De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

FEUILLETON

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FEUILLETON

SCHETSEN UIT HET FRIESCHE DORPSLEVEN

5 minuten leestijd

Kleine Luijden
SCHETSEN UIT HET FRIESCHE DORPSLEVEN

door IDSARDI.
16)
„Nu ja, die loopt er zoo wat voor „spek en brood" bij, maar Symen moet het woord doen. En wat zei jou man er van?"
„Waarvan?"
„Wel, van het Socialisme en van de staking; daar kwamen zij toch zeker om?"
„Ja. Nou Johannes heeft er niet zooveel van gezegd. Mijn man praat niet zooveel, en gaat nog veel minder over ijs van een nacht. Hij moet vooral niets van nieuwigheden hebben."
,,Maar zij hebben het anders niet zoo slecht voor, die socialen. Symen heeft bij ons verteld hoeveel winsten sommige boeren en fabrikanten wel niet maken uit hun bedrijf, en als je daar dan eens tegenover plaatst wat onze mannen, die toch het werk moeten doen, verdienen, dan is het toch ook een schijntje. Hij zegt, dat de boel lang niet goed verdeeld is, en het hoog tijd wordt dat alles eens onderst boven komt."
„Dus de knechten baas, en de baas knecht?"
„Hoe het dan precies komt, weet ik niet, maar ten minste zoo iets."
„Maar je kunt toch een ander het goed niet ontnemen. Stel je voor dat iemand zich van onze bezittingen wilde meester maken".
„Onze bezittingen? Jullie schijnen ze wel te hebben. Enfin, elk zet ook geen ,,breedje" *) op en dat in dezen duren tijd".
„Daar behoef je niet op te komen; dat is moeders erf en gaat van ons eigen. Ik wil maar zeggen, dat elk aan het zijne hangt, al is het nog zoo weinig, en niet één die het recht heeft op wat mij toebehoort. Als iemand het neemt, dan is hij een dief."
„Symen zegt: eigendom is diefstal."
„'t Komt omdat hij zelf bijna niets te verliezen heeft, anders niet dan zijn vrouw en kinderen, maar die zou hij zeker ook wel niet willen missen."
„Dat zal ook wel niet noodig zijn."
„Dat weet ik nog al niet ; die zich het eege niet schaamt, deinst ook ^? oor het andere niet terug, en waar is de grens, als je toch de handen naar het goed van je naasten uitsteekt."
„Symen zegt dat het bloed van de armen kleeft aan het goed van de rijken."
„Hij mag anders zijn bloed wel houden; zooveel heeft hij niet."
„Nou vanzelf bij wijze van spreken. Ik moet je toch ook eerlijk zeggen, dat het mij ook wel eens vreemd toelijkt, dat alles zoo wonderlijk verdeeld is. De een heeft alles, en de andere niets. De een weet zijn rijkdom geen end en de ander is zoo arm dat de muizen dood voor de kast liggen. Symen zegt, daar behoeft geen gebrek te wezen, want er groeit genoeg voor de heele wereld, maar het wordt vastgehouden in pakhuizen om groote winsten te maken, of het verderft, omdat men het niet voor den minderen man wil afstaan, 't Moest al te maal anders verdeeld worden!"
„En dan Symen zeker bij het laadje om uit te deelen, en zonder werken den grooten meneer uit te hangen."
„Nou je moet er nu niet mee spotten. Ik wilde het ook wel eens anders hebben. Het is altijd scharrelen, en je hoofd loopt bijna om van het praktiseeren, hoe je het van den eenen dag in den anderen, voor elkaar houden zult."
„Hou, hou buurvrouw, is het zóó slim? 'k Zeg anders wel eens ; jullie Griet wordt een heele dame. 't Lijkt wel een dominees dochter met hare krulletjes en lintjes."
„'t Is de moeite nogal. Die krullen kosten niets en dat lintje een paar centen. Het meiske houdt van mooi en zit in de hoogste klas. Meester wil hebben dat zij op studie zal gaan. Hij zegt: het is zonde dat zoo'n flink meisje met zoo'n helder hoofd van school genomen wordt, maar Doede wil hebben dat zij zal gaan dienen. Wat moet je nou?"
,,Ik wil maar zeggen, zoo heb je altijd nog reden om dankbaar te zijn. Als wij nu eens denken aan die Sien, — zoo zal ik ze maar noemen —, dat mensch staat nu geheel alleen op de wereld, en heeft bovendien nog de zorg voor een gebrekkig schepseltje, dat misschien nooit goed voor zich zélf wordt! Wat zijn wij dan rijk."
„Zoo kan je altijd wel. Dat kan ook wel eigen schuld wezen, 't Behoeft bij velen ook niet zoo slecht te gaan als het is. Als kleine Symen in zijn werk zoo flink was als in zijn woord, dan kon hij ook wel meer verdienen, en als Syke dan wat meer acht op hare huishouding gaf, dan zou het daar heel wat anders komen uit te zien, en zoo gaat het vaak."
„ 'k Ben 't geheel met je eens buurvrouw, maar d'r kunnen óók omstandigheden in het leven voorkomen, waar een mensch niets aan doen kan. Neem bijv. Mulders Bet. Die stakkerd ligt daar nu al bijna drie jaar in een tentje van het „Groene Kruis," zonder dat er eenige beterschap is. Wat zijn er zoo een massa menschen die iets hebben. De ziekenhuizen, zeggen ze, liggen vol met patiënten, lijdende aan allerlei kwalen, en wij zijn over het algemeen altijd gezond. Johannes heeft eens een kies laten trekken, en van zelf toen was het vreeselijk slim, want mannen hebben het spoedig zwaar als het aan lijden toekomt, maar anders hebben wij het geheele jaar geen dokter gebruikt en jullie ook niet. Toch waardeeren wij de gezondheid zoo weinig en doen alsof zij ons toekomt. En zoo gaat het met alle dingen. Als de menschen maar eens wat meer tevreden waren, dan zag de wereld er vrij wat beter uit."
„Je hebt goed praten; wees maar eens tevreden bij een leegen pot."
,,Maar zoo is het bij jullie niet, en waar het al zoo is, heb je straks gezegd, kon het vaak wel eens wat anders."
(Wordt vervolgd).


*) Bedoeld wordt een breed gouden oorijzer, in tegenstelling met een dito smal, dat natuurlijk goedkooper is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

FEUILLETON

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's