d.a.v. ter teekening liggen. Maar er zou niet worden begonnen, vóór men zijn knieën had gebogen voor God, Die de harten der Koningen neigt als waterbeken en gewillig maakt tot al wat Hij wil.
Maandagavond 22 Juli liepen de bedehuizen vol, zóó zelfs, dat hier en daar de Kerk de schare niet kon bevatten.
Te voren was het volk in stad en dorp bewerkt. 
De Commissie voor het opstellen van het Voikspetitionmement bestond uit de heeren: dr. A. Kuyper, jhr. mr. A.F. de Savornin Lohman, mr. baron de Geer van Jutfaas, ds. van Son, mr. de Marez Oyens, N.M. Feringa, ds. Beuker en de heer Wiegand, deze laatste namens de christelijke onderwijzers.
Het smeekschrift werd opgesteld en den 12 Juli in 200.000 exemplaren door ons land verspreid. Plaatselijk werden overal z.g.n. locale comité's opgericht, die het stuk zouden brengen in de huisgezinnen en die, ook zorgen zouden voor de handteekeningen. Ook werd door alle dag- en weekbladen het stuk gepubliceerd, zoodat niemand met het verwijt zou kunnen komen later, dat men geteekend had, wat men niet kende.
Op den 18den Juli werd de Wet in de Tweede Kamer aangenomen, met 52 tegen 30 stemmen.
Nu zou de onderteekening beginnen en het smeekschrift den Koning worden aangeboden.
Doch vooraf verzamelde christelijk Nederland zich op Maandag 22 Juli in zijn verschillende kerkgebouwen, om in een plechtige ure des gebeds den Heere zijn nooden bekend te maken en het is een ontroerende gedachte, dat zoo groote schare over gansch het land toen zich gebogen heeft voor 's Heeren aangezicht, Hem aanroepende, van Wien we nog altijd zingen:
God zal Zijn waarheid nimmer krenken,
Maar eeuwig Zijn verbond gedenken
Zijn Woord wordt altoos trouw volbracht .
Tot in het duizendste geslacht,
't Verbond met Abraham, Zijn vrind
Bevestigt Hij van kind tot kind.
(Wordt voortgezet).

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Het Volkspetitionnement.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 mei 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's