FEUILLETON
Kleine Luijden SCHETSEN UIT HET FRIESCHE DORPSLEVEN
Kleine Luijden SCHETSEN UIT HET FRIESCHE DORPSLEVEN
door IDSARDI
30)
Onder hoorbare stilte werd geluisterd naar het eenvoudige woord, dat ook in dit uur den gekruiste Christus tot middelpunt had. Slechts met een enkel woord, maar dat diepe ontroering wekte, werd gerept van de reden waarom hij ging, en van de betrekking die hij op deze gemeente zou blijven voelen, omdat hier in den aardschoot begraven lag, wat eens een stuk van zijn leven was geweest. Maar te meer werd geroemd in de genade Gods, die hem had staande gehouden, dóór geholpen, en aan allen de ernstige vermaning als laatste waarschuwing uit zijn mond gegeven, om bij de eens ontvangen genade te volharden.
Toen daarop bij monde van een ambtsbroeder den scheidenden leeraar vertolkt werd wat zijn heengaan voor deze gemeente was, en hoevelen hem met droefheid zagen heengaan, niet het minst omdat hij bij dag en nacht met een ijver, die boven aller menschen lof was, gewaakt had over de zielen, toen bleven niet vele oogen droog. Daar waren sterke, stoere mannen, die als kinderen weenden. En toen daarop de bekende zegenbede uit Psalm 134 moest gezongen worden, waren er velen die geen woord konden uitbrengen, 't Was voor leeraar en gemeente een onvergetelijk uur, en collega's van ds. Randwijk herinnerden zich niet ooit zulk een afscheid te hebben bijgewoond.
Daarop is het vertrek naar Zorgvliet gevolgd. Met gemengde gewaarwordingen werd zijn komst hier verbeid. De mare was hem reeds vooruitgegaan dat hij „rood" was. Een ander wist te vertellen dat hij gebogen ging onder verborgen leed. Een derde had gehoord dat hij weg moest, omdat de gemeente het niet hebben kon dat hij zich zoo met de maatschappelijke vraagstukken bemoeide en werken ging onder de menschen buiten de kerk. Een vierde gaf als oorzaak van het aannemen van het beroep naar deze gemeente in het hooge Noorden op, het afsterven zijner vrouw.
Vooral had Syke het hare er toe bijgedragen om met geuren en kleuren te vertellen wat zij van den nieuwen dominé had kunnen te weten komen, en natuurlijk ontbrak het niet aan de noodige illustraties, zonder zich er om te bekommeren of daardoor de waarheid wel gediend werd.
Zelfs onder de collega's uit den Ring heerschte verschil van opvatting. Eerst had het verwondering gewekt dat Zorgvliet achter dezen in Friesland geheel onbekenden predikant gekomen was, tot men de kanalen gevonden had, langs welke het gelukt was den kerkeraad te bereiken, die hier het recht van beroep had. Hij was een vriend van die, en deze was weer kennis van die, en tenslotte bleek het dat zelfs mannen van naam een aanbeveling hadden gezonden. De commissie die uit hooren ging, had daarop de reis naar Twente ondernomen en kwam opgetogen terug. Feitelijk had men al beslist, toen daar ginds de kerk verlaten werd, en toen aan de pastorie daarbij de indruk kwam dat een beroep wel kans had met een gunstigen uitslag te worden bekroond, was men eenstemmig in de meening dat ds. Randwijk „de" predikant voor Zorgvliet zou zijn.
Daarop was hij wezen zien. Helaas, alleen, wat het echter den Kerkvoogden gemakkelijker maakte, omdat er weinig eischen waren wat de pastorie betrof. Boer parketvloer zou worden gelegd, en dat de kamers zouden worden behangen en geschilderd en dat in de keuken een nieuwe parketvloer zou worden gelegd, en dat de koepel in den tuin zou worden vernieuwd. Het dienstbodenkamertje op zolder was erg klein, maar dat zou zeker niet hinderen. Mocht er het een of ander wezen, dat dominé graag anders had, dan moest hij het maar zeggen; men was in Zorgvliet niet nauw, omdat 't er wel aanzat. Tenminste wel bij de Kerkvoogdij. Als men het met elkaar vinden kon, dan kreeg dominé hier een leventje als een Prins, want behalve enkele uitzonderingen en eenige gezinnen, die elders kerkten, waren de meeste dorpelingen trouwe kerkgangers.
Dominé had op dit alles niet veel gezegd. Met een enkel woord had hij gesproken over het heengaan zijner vrouw, en dat zijn moeder van tijd tot tijd kwam logeeren, doch verder de huishouding werd waargenomen door een bejaarde huishoudster, die tevens al het werk deed met behulp van een werkvrouw.
Toen hij was heengegaan, vonden allen hem een aangename, verschijning; een man met een rond karakter, zooals men dat in Friesland hebben moet, en een vroom gemoed, eenvoudig in den omgang, zonder eenige pretentie, en daarbij geweldig knap, zooals Doede en Johannes zeiden, toen zij, na afloop van de gehouden preek, zooals die bij het bezoeken van de gemeente ten beste gegeven werd, een buurpraatje hielden.
Enkele dagen later kwam het bericht van aanneming, en zoo had ds. Randwijk dan eenige weken later zijn intrede gedaan.
't Was een spreken van hart tot hart geweest. Een warm getuigenis van de kracht des Woords; een heilig begeeren om ook hier den zegen daarvan uit te dragen; een bede tevens om de warme liefde en voorbede te mogen ontvangen van allen, die het welzijn der gemeente beoogden en aan eigen hart de dierbaarheid van Christus ervaren hadden. Maar 't was ingeslagen, omdat 't getuigde van hoogere ernst, van diepe geloofservaring, van innige begeerte om de zielen te brengen tot het volle geloof, en alzoo Hem te dienen, die het Hoofd der gemeente, de Koning van het Godsrijk is.
Zoo spoedig mogelijk had ds. Randwijk daarop zijn gemeenteleden opgezocht. Met belangstelling nam hij kennis van de verschillende persoonlijke of huiselijke, kerkelijke en maatschappelijke aangelegenheden, die men hem als herder en leeraar toevertrouwde, 't Bleek hem aanstonds, dat hij hier onder een heel ander volk moest arbeiden dan in de vorige gemeente. Zoowel wat het karakter alsook de levensomstandigheden, daardoor ook de levensbeschouwing, betrof.
(Wordt vervolgd).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1928
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 oktober 1928
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's